woensdag 19 november 2008

De 3 Zonen (Studie)

Matteüs 18:2-4
En Hij riep een kind tot Zich, plaatste dat in hun midden,
en zeide: Voorwaar, Ik zeg u, wanneer gij u niet bekeert en wordt als de kinderen, zult gij het Koninkrijk der hemelen voorzeker niet binnengaan.
Wie nu zichzelf gering zal achten als dit kind, die is de grootste in het Koninkrijk der hemelen.

Dit vers lijkt het tegenovergestelde te zeggen van het volgende.

Hebreeën 5:11-14
Hierover hebben wij veel te zeggen, maar het is moeilijk uit te leggen, omdat gij traag zijt geworden in het horen.
Want hoewel gij, naar de tijd gerekend, leraars behoordet te zijn, hebt gij weer nodig, dat men u de eerste beginselen van de uitspraken Gods leert, en gij hebt nog melk nodig (en) geen vaste spijs.
Want ieder, die nog van melk leeft, heeft geen weet van de rechte prediking: hij is nog een zuigeling.
Maar de vaste spijs is voor de volwassenen, die door het gebruik hun zinnen geoefend hebben in het onderscheiden van goed en kwaad.

Hoe moeten wij volwassen worden in Christus terwijl wij ook moeten worden als kinderen.
Eigenlijk zegt dat het al. We moeten worden ‘als’ kinderen, en niet kinderen worden. Een kind vertrouwt, heeft geen zorgen, is open en eerlijk, is onschuldig, omdat het kind weet dat er iemand is die hen beschermd, voor hen zorgt, hen niet schaadt of bedriegt. Omdat volwassenen pijn hebben meegemaakt in hun leven hebben zij met deze dingen grote moeite. Alleen een kind kan vanuit het simpele geloof de hand uithouden om het geschenk wat hen gegeven wordt te ontvangen. Als volwassenen zijn wij zo zelfredzaam geworden dat we alleen geloven dat we door ervoor te werken het kunnen ontvangen. ‘Hoeveel kost het? Wat moet ik er voor doen?’

1 Johannes 4:19
Wij hebben lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad.

Voordat we leren hoe we onszelf en anderen kunnen liefhebben moeten we ervaren dat Hij ons eerst lief heeft.

~ De Jongste Zoon ~

Lucas 15:11-13
En Hij zeide: Iemand had twee zonen.
De jongste van hen zeide tot zijn vader: Vader, geef mij het deel van ons vermogen, dat mij toekomt. En hij verdeelde het bezit onder hen.
En weinige dagen later maakte de jongste zoon alles te gelde en ging op reis naar een ver land, waar hij zijn vermogen verkwistte in een leven van overdaad.

Velen van ons hebben een geschiedenis van gebroken relaties. Wat we het meeste verlangen, onvoorwaardelijke liefde, wordt vaak de bron van onze grootste pijn.

1 Korintiërs 13:4-8a
De liefde is lankmoedig, de liefde is goedertieren, zij is niet afgunstig, de liefde praalt niet,
zij is niet opgeblazen,
zij kwetst niemands gevoel, zij zoekt zichzelf niet, zij wordt niet verbitterd, zij rekent het kwade niet toe.
Zij is niet blijde over ongerechtigheid, maar zij is blijde met de waarheid.
Alles bedekt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles verdraagt zij.
De liefde vergaat nimmermeer.

De jongste zoon weet dat er een erfenis voor hem is, en hij is brutaal genoeg om er om te vragen. Het is opmerkelijk om naar een erfenis te vragen terwijl de vader nog in leven is. In die tijd, of het nou onder de Joodse of onder de Romeinse wet was, was het normaal dat je door je geboorte recht had op een erfenis, maar je kon het pas ontvangen als de ouders gestorven waren. Het is een belediging om zoiets te vragen aan je ouders. In die tijd zal de reactie daarop beantwoord worden met slagen of zelfs een onterfenis. Maar op deze vernederende vraag reageert zijn vader vol compassie en is genereus. Omdat het de jongste zoon betreft krijgt hij één derde van wat zijn vader heeft. De jongste zoon is van plan om het huis van zijn vader voorgoed te verlaten. Voor hem is dit het einde van de relatie en de laatste keer dat hij zijn vader levend zal zien. Hij keert zijn rug naar zijn vader in een gemoedstoestand van rebellie, ongehoorzaamheid en oneerbiedigheid. Als een Joodse zoon breekt hij het vijfde gebod.

Exodus 20:12
Eer uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land dat de HERE, uw God, u geven zal.

Zo kiest hij voor vloek in plaats van zegen, dood in plaats van leven.

Deuteronomium 27:16a
Vervloekt is hij, die zijn vader of moeder veracht.

Deuteronomium 30:19-20a
Ik neem heden de hemel en de aarde tegen u tot getuigen; het leven en de dood stel ik u voor, de zegen en de vloek; kies dan het leven, opdat gij leeft, gij en uw nageslacht,
door de HERE, uw God, lief te hebben, naar zijn stem te luisteren en Hem aan te hangen.

Hij verkoopt zijn geboorterecht en gaat op zoek naar zijn eigen geluk.

Efeziërs 2:1-2
Ook u, hoewel gij dood waart door uw overtredingen en zonden,
waarin gij vroeger gewandeld hebt overeenkomstig de loop dezer wereld, overeenkomstig de overste van de macht der lucht, van de geest, die thans werkzaam is in de kinderen der ongehoorzaamheid,

Hij kiest niet voor de relatie met zijn vader, maar voor wat zijn vader hem kan geven. Zijn vader laat hem gaan, want zijn vader weet dat een relatie niet geforceerd kan worden. Zijn vader is niet degene die vertrekt of de relatie verbreekt. De zoon vertrekt naar een ver land om de afstand tussen hem en zijn familie zo groot mogelijk te maken. Ook dat is een grote belediging naar zijn familie in het Joodse gebruik. Omdat de woorden ‘ver land’ gebruikt worden, zou dat inhouden dat hij zelfs niet meer deel wil uitmaken van de Joodse gemeenschap. Hij keert zijn rug niet alleen naar het huis van zijn vader, maar ook naar de manier van leven. Hij snijdt zich los van zijn wortels. Wat gebeurt er als de jongste zoon zijn bestemming bereikt?

Lucas 15:13
En weinige dagen later maakte de jongste zoon alles te gelde en ging op reis naar een ver land, waar hij zijn vermogen verkwistte in een leven van overdaad.

Spreuken 14:12
Soms schijnt een weg iemand recht, maar het einde daarvan voert naar de dood.

Waar we naar verlangen en waar onze begeerte naar uitgaat, is hetgeen wat ons zal beheersen, tenzij we ons overgeven aan de liefde van de Vader. Alleen door de Heer Jezus Christus kunnen wij de genade ontvangen die we nodig hebben om verleiding te overwinnen. Zonder de nabijheid en de structuur die het huis van zijn vader geeft, raakt de jongste zoon gevangen in zijn eigen passies. Gebroken relaties lijden tot morele zwakheid. Hij dacht juist de controle te krijgen, maar werd gecontroleerd; gedreven door de dingen die hem en zijn familie schaamte brengen. Het enige wat hij kan doen is zichzelf verhuren, zodat iemand zeggenschap over hem krijgt. De jongste zoon wordt het veld in gestuurd om voor de varkens te zorgen. Onder de wet van Mozes zijn dit onreine dieren voor de Joden.

Leviticus 11:7-8
Ook het zwijn, omdat het wel gespleten hoeven, ja zelfs geheel doorkloofde hoeven heeft, maar niet herkauwt; onrein zal het voor u zijn.
Van hun vlees zult gij niet eten en hun aas zult gij niet aanraken; onrein zullen die voor u zijn.

Hij keert niet terug naar zijn liefhebbende vader, omdat zijn eigen hart hem veroordeelt. Hij wordt beheerst door zijn zondige natuur en hij weet dat hij niet in staat is zichzelf te veranderen. Hij gelooft dat zijn zonden te groot zijn om mee bij zijn vader aan te komen voor vergeving.

Het is de strategie van Satan om de waarheid te verdraaien. Zo deed hij dat ook bij Eva in de tuin van Eden.

Genesis 3:1-5
De slang nu was het listigste van alle dieren des velds, die de HERE God gemaakt had; en zij zeide tot de vrouw: God heeft zeker wel gezegd: Gij zult niet eten van enige boom in de hof? Toen zeide de vrouw tot de slang: Van de vrucht van het geboomte in de hof mogen wij eten, maar van de vrucht van de boom, die in het midden van de hof staat, heeft God gezegd: Gij zult daarvan niet eten noch die aanraken; anders zult gij sterven.
De slang echter zeide tot de vrouw: Gij zult geenszins sterven,
maar God weet, dat ten dage, dat gij daarvan eet, uw ogen geopend zullen worden, en gij als God zult zijn, kennende goed en kwaad.

En zo ook bij de Heer Jezus Christus in de woestijn.

Matteüs 4:1-11
Toen werd Jezus door de Geest naar de woestijn geleid om verzocht te worden door de duivel.
En nadat Hij veertig dagen en veertig nachten gevast had, kreeg Hij ten laatste honger.
En de verzoeker kwam en zeide tot Hem: Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg dan, dat deze stenen broden worden.
Maar Hij antwoordde en zeide: Er staat geschreven: Niet alleen van brood zal de mens leven, maar van alle woord, dat uit de mond Gods uitgaat.
Toen nam de duivel Hem mede naar de heilige stad en hij stelde Hem op de rand van het dak des tempels,
en zeide tot Hem: Indien Gij Gods Zoon zijt, werp Uzelf dan naar beneden; er staat immers geschreven: Aan zijn engelen zal Hij opdracht geven aangaande u, en op de handen zullen zij u dragen, opdat gij uw voet niet aan een steen stoot.
Jezus zeide tot hem: Er staat ook geschreven: Gij zult de Here, uw God, niet verzoeken.
Wederom nam de duivel Hem mede naar een zeer hoge berg en hij toonde Hem al de koninkrijken der wereld en hun heerlijkheid,
en zeide tot Hem: Dit alles zal ik U geven, indien Gij U nederwerpt en mij aanbidt.
Toen zeide Jezus tot hem: Ga weg, satan! Er staat immers geschreven: De Here, uw God, zult gij aanbidden en Hem alleen dienen.
Toen liet de duivel Hem met rust en zie, engelen kwamen en dienden Hem.

Hij verdraait en stelt het karakter van de vader ter discussie, zodat de jongste zoon een verkeerd vaderbeeld krijgt. Maar het is niet God die je straft voor je zonden.

Galaten 6:7-8
Dwaalt niet, God laat niet met Zich spotten. Want wat een mens zaait, zal hij ook oogsten. Want wie op (de akker van) zijn vlees zaait, zal uit zijn vlees verderf oogsten, maar wie op (de akker van) de Geest zaait, zal uit de Geest eeuwig leven oogsten.

Het zijn de consequenties van je eigen daden waar je in terechtkomt. Daarin is Satan niet alleen een leugenaar, maar ook een aanklager.

Openbaringen 12:10b-11a
Want de aanklager van onze broeders, die hen dag en nacht aanklaagde voor onze God, is nedergeworpen.
En zij hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis.

Door het offer van de Heer Jezus Christus is de aanklacht verworpen.

1 Johannes 2:1-2
Mijn kinderkens, dit schrijf ik u, opdat gij niet tot zonde komt. En als iemand gezondigd heeft, wij hebben een voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de rechtvaardige;
en Hij is een verzoening voor onze zonden en niet alleen voor de onze, maar ook voor die der gehele wereld.

Als je in de Heer Jezus gelooft, heb je een advocaat die voor je pleit. Daarom is er geen aanklacht meer, omdat de Heer Jezus je schuld heeft weggenomen.

Romeinen 8:1-2
Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen, die in Christus Jezus zijn.
Want de wet van de Geest des levens heeft u in Christus Jezus vrijgemaakt, van de wet der zonde en des doods.

Maar als je de leugen gelooft dat je niet vrij kan komen van de zonden die in je leven zijn en verlost kan worden van de dood, dan heeft Satan nog steeds grip op je.

Johannes 8:44
Gij hebt de duivel tot vader en wilt de begeerten van uw vader doen. Die was een mensenmoorder van den beginne en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij naar zijn aard, want hij is een leugenaar en de vader der leugen.

Johannes 8:31-32
Jezus dan zeide tot de Joden, die in Hem geloofden: Als gij in mijn woord blijft, zijt gij waarlijk discipelen van Mij
en gij zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken.

Galaten 5:17
Want het begeren van het vlees gaat in tegen de Geest en dat van de Geest tegen het vlees – want deze staan tegenover elkander – zodat gij niet doet wat gij maar wenst.

Als je niet vrij gezet wordt door de Geest van God en de liefde van de Vader dan word je geregeerd door je zondige natuur. Onze harten schreeuwen om echte liefde, en toch vullen we onszelf met allerlei dingen die ons uiteindelijk zullen vernederen. De jongste zoon voedt de varkens, maar heeft zelf honger. Wat de wereld je biedt zal je nooit vervullen en heeft altijd een prijskaartje. De jongste zoon zit hongerig en leeg tussen de varkens; een enorme vernedering voor een Joodse zoon.

Lucas 15:17-20a
Toen kwam hij tot zichzelf en zeide: Hoeveel dagloners van mijn vader hebben brood in overvloed en ik kom hier om van de honger.
Ik zal opstaan en naar mijn vader gaan en tot hem zeggen: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en voor u,
ik ben niet meer waard uw zoon te heten; stel mij gelijk met een uwer dagloners.
En hij stond op en keerde naar zijn vader terug.

Hoeveel van ons bereiken dit punt? Hoeveel van ons zijn het zat om in de modder te zitten? God wil je wegnemen van die plaats waar je zegt: ‘ Geef mij, geef wat van mij is!’ Hij wil je meenemen naar de plaats waar je zegt: ‘Vader, verander mij.’
Hoeveel van ons hebben tegen onze ouders gerebelleerd? Hoeveel van ons zijn in zonde gevallen?

Lucas 15:20b
En toen hij nog veraf was, zag zijn vader hem en werd met ontferming bewogen. En hij liep hem tegemoet, viel hem om de hals en kuste hem.

Efeziërs 6:1-3
Kinderen, weest uw ouders gehoorzaam [in de Here], want dat is recht.
Eer uw vader en uw moeder – dit is immers het eerste gebod, met een belofte –
opdat het u welga en gij lang leeft op aarde.

Deuteronomium 27:16a
Vervloekt is hij, die zijn vader of moeder veracht.

Als jij je bekeert van rebellie, dan is er vergeving en genezing. Het mooie van dit verhaal is dat Jezus spreekt over zijn eigen Vader en dat Hij zijn vader laat zien als een rennende Vader. Dit is de enige plek in de bijbel waar we God zien rennen. De jongste zoon kwam in zijn stinkende varkenskleren, maar de vader overstelpt hem met kussen. Zo kan ook jij bij de Vader komen; in je zonden en in je schaamte.

Jesaja 64:6
Wij zijn allen geworden als een onreine, al onze gerechtigheden als een bezoedeld kleed; wij vielen allen af als het loof en onze ongerechtigheden voerden ons weg als de wind.

De vader wacht niet totdat Hij eerst een sorry hoort. Hij blijft niet op zijn plek staan wachten. Hij geeft de zoon niet allerlei regels en condities waar hij aan moet voldoen om weer in de armen gesloten te worden. Nee, de vader rent met open armen naar zijn zoon. Dat is onvoorwaardelijke liefde. Een liefde die iedere nood tegemoet komt. Deze liefde wacht niet op een reactie. Deze liefde geeft. Dit is een liefde die doorbreekt en het hart bereikt. Het is een liefde die je verandert en nooit faalt. Hij heeft zijn erfenis vergooid. Hij heeft een zondig leven geleefd. Hij heeft tussen de zwijnen geleefd. Maar toch sluit de vader zijn zoon in zijn armen.

Lucas 15:21
En de zoon zeide tot hem: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en voor u, ik ben niet meer waard uw zoon te heten.

De zoon komt met een nederige houding. Hij bekent zijn zonden en vraagt vergeving. Niet omdat zijn vader dat eist, maar omdat zijn eigen geweten dat eist. Zijn schuld heeft hem gevangen gezet. Wij moeten ook onze zonden belijden, niet omdat de Vader onze belijdenis moet horen, maar omdat wij vergeving van onze zonden nodig hebben. Vergeving kan gebroken relaties weer heel maken. Onze Vader is niet allereerst geïnteresseerd in het horen van onze zonden. Hij vindt het belangrijk dat we echt berouw hebben en dat we ons bekeren, omdat we Hem liefhebben. Dat we klaar zijn om thuis te komen. De jongste zoon focust ook op de gebroken relatie in zijn belijdenis.

Lucas 15:21b
Ik ben niet meer waard uw zoon te heten.

Vader weet dat zijn zoon gezondigd heeft. Hij heeft zijn zoon al vergeven voordat hij naar hem toe rent. De zoon is waardig in de ogen van de vader.

1 Johannes 1:9
Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.

Je bent waardig in de ogen van de Vader door geloof in de Heer Jezus Christus en zijn dood aan het kruis.

2 Korintiërs 5:21
Hem, die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid Gods in Hem.

De Vader is vol vergeving. Hij is er niet op uit je te veroordelen, maar je te redden.


Exodus 34:6-7a
De HERE ging aan hem voorbij en riep: HERE, HERE, God, barmhartig en genadig, lankmoedig, groot van goedertierenheid en trouw,
die goedertierenheid bestendigt aan duizenden, die ongerechtigheid, overtreding en zonde vergeeft.

Psalm 86:15
Maar Gij, Here, zijt een barmhartig en genadig God, lankmoedig en rijk aan goedertierenheid en trouw.

Mozes en David weten wat het is om vergeving te ontvangen. Zij waren allebei moordenaars.

Exodus 2:11-14
In die tijd, toen Mozes groot geworden was, ging hij uit tot zijn broeders en lette op hun dwangarbeid; toen zag hij, hoe een Egyptenaar een Hebreeër, iemand van zijn broeders, sloeg.
Hij keek naar alle kanten, en toen hij zag, dat er niemand was, sloeg hij de Egyptenaar dood en verborg hem in het zand.
Toen hij op een andere dag uitging, zie, daar waren twee Hebreeuwse mannen aan het vechten, en hij zeide tot de schuldige: Waarom slaat gij uw naaste?
Deze echter zeide: Wie heeft u tot overste en rechter over ons aangesteld? Denkt gij soms mij te doden, zoals gij de Egyptenaar gedood hebt? Daarop werd Mozes bevreesd, want hij dacht: Voorwaar, de zaak is bekend geworden.

2 Samuël 11:14-17
Toen schreef David de volgende morgen een brief aan Joab en verzond die door Uria.
En hij schreef in die brief: Plaatst Uria in het heetst van de strijd; trekt u dan van hem terug, opdat hij getroffen worde en sneuvele.
Bij de belegering van de stad zette Joab toen Uria op een plaats, waarvan hij wist, dat daar geoefende strijders stonden.
Toen de mannen der stad een uitval deden en met Joab streden, vielen er enigen van het krijgsvolk, van de knechten van David; ook de Hethiet Uria sneuvelde.

Johannes 3:17
Want God heeft zijn Zoon niet in de wereld gezonden, opdat Hij de wereld veroordele, maar opdat de wereld door Hem behouden worde.

God zond zijn Zoon niet alleen om je eeuwig leven te geven, hoewel dat het er wel een deel van is. God zond zijn Zoon om voor jou te sterven, zodat Hij, God de Vader, weer een persoonlijke relatie met elk van ons kan hebben. Dat is waarom jij geschapen bent; om gemeenschap met Hem te hebben.

Ezechiël 18:30-32
Daarom zal Ik u richten, huis Israëls, ieder naar zijn eigen wegen, luidt het woord van de Here HERE. Bekeert u en wendt u af van al uw overtredingen, dan zal u dat niet een struikelblok tot ongerechtigheid worden.
Werpt alle overtredingen die gij begaan hebt, van u weg, en vernieuwt uw hart en uw geest. Waarom toch zoudt gij sterven, huis Israëls?
Want Ik heb geen welgevallen aan de dood van wie sterven moet, luidt het woord van de Here HERE; daarom bekeert u, opdat gij leeft.

Lucas 15:24
Want mijn zoon hier was dood en is weer levend geworden, hij was verloren en is gevonden. En zij begonnen feest te vieren.

De schriftgeleerden en de Farizeeërs staan perplex en zijn boos. Belastinginners en zondaars komen naar Jezus om Hem te horen.

Lucas 15:2
En de Farizeeën en de schriftgeleerden morden en spraken: Deze ontvangt zondaars en eet met hen.

Dan spreekt Jezus over drie gelijkenissen. Over een schaap dat verloren is, over een schelling die verloren is geraakt en over een zoon die verloren is. Jezus dineert later met een belastinginner Zacheüs waarop de Farizeeërs dezelfde opmerking maken.

Lucas 19:7
En toen zij het zagen, morden zij allen en zeiden: Hij is bij een zondig man binnengegaan om zijn intrek te nemen.

Zacheüs doneert zijn halve bezit aan de armen en hij betaalt iedereen die hij verkeerd behandeld heeft het verschuldigde bedrag viervoudig terug. En Jezus verwijst weer naar het verlorene.

Lucas 19:9-10
En Jezus zeide tot hem: Heden is aan dit huis redding geschonken, omdat ook deze een zoon van Abraham is.
Want de Zoon des mensen is gekomen om het verlorene te zoeken en te redden.

Het zijn niet alleen de belastinginners die zondaars zijn, maar ook de schriftgeleerden en Farizeeërs. Terug naar de eerste gelijkenis die gaat over een verloren schaap.

Lucas 15:3-7
En Hij sprak deze gelijkenis tot hen en zeide:
Wie van u, die honderd schapen heeft en er één van verliest, laat niet de negenennegentig in de wildernis achter en gaat het verlorene zoeken, totdat hij het vindt?
En als hij het vindt, tilt hij het met blijdschap op zijn schouders,
en thuisgekomen, roept hij zijn vrienden en buren bijeen en zegt tot hen: Verblijdt u met mij, want ik heb mijn schaap gevonden, dat verloren was.
Ik zeg u, dat er alzo blijdschap zal zijn in de hemel over één zondaar, die zich bekeert, meer dan over negenennegentig rechtvaardigen, die geen bekering nodig hebben.

Een schaap heeft een herder nodig; het is hulpeloos en snel bang.

Jesaja 53:6
Wij allen dwaalden als schapen, wij wendden ons ieder naar zijn eigen weg, maar de HERE heeft ons aller ongerechtigheid op hem doen neerkomen.

Helaas zijn velen van ons misleid door een andere herder die ons dood wil hebben.

Johannes 10:1
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie niet door de deur de schaapskooi binnenkomt, maar op een andere plaats inklimt, die is een dief en een rover.

Johannes 10:9-11
Ik ben de deur; als iemand door Mij binnenkomt, zal hij behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan en weide vinden.
De dief komt niet dan om te stelen en te slachten en te verdelgen; Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed.
Ik ben de goede herder. De goede herder zet zijn leven in voor zijn schapen.

Dat ene schaapje is waardevol voor de herder. Elke ziel is waardevol voor God. Dan de tweede gelijkenis.

Lucas 15:8-10
Of welke vrouw, die tien schellingen heeft, en er één verliest, steekt niet een lamp aan en veegt het huis en zoekt zorgvuldig, totdat zij hem vindt?
En als zij hem gevonden heeft, roept zij haar vriendinnen en buren bijeen en zegt: Verblijdt u met mij, want ik heb de schelling gevonden, die ik verloren had.
Alzo is er, zeg Ik u, blijdschap bij de engelen Gods over één zondaar, die zich bekeert.

Als de ouders van de bruid In die tijd hun dochter zouden weggeven aan de man met wie ze gaat trouwen, zou de familie van de bruid er op achteruit gaan. Daarom was het normaal dat de bruidegom de ouders van de bruid een bruidsschat aanbood.

Genesis 29:18
En Jakob had Rachel lief. Daarom zeide hij: Ik wil u zeven jaren dienen om uw jongste dochter Rachel.

Het is niet zo dat de bruid gekocht werd, want de bruid ontving vaak ook iets van de bruidsschat.

Genesis 24:59
Zij dan lieten hun zuster Rebekka en haar voedster en de knecht van Abraham en zijn mannen gaan.

Genesis 24:61
Toen maakte Rebekka zich met haar dienstmaagden gereed en zij reden op kamelen weg, en volgden de man. De knecht nam Rebekka mede en ging heen.

Richteren 1:15
Zij zeide tot hem: Geef mij toch een huwelijksgift; nu gij mij dor land gegeven hebt, geef mij er ook waterbronnen bij. Toen gaf Kaleb haar de hoog- en de laaggelegen bronnen.

De bruid werd ook gezien als een eigenaar van de bezittingen, dus als volwaardig persoon die in de relatie als een waardig partner met haar man wordt gezien. In het Nieuwe Testament was het een gewoonte dat de vader zijn dochter een geschenk van munten met gaten erin gaf, zodat deze gedragen kan worden door een snoer. Daarom is de vrouw in de gelijkenis zo van haar stuk dat ze er 1 kwijt is. De munt die ze kwijt is, is deel van haar rijkdom, haar bruidsschat. Vaak werd dit op het voorhoofd gedragen. Ze kan het huis niet uit zonder die ene munt. Ze doet het licht aan, maakt haar huis aan kant en zoekt op alle plekken. Nadat ze de munt gevonden heeft, nodigt ze haar vriendinnen en buren uit om te vieren dat de munt weer is gevonden. Deze munt is deel van haar erfenis. Het verloren schaap, de verloren munt en de verloren zoon zijn waardevol in de ogen van God. God de Vader zal alles doen om het verlorene te redden, ze zijn Zijn erfenis. De Farizeeërs zijn zonder herder; een erfenis dat verloren is geraakt in de duisternis, oudste zonen die het vertikken om deel van het feest te worden. Maar God de Vader houdt van hen. Hij wil ook dat zij thuis komen.

Lucas 15:22-24
Maar de vader zeide tot zijn slaven: Brengt vlug het beste kleed hier en trekt het hem aan en doet hem een ring aan zijn hand en schoenen aan zijn voeten.
En haalt het gemeste kalf en slacht het, en laten wij een feestmaal hebben,
want mijn zoon hier was dood en is weer levend geworden, hij was verloren en is gevonden. En zij begonnen feest te vieren.

Er volgt geen straf, geen donderpreek, geen publieke vernedering, geen kille blik, maar een feest. Dat is Gods genade. Hoewel de wet anders spreekt.

Exodus 21:17
Wie zijn vader of zijn moeder vervloekt, zal zeker ter dood gebracht worden.

Deuteronomium 21:20-21a
En zij zullen tot de oudsten van zijn stad zeggen: Deze zoon van ons is weerbarstig en weerspannig, hij wil naar ons niet luisteren, hij is een doorbrenger en een drinker.
Dan zullen alle mannen van zijn stad hem stenigen, zodat hij sterft.

Als de wet zo duidelijk is, waarom komt er dan een feest in plaats van een straf? In plaats van een tragisch einde dat resulteert in de dood, wordt er een feest gehouden ter ere van een nieuw leven! In deze gelijkenis spreekt Jezus niet alleen over de liefde van de Vader maar ook over een nieuw verbond waar 600 jaar ervoor al over geprofeteerd was.

Jeremia 31:31-34
Zie, de dagen komen, luidt het woord des HEREN, dat Ik met het huis van Israël en het huis van Juda een nieuw verbond sluiten zal.
Niet zoals het verbond, dat Ik met hun vaderen gesloten heb ten dage dat Ik hen bij de hand nam, om hen uit het land Egypte te leiden: mijn verbond, dat zij verbroken hebben, hoewel Ik heer over hen ben, luidt het woord des HEREN.
Maar dít is het verbond, dat Ik met het huis van Israël sluiten zal na deze dagen, luidt het woord des HEREN: Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en die in hun hart schrijven, Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn.
Dan zullen zij niet meer een ieder zijn naaste en een ieder zijn broeder leren: Kent de HERE: want zij allen zullen Mij kennen, van de kleinste tot de grootste onder hen, luidt het woord des HEREN, want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven en hun zonde niet meer gedenken.

Het nieuwe verbond zal doen wat de mens nooit kon volbrengen. De Heer Jezus Christus heeft de wet vervuld om zelf een offer te worden voor altijd.

Hebreeën 10:8-10
In de aanhef zegt Hij: Slachtoffers en offergaven, brandoffers en zondoffers, hebt Gij niet gewild, noch daarin een welbehagen gehad, hoewel zij naar de wet gebracht worden.
(Doch) daarna heeft Hij gezegd: Zie, hier ben Ik om uw wil te doen. Hij heft het eerste op, om het tweede te laten gelden.
Krachtens die wil zijn wij eens voor altijd geheiligd door het offer van het lichaam van Jezus Christus.

Het oude verbond, de wet, was gelukkig maar een tijdelijke maatregel. Het nieuwe verbond, de genade, met een offer als de Heer Jezus Christus moest gebracht worden. Maar dat betekent niet dat de wet geen nut meer heeft.

Matteüs 5:17-18
Meent niet, dat Ik gekomen ben om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen.
Want voorwaar, Ik zeg u: Eer de hemel en de aarde vergaat, zal er niet één jota of één tittel vergaan van de wet, eer alles zal zijn geschied.

Het betekent dat als wij zondigen, wij een nieuwe manier hebben om tot de Vader te komen. Namelijk door het bloed van zijn Zoon. De jongste zoon ondervindt het nieuwe verbond. Helaas hebben de religieuze leiders moeite met het concept genade. Van tijd tot tijd hebben ze genade mogen zien in het Oude Testament, maar het was de uitzonderling op de regel. De wet was niet zaligmakend.

Romeinen 3:19-23
Nu weten wij, dat de wet, bij al wat zij zegt, tot hén spreekt, die onder de wet zijn, opdat alle mond gestopt en de gehele wereld strafwaardig worde voor God,
daarom, dat uit werken der wet geen vlees voor Hem gerechtvaardigd zal worden, want wet doet zonde kennen.
Thans is echter buiten de wet om gerechtigheid Gods openbaar geworden, waarvan de wet en de profeten getuigen,
en wel gerechtigheid Gods door het geloof in [Jezus] Christus, voor allen, die geloven; want er is geen onderscheid.
Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods.

Geloof was de weg van Gods redding. Abraham, die ongeveer 400 voor de wording van de wet leefde, had een persoonlijke relatie met God door zijn geloof.

Romeinen 4:3b
Abraham geloofde God en het werd hem tot gerechtigheid gerekend.

Wat is genade? Dat is God die je tegemoet rent in je nood. Je hoeft je alleen nog maar over te geven aan Hem.

Hebreeën 4:16
Laten wij daarom met vrijmoedigheid toegaan tot de troon der genade, opdat wij barmhartigheid ontvangen en genade vinden om hulp te verkrijgen te gelegener tijd.

De wet eist, genade geeft. De wet verwacht, genade belooft. De wet veroordeelt, genade zet vrij. Genade annuleert de schuld (zonde) en het loon (dood). De zoon gaat zichzelf te buiten in het uitgeven, maar bij de terugkomst zien we dat de vader ook zichzelf te buiten gaat in het uitgeven. Hij geeft hem een mantel wat alleen gedragen wordt op feestelijke gelegenheden. Hij geeft hem een ring, wat betekent dat hij weer deel is van de familie. Hij geeft hem sandalen wat alleen door zonen gedragen werd en niet door slaven. Hij geeft hem een feestmaal en gebruikt daarvoor het beste om te laten zien dat alleen het beste genoeg is. De zoon zocht naar geluk en rijkdom en hij vond het op de plek die hij verachtte. Hij hoeft niet eens een bad te nemen, want de vader accepteert hem zoals hij is. Door vergeving word je schoon gewassen door het bloed van Jezus en de Vader ziet je als vergeven door het bloed van zijn Zoon.

Efeziërs 1:7-8
En in Hem hebben wij de verlossing door zijn bloed, de vergeving van de overtredingen, naar de rijkdom zijner genade,
welke Hij ons overvloedig heeft bewezen in alle wijsheid en verstand.

Het vraagt niet alleen nederigheid om te komen voor vergeving, maar het vraagt ook nederigheid om te ontvangen wat je niet verdient. Dat is niet makkelijk. Een deel van ons wil gestraft worden. Een deel van ons wil betalen voor wat we schuldig zijn. Dat is het verschil tussen de wet en de genade. Vanuit de wet geven wij offers voor onze zonden. Vanuit de genade ontvangen wij het offer dat God heeft gegeven; het Lam van God.

Kolossenzen 2:13-14
Ook u heeft Hij, hoewel gij dood waart door uw overtredingen en onbesnedenheid naar het vlees, levend gemaakt met Hem, toen Hij ons al onze overtredingen kwijtschold,
door het bewijsstuk uit te wissen, dat door zijn inzettingen tegen ons getuigde en ons bedreigde. En dat heeft Hij weggedaan door het aan het kruis te nagelen.

De Heer Jezus annuleert de veroordeling (de wet) die tegen je is door de schuld (zonde) op Zich te nemen en de prijs (dood) te betalen in jouw plaats door zijn dood aan het kruis.


~ De Oudste Zoon ~


Lucas 15:25-28
Zijn oudste zoon was op het land, en toen hij dicht bij huis kwam, hoorde hij muziek en dans. En hij riep een van de knechts tot zich en vroeg, wat er te doen was.
Deze zeide tot hem: Uw broeder is gekomen en uw vader heeft het gemeste kalf laten slachten, omdat hij hem gezond en wel terug heeft.
Maar hij werd boos en wilde niet naar binnen gaan. Toen kwam zijn vader naar buiten en drong bij hem aan.

Hoeveel van ons proberen de liefde van de Vader en zijn acceptatie te verdienen door ‘goed te doen en hard te werken’? Dit gebeurt bij de oudste zoon. Hij blijft op de boerderij van zijn vader en probeert zijn vader te gehoorzamen. Maar als zijn losbandige broer thuis komt, wordt het masker van zijn gezicht afgerukt en komt zijn ware aard naar voren; een jonge man die het goede wil doen vanuit verkeerde motivaties. Liefde kan alleen zijn doel bereiken als wij beseffen dat we geliefd zijn voor wie we zijn naast alles wat we kunnen doen. Gehoorzaamheid zal dan volgen als een reactie vanuit het hart; een vreugdevolle bereidheid om Gods wil te doen.

Deuteronomium 6:5-6
Gij zult de HERE, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht.
Wat ik u heden gebied, zal in uw hart zijn.

Johannes 15:9-10
Gelijk de Vader Mij heeft liefgehad, heb ook Ik u liefgehad; blijft in mijn liefde.
Indien gij mijn geboden bewaart, zult gij in mijn liefde blijven, gelijk Ik de geboden mijns Vaders bewaard heb en blijf in zijn liefde.

De oudste zoon reageert vanuit angst en zelfzuchtigheid. Genade kan als een aanval voelen voor het verstand, maar het zal ook het hart onthullen. Als je de liefde van de Vader niet kent vanuit vergeving van je zonden en vanuit de genezing van het verleden dan zal genade een moeilijk onderwerp voor je zijn. Als je niet beseft dat we allemaal verloren zijn missen we waar Jezus voor kwam. Om het verlorene te zoeken en te redden. Dat geldt voor de christen die afgegleden is en de zondaar die rebels is. De vader gaat naar zijn oudste zoon, niet de oudste zoon naar zijn Vader. De oudste zoon heeft natuurlijk meegemaakt dat zijn vader iedere dag staat te turen of zijn jongste zoon al terugkeert. Iedere dag ziet hij dat het hart van zijn vader gebroken is. Zijn vader is de spot van de gemeenschap geworden. De oudste zoon wacht niet op zijn broer. Zijn broer heeft de bank gebroken, de wet gebroken en het hart van zijn vader gebroken. Het ontbreekt de oudste zoon aan genade en doordat hij zijn broer veroordeelt, veroordeelt hij zichzelf.

Lucas 6:36-37
Weest barmhartig, gelijk uw Vader barmhartig is.
En oordeelt niet en gij zult niet geoordeeld worden. En veroordeelt niet en gij zult niet veroordeeld worden; laat los en gij zult losgelaten worden.

De jongste zoon omarmt de geest van de wereld, maar de oudste zoon omarmt de geest van
religie. Gelukkig zag de vader zijn jongste zoon eerder dan zijn broer. Er is een groot verschil een slaaf te zijn of een zoon. Als je een slaaf bent heb je een Meester, als je een zoon bent heb je een Vader. De oudste zoon probeert zijn vader te gehoorzamen. Hij werkt hard en volgt de regels. Hij leeft als een slaaf en niet als een zoon. De oudste zoon vindt dat hij de mantel moet krijgen, de ring, de sandalen en het feest. Hij heeft het verdiend! Hij is trouw bij zijn vader gebleven! Maar zijn broertje krijgt dit alles. Hij krijgt alle aandacht. Als je God dient vanuit een verplichting dan wordt het een last. Dan zal je zonder vreugde zijn liefde proberen te verdienen. Dan zal je gaan twijfelen of Hij je echt liefheeft.

Matteüs 11:28-30
Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven;
neemt mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen;
want mijn juk is zacht en mijn last is licht.

Als we gaan inzien dat hij alles heeft volbracht, hoef je alleen maar bij Hem te komen zoals je bent en zal hij je vervullen met vreugde.

Psalm 16:11
Gij maakt mij het pad des levens bekend; overvloed van vreugde is bij uw aangezicht,
liefelijkheid is in uw rechterhand, voor eeuwig.

Wij hebben zo vaak de neiging om te doen, doen, doen, terwijl Jezus Christus het heeft over gedaan, gedaan, gedaan.

Johannes 19:30
Toen Jezus dan de zure wijn genomen had, zeide Hij: Het is volbracht! En Hij boog het hoofd en gaf de geest.

De Vader zoekt geen slaven die voor Hem werken, maar zonen en dochters die Hem kennen. Je hoeft niks te doen om geliefd te zijn, want zijn liefde is een gift en niet een beloning voor wat jij kan doen. De oudste zoon is in het huis van zijn vader, maar is verloren! Hij zoekt ook de vervulling van liefde net zoals zijn broer.

Lucas 15:28-29
Maar hij werd boos en wilde niet naar binnen gaan. Toen kwam zijn vader naar buiten en drong bij hem aan.
Maar hij antwoordde en zeide tot zijn vader: Zie, zovele jaren ben ik al in uw dienst en nooit heb ik uw gebod overtreden, maar mij hebt gij nooit een geitebokje gegeven om met mijn vrienden feest te vieren.

In het koninkrijk van God gaat het niet om wat je kan doen, maar om wat God in jou en door jou kan doen. Dat is wat anders dan het proberen te vervullen van de wet op je eigen manier.

Matteüs 23:5-7
Al hun werken doen zij om in het oog te lopen bij de mensen, want zij maken hun gebedsriemen breed en hun kwasten groot,
zij houden van de eerste plaats bij de maaltijden en van de erezetels in de synagogen,
en van de begroetingen op de markten en om door de mensen rabbi genoemd te worden. Gij zult u niet rabbi laten noemen.

Lucas 11:42
Maar wee u, Farizeeën, want gij geeft tienden van de munt en de ruit en van alle kruiden, en gij gaat voorbij aan het oordeel en de liefde Gods. Dit moest men doen en het andere niet nalaten.

Marcus 7:6b-8
Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is verre van Mij.
Tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen leren, die geboden van mensen zijn.
Gij verwaarloost het gebod Gods en houdt u aan de overlevering der mensen.

Deze manier van leven met God heeft alleen maar met regels te maken en niet met liefde. God is niet geïnteresseerd in onze werken of onze regels. Het is door geloof dat we de genade van liefde kunnen ontvangen.

Efeziërs 2:8-9
Want door genade zijt gij behouden, door het geloof, en dat niet uit uzelf: het is een gave van God;
niet uit werken, opdat niemand roeme.

Verlossing komt door de genade van God door geloof. Wij moeten onszelf als zondaars erkennen en Jezus in ons leven ontvangen als Redder en Heer. Zelfs geloof is een gift van God. Als jij je meet aan allerlei dingen die je zou moeten doen om aangenomen te worden door God, dan zou jij je alleen maar schuldig voelen. Je zou meer falen dan succes hebben en uiteindelijk opgeven in wanhoop. Als je ook maar een klein beetje bezig bent met het behalen van procedures om God te winnen, dan zet je de focus op jezelf en niet op Hem.

Galaten 3:2-3
Dit alleen zou ik van u willen weten: Hebt gij de Geest ontvangen ten gevolge van werken der wet, of van de prediking van het geloof?
Zijt gij zó onverstandig? Gij zijt begonnen met de Geest, eindigt gij nu met het vlees?

Lucas 15:29-30
Maar hij antwoordde en zeide tot zijn vader: Zie, zovele jaren ben ik al in uw dienst en nooit heb ik uw gebod overtreden, maar mij hebt gij nooit een geitebokje gegeven om met mijn vrienden feest te vieren.
Doch nu die zoon van u gekomen is, die uw bezit heeft opgemaakt met slechte vrouwen, hebt gij voor hem het gemeste kalf laten slachten.

De oudste zoon focust zich op het feest terwijl zijn vader zich focust op de relatie. Jezus zegt in deze gelijkenis dat relatie, en niet religie, de sleutel is. Als het hart van de mens tot het hart van de Vader komt dan zullen goede werken uit gehoorzaamheid vanzelf uit je vloeien.

Matteüs 22:35-40
En één van hen, een wetgeleerde, vroeg, om Hem te verzoeken:
Meester, wat is het grote gebod in de wet?
Hij zeide tot hem: Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand.
Dit is het grote en eerste gebod.
Het tweede, daaraan gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.
Aan deze twee geboden hangt de ganse wet en de profeten.

De oudste zoon haalt zijn eigen broer aan met de woorden ‘die zoon van u’. Met deze woorden distantieert hij zichzelf van enige band met zijn eigen broer. Zijn hart zit vol haat en boosheid. Hier spreekt geen genade, maar de zondige natuur.

Galaten 5:19-21
Het is duidelijk, wat de werken van het vlees zijn: hoererij, onreinheid, losbandigheid, afgoderij, toverij, veten, twist, afgunst, uitbarstingen van toorn, zelfzucht, tweedracht, partijschappen,
nijd, dronkenschap, brasserijen en dergelijke, waarvoor ik u waarschuw, zoals ik u gewaarschuwd heb, dat wie dergelijke dingen bedrijven, het Koninkrijk Gods niet zullen beërven.

De jongste zoon was net zo zondig als de oudste zoon, maar de oudste zoon vindt dat zijn vader zijn jongste zoon moet straffen.

Matteüs 7:1-2
Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt;
want met het oordeel, waarmede gij oordeelt, zult gij geoordeeld worden, en met de maat, waarmede gij meet, zal u gemeten worden.

De Vader veroordeelt en straft ons niet.

Johannes 5:22
Want ook de Vader oordeelt niemand, maar heeft het gehele oordeel aan de Zoon gegeven.


Matteüs 6:14-15
Want indien gij de mensen hun overtredingen vergeeft, zal uw hemelse Vader ook u vergeven;
maar indien gij de mensen niet vergeeft, zal ook uw Vader uw overtredingen niet vergeven.

Onvergevingsgezindheid zal je hart verharden. Hoe vaak hebben wij God niet beschuldigd als het leven niet gaan zoals wij willen? De wegen van God zijn niet zoals onze wegen. Soms begrijpen we niet het doel wat God heeft, maar we kunnen Hem vertrouwen, omdat we weten dat Hij van ons houdt.

Romeinen 8:28
Wij weten nu, dat [God] alle dingen doet medewerken ten goede voor hen, die God liefhebben, die volgens zijn voornemen geroepenen zijn.

De jongste zoon was grenzeloos in zijn leven, de oudste zoon was gevangen binnen zijn eigen muren. De jongste zoon was fysiek gescheiden van zijn vader en trok weg van het huis, de oudste zoon was emotioneel gescheiden van zijn vader en bleef bij het huis. Beide zonen zijn verloren. Beiden hebben de liefde van de Vader nodig. Beiden hebben het nodig thuis te komen.

Lucas 15:31
Doch hij zeide tot hem: Kind, gij zijt altijd bij mij en al het mijne is het uwe.

Het maakt niet uit waar je bent; als je niet weet dat jij een plek hebt in het hart van de Vader, zal jij je nergens thuis voelen en zal jij je nooit geaccepteerd voelen. Verlatenheid is de diepste, meest pijnlijke afwijzing die een mens kan ervaren. Zelfs Jezus had enorme moeite om met dit gevoel om te gaan.

Marcus 15:33-34
En toen het zesde uur aangebroken was kwam er duisternis over het gehele land tot het negende uur.
En op het negende uur riep Jezus met luider stem: Eloï, Eloï, lama sabachtani, hetgeen betekent: Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?

Jezus maakte zijn discipelen ook goed duidelijk dat Hij ze nooit zou verlaten.

Johannes 14:1-3
Uw hart worde niet ontroerd; gij gelooft in God, gelooft ook in Mij.
In het huis mijns Vaders zijn vele woningen – anders zou Ik het u gezegd hebben – want Ik ga heen om u plaats te bereiden;
en wanneer Ik heengegaan ben en u plaats bereid heb, kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat ook gij zijn moogt, waar Ik ben.

Jezus refereert hier naar een bruiloft volgens het Joodse gebruik. De Bruidegom maakt eerst het huis voor zijn Bruid klaar om haar daarna op te halen en erheen te brengen. Jezus zegt hier dat de Vader een Bruid (Zijn Kerk) voor Hem heeft gekozen en dat Hij zijn Zegel (de Heilige Geest) zal zenden.

Efeziërs 1:13-14
In Hem zijt ook gij, nadat gij het woord der waarheid, het evangelie uwer behoudenis, hebt gehoord; in Hem zijt gij, toen gij gelovig werdt, ook verzegeld met de heilige Geest der belofte,
die een onderpand is van onze erfenis, tot verlossing van het volk, dat Hij Zich verworven heeft, tot lof zijner heerlijkheid.

Maar eerst moet de Bruid verlost worden. Dit doet Jezus door de dood aan het kruis en zijn opstanding uit de dood. Zoals Boaz deed voor Ruth.

Ruth 4:1-12
Intussen was Boaz naar de poort gegaan en had zich daar neergezet. En zie, daar ging de losser voorbij, van wie Boaz gesproken had. Toen zeide hij: Gij daar, kom eens hier, zet u hier neer. Hij dan kwam en zette zich neer.
Daarop nam hij tien mannen uit de oudsten der stad en zeide: Zet u hier neer. En zij zetten zich neer.
Toen zeide hij tot de losser: Noömi, die uit het veld van Moab teruggekeerd is, verkoopt het stuk land, dat aan onze broeder Elimelek toebehoorde.
Nu heb ik gedacht – ik vertrouw het uw oor toe –: Koop gij het in tegenwoordigheid van hen die hier zitten en van de oudsten mijns volks. Indien gij lossen wilt, los het; maar indien gij niet wilt lossen, verklaar het mij dan, opdat ik het wete, want er is niemand om te lossen behalve gij, en daarna ik. Toen zeide hij: Ik zal lossen.
Maar Boaz zeide: Op de dag dat gij het land koopt uit de hand van Noömi, verwerft gij ook Ruth, de Moabitische, de vrouw van de gestorvene, om de naam van de gestorvene op zijn erfdeel in stand te houden.
Toen zeide de losser: Dan kan ik het voor mij niet lossen, want ik zou mijn eigen erfdeel te gronde richten. Los gij voor u wat ik zou moeten lossen; want ik kan het niet lossen.
Nu was het vroeger in Israël bij lossing en ruiling gebruik, dat, wilde men aan enige zaak geldigheid verlenen, de een zijn schoen uittrok en aan de ander gaf. Dit was in Israël de bekrachtiging.
En de losser zeide tot Boaz: Koop gij het voor u. En hij trok zijn schoen uit.
Hierop zeide Boaz tot de oudsten en tot al het volk: Gij zijt heden getuigen, dat ik al wat Elimelek heeft toebehoord en al wat Kiljon en Machlon heeft toebehoord, koop uit de hand van Noömi;
ook Ruth, de Moabitische, de vrouw van Machlon, verwerf ik mij tot vrouw om de naam van de gestorvene op zijn erfdeel in stand te houden. Zo zal de naam van de gestorvene niet uitgeroeid worden uit zijn broederen en uit de poort zijner woonplaats. Gij zijt heden getuigen.
En al het volk dat in de poort was, en de oudsten zeiden: Wij zijn getuigen. De HERE make de vrouw die in uw huis komt, als Rachel en Lea, die beiden het huis van Israël gebouwd hebben! Handel dan kloek in Efrata en maak u een naam in Betlehem;
uw huis worde als het huis van Peres, die Tamar aan Juda baarde, door het kroost dat de HERE u geven zal uit deze jonge vrouw!

Jezus is gekomen als een verlosser om de erfenis terug te kopen dat verloren was gegaan door de komst van de zonde door één mens Adam. De Bruid bereidt zich voor het bruiloftsfeest voor.

2 Korintiërs 11:2
Want met een ijver Gods waak ik over u, want ik heb u verbonden aan één man, om u als een reine maagd voor Christus te stellen.

Jezus is in het Huis van zijn Vader om als Bruidegom een plaats klaar te maken voor zijn Bruid. Als alles klaar is zal hij Haar halen, zodat waar Hij is, ook zij zal zijn.

Johannes 14:18-20
Ik zal u niet als wezen achterlaten. Ik kom tot u.
Nog een korte tijd en de wereld ziet Mij niet meer, maar gij ziet Mij, want Ik leef en gij zult leven.
Te dien dage zult gij weten, dat Ik in mijn Vader ben en gij in Mij en Ik in u.

Johannes 14:23
Jezus antwoordde en zeide tot hem: Indien iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord bewaren en mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen en bij hem wonen.

Dit is een nieuwe relatie. God is verschenen aan de mensheid, zoals Hij verscheen aan Mozes bij de brandende struik. En God heeft tussen de mensen geleefd in de persoon van Jezus Christus. Nu zal de drie-enige God in ons wonen. Jezus gaf ons leven en geen religie. Leven is iets wat we ervaren en religie is iets wat we doen. God wil niet alleen dat we weten dat we in Hem kunnen zijn, maar ook dat Hij in ons zijn rustplaats bouwt.

Jesaja 66:1
Zo zegt de HERE: De hemel is mijn troon en de aarde de voetbank mijner voeten, waar zou dan het huis zijn, dat gij Mij zoudt bouwen, en waar de plaats mijner rust?

Zo zullen we ons nooit verlaten voelen. Wat maakt een huis een thuis? Liefde, relatie, intimiteit. De oudste zoon leeft in het huis van zijn vader, maar kent de liefde en het hart van zijn vader niet. Hij kent zijn vader niet om te weten wat hij verlangt. De oudste zoon werkt hard om liefde en acceptatie te verdienen en daarin zit de angst om niet geliefd te worden of geaccepteerd te voelen.

1 Johannes 4:18
Er is in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees uit; want de vrees houdt verband met straf en wie vreest, is niet volmaakt in de liefde.

Toen Jezus stierf voor onze zonden - verleden, heden en toekomst – wat ons scheidde van een intieme, liefdevolle relatie met onze Hemelse Vader, werd de wet voor eens en altijd vervuld aan het kruis. Nu zet de wet van de Geest (genade) ons vrij.

Romeinen 8:1-2
Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen, die in Christus Jezus zijn.
Want de wet van de Geest des levens heeft u in Christus Jezus vrijgemaakt, van de wet der zonde en des doods.

Een huis is een plaats, maar een thuis is een relatie. Hij is altijd bij ons en wij zijn altijd met Hem. Je kan alles wat in je leven is, delen met Hem en Hij zal alles wat met leven te maken heeft delen met jou.

Lucas 15:31
Doch hij zeide tot hem: Kind, gij zijt altijd bij mij en al het mijne is het uwe.

Helaas hebben we er vaak moeite mee om te vragen wat we echt nodig hebben. En als we vragen hebben we vaak moeite om te ontvangen. ‘Het is egoïstisch om te vragen. Ik kan beter aan anderen denken dan eerst aan mijzelf.’ ‘Ik ben bang om te vragen. Misschien krijg ik een ‘nee’ als antwoord en dan kan ik teleurgesteld raken.’ Ik schaam me om te vragen. Ik vind het vervelend dat anderen weten dat ik iets nodig heb.’ ‘Als ik iets ontvang dan verwacht die persoon zeker dat ik wat teruggeef en ik weet niet of ik dat wel kan.’ ‘Volwassenen hebben geen noden. Zij kunnen voor zichzelf zorgen.’ Veel van deze excuses hebben te maken met trots. Nederigheid is nodig om te vragen. Veel van ons hebben weinig zelfkennis, zodat we niet weten wat we nodig hebben of zodat we niet eens kunnen herkennen dat we een nood hebben.

Jakobus 1:5
Indien echter iemand van u in wijsheid te kort schiet, dan bidde hij God daarom, die aan allen geeft, eenvoudigweg en zonder verwijt; en zij zal hem gegeven worden.

Waarom vroeg de oudste zoon niet om wat hij zo graag wilde, maar werkte hij zo hard op het veld om te krijgen wat hij dacht te verdienen? Onze Hemelse Vader weet wat we nodig hebben, maar als wij niet vragen heeft dat te maken met onze trots.

Matteüs 6:7-8
En gebruikt bij uw bidden geen omhaal van woorden, zoals de heidenen; want zij menen door hun veelheid van woorden verhoord te zullen worden.
Wordt hun dan niet gelijk, want [God] uw Vader weet, wat gij van node hebt, eer gij Hem bidt.

Johannes 16:24
Tot nog toe hebt gij niet om iets gebeden in mijn naam; bidt en gij zult ontvangen, opdat uw blijdschap vervuld zij.

Je hoeft alleen maar te vragen. Alles wat de vader bezit is ook van zijn zonen. De oudste zoon heeft niet eens om één geitje gevraagd en heeft dus ook niks gekregen.

Romeinen 8:16-17
Die Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn.
Zijn wij nu kinderen, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God, en medeërfgenamen van Christus; immers, indien wij delen in zijn lijden, is dat om ook te delen in zijn verheerlijking.

Een relatie komt van twee kanten. Als jij te thuis voelt bij de Vader dan wil Hij zich ook thuis voelen bij jou. Een relatie heeft alles met vertrouwen te maken. Kan je Hem ook je geld toevertrouwen, je tijd, je auto, je vriendschappen, je partner, je werk? Kan je zeggen dat wie je bent en wat je hebt, dat dit alles ook van Hem is? Of zijn er plekken in je leven waar Hij niet mag komen?

1 Johannes 4:16
En wij hebben de liefde onderkend en geloofd, die God jegens ons heeft. God is liefde, en wie in de liefde blijft, blijft in God en God blijft in hem.

De oudste zoon vertrouwt zijn hart niet aan zijn vader toe en daarom kent hij zijn vader niet en probeert hij vanuit afstandelijke gehoorzaamheid de genegenheid van zijn vader te winnen. Hij heeft maar weinig dingen om naar uit te kijken. Eigenlijk alleen wat hij kan verdienen. De jongste zoon begint te begrijpen dat hij zijn vader kan dienen door dankbaarheid. ‘Alles’ is een groot woord en daarom heeft de oudste zoon gekozen voor religie in plaats van relatie. Wie dien jij en waarom?

1 Korintiërs 13:1-3
Al ware het, dat ik met de tongen der mensen en der engelen sprak, maar had de liefde niet,
ik ware schallend koper of een rinkelende cimbaal.
Al ware het, dat ik profetische gaven had, en alle geheimenissen en alles, wat te weten is, wist, en al het geloof had, zodat ik bergen verzette, maar ik had de liefde niet, ik ware niets.
Al ware het, dat ik al wat ik heb tot spijs uitdeelde, en al ware het, dat ik mijn lichaam gaf om te worden verbrand, maar had de liefde niet, het baatte mij niets.

Als je alles doet wat de wet van je vraagt, maar je hebt die liefde niet, dan is het niks. Niks. De oudste zoon heeft alles, maar heeft niks. Zonder liefde is zijn leven leeg.

1 Johannes 4:19
Wij hebben lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad.

Sta de Vader toe jou eerst lief te hebben. Weet het niet alleen, maar ga het ervaren. Door vervult te worden met zijn liefde, zal je jezelf liefhebben en anderen. Vraag het maar en Hij doet het.




~ Het Feest ~




Lucas 15:32
Wij moesten feestvieren en vrolijk zijn, want uw broeder hier was dood en is levend geworden, hij was verloren en is gevonden.

Als een zondaar thuis komt, is er reden voor een feest.

Lucas 15:10
Alzo is er, zeg Ik u, blijdschap bij de engelen Gods over één zondaar, die zich bekeert.

Kan je feest vieren als een zondaar thuis komt? Deze Joodse zoon die de erfenis heeft verspild, die misschien wel met prostituees heeft geslapen, die een losbandig leven heeft geleid en die voor zijn beroep zwijnen heeft gevoed. Wil je gezien worden met zo iemand? Dit probleem hebben de Farizeeërs en de schriftgeleerden.

Lucas 15:2
En de Farizeeën en de schriftgeleerden morden en spraken: Deze ontvangt zondaars en eet met hen.

Het is maar wat je belangrijk vindt om op te focussen.

Lucas 14:15:18a
Toen iemand van de disgenoten dat hoorde, zeide hij tot Hem: Zalig wie brood eten zal in het Koninkrijk Gods.
Hij zeide tot hem: Iemand richtte een grote maaltijd aan en nodigde velen.
En hij zond zijn slaaf uit tegen het uur van de maaltijd om tot de genodigden te zeggen: Komt, want het is nu gereed.
En zij begonnen zich allen opeens te verontschuldigen.

Het was een gewoonte in het Oosten om een dubbele uitnodiging te versturen. De eerste uitnodiging werd verstuurd ver voor het feestmaal zou aanvangen. Als dan het feestmaal binnen een korte tijd zou aanvangen, werd er een tweede uitnodiging verstuurd. Dit omdat de gasten dan genoeg tijd zouden hebben om zich klaar te maken.

Lucas 14:18b-21
De eerste zeide tot hem: Ik heb een akker gekocht en ik moet die noodzakelijk gaan bezien; ik verzoek u, houd mij voor verontschuldigd.
En een ander zeide: Ik heb vijf span ossen gekocht en ik ga die keuren; ik verzoek u, houd mij voor verontschuldigd.
Weer een ander zeide: Ik heb een vrouw getrouwd en daarom kan ik niet komen.
En de slaaf kwam terug en berichtte zijn heer deze dingen. Toen werd de heer des huizes toornig en zeide tot zijn slaaf: Ga aanstonds de straten en stegen der stad in en breng de bedelaars en misvormden en blinden en lammen hier.

De eerste gast had eerst de akker moeten bekijken voor hij het kocht. De tweede gast had eerst de ossen moeten keuren voor hij ze kocht. En de derde gast had zijn vrouw mee moeten nemen naar het feestmaal. Als je de focus op je eigen leven hebt, ga je voorbij aan het feestmaal bij God. Als je resultaatgericht bezig bent, vindt je feesten vaak een verspilling van tijd.

Lucas 14:22-23
En de slaaf zeide: Heer, wat gij hebt opgedragen, is geschied en nog is er plaats.
En de heer zeide tot de slaaf: Ga de wegen en de paden op en dwing hen binnen te komen, want mijn huis moet vol worden.

Wij als Westerse mensen kennen het niet om te dwingen bij een uitnodiging. In het Oosten was en is het een gewoonte om als gast de eerste uitnodiging te weigeren uit beleefdheid, terwijl de wil er wel was om te komen. Dan werd de gast bij de tweede uitnodiging gedwongen om te komen en ging de gast ook op de tweede uitnodiging in. Jezus stierf voor de zonden van de wereld, voor ons allemaal. Maar toen Hij op aarde was, was zijn bediening gericht op de Joden, het uitverkoren volk. Later, na de hemelvaart van Jezus, en na de uitstorting van de Heilige Geest, brachten de discipelen het goede nieuws van het evangelie naar de heidenen, omdat de Joden Jezus verworpen hadden.

Lucas 14:24
Want ik zeg u: Niemand van die mannen, welke genodigd waren, zal van mijn maaltijd proeven.

2 Petrus 3:9-10
De Here talmt niet met de belofte, al zijn er, die aan talmen denken, maar Hij is lankmoedig jegens u, daar Hij niet wil, dat sommigen verloren gaan, doch dat allen tot bekering komen.
Maar de dag des Heren zal komen als een dief. Op die dag zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan en de elementen door vuur vergaan, en de aarde en de werken daarop zullen gevonden worden.

Als je in je eigen ogen niet een zondaar bent, zal je niet mee kunnen delen in het feestmaal, want het feest is voor de zondaar die terugkeert.

1 Samuël 16:7
Doch de HERE zeide tot Samuël: Let niet op zijn voorkomen noch op zijn rijzige gestalte, want Ik heb hem verworpen. Het komt immers niet aan op wat de mens ziet; de mens toch ziet aan wat voor ogen is, maar de HERE ziet het hart aan.

De oudste zoon oordeelt zichzelf door wat hij ziet aan de buitenkant (zijn gedrag), maar God oordeelt hem door wat Hij ziet in de binnenkant (zijn hart). Vaak kijken wij ook zo; ongehoorzaamheid weegt dan zwaarder dan trots en rebels gedrag weegt zwaarder dan een hart wat niet kan vergeven. Maar voor God is zonde zonde.




~ De Derde Zoon ~




De derde zoon verteld dit verhaal. Jezus die het huis van zijn Vader heeft achtergelaten (de hemel) en die naar een ver land is gereisd (de aarde).


Hebreeën 2:9
Maar wij zien Jezus, die voor een korte tijd beneden de engelen gesteld was vanwege het lijden des doods, opdat Hij door de genade Gods voor een ieder de dood zou smaken, met heerlijkheid en eer gekroond.


Hij kent het mens-zijn.


Hebreeën 4:15
Want wij hebben geen hogepriester, die niet kan medevoelen met onze zwakheden, maar een, die in alle dingen op gelijke wijze (als wij) is verzocht geweest, doch zonder te zondigen.

Maar Hij was zonder zonde. Hij identificeerde zich met ons en vernietigde de macht van zonde.

Hebreeën 2:14-15
Daar nu de kinderen aan bloed en vlees deel hebben, heeft ook Hij op gelijke wijze daaraan deel gekregen, opdat Hij door zijn dood hem, die de macht over de dood had, de duivel, zou onttronen,
en allen zou bevrijden, die gedurende hun ganse leven door angst voor de dood tot slavernij gedoemd waren.

Hij verzoende ons door zijn dood aan het kruis en bracht ons bij de Vader.

Kolossenzen 1:19-20
Want het heeft de ganse volheid behaagd in Hem woning te maken,
en door Hem, vrede gemaakt hebbende door het bloed zijns kruises, alle dingen weder met Zich te verzoenen, door Hem, hetzij wat op de aarde, hetzij wat in de hemelen is.

Johannes 3:16
Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe.

Jezus en de Vader zijn één.

Johannes 10:30
Ik en de Vader zijn één.


Johannes 14:10
Gelooft gij niet, dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden, die Ik tot u spreek, zeg Ik uit Mijzelf niet; maar de Vader, die in Mij blijft, doet zijn werken.


Johannes 14:7
Indien gij Mij kendet, zoudt gij ook mijn Vader gekend hebben. Van nu aan kent gij Hem en hebt gij Hem gezien.

Hebreeën 1:3a
Deze, de afstraling zijner heerlijkheid en de afdruk van zijn wezen, die alle dingen draagt door het woord zijner kracht.

Het was de Vader die leefde in Jezus. De Vader zegende de kinderen, gooide de geldhandelaars uit de tempel, gaf genade aan de vrouw die overspel pleegde en waste de voeten van de discipelen. Alles wat Jezus deed, was omdat de Vader het deed. Waarom hebben wij zoveel moeite om de Vader in Jezus te zien?

Johannes 14:9
Jezus zeide tot hem: Ben Ik zolang bij u, Filippus, en kent gij Mij niet? Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien; hoe zegt gij dan: Toon ons de Vader?

De Vader heeft zich geopenbaard door zijn Zoon.

Johannes 14:6
Jezus zeide tot hem: Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij.

En het verlangen van Jezus is, dat jij ook zo één wordt met de Vader als Hij hier op aarde was.

Johannes 17:23
Ik in hen en Gij in Mij, dat zij volmaakt zijn tot één, opdat de wereld erkenne, dat Gij Mij gezonden hebt, en dat Gij hen liefgehad hebt, gelijk Gij Mij liefgehad hebt.

Als Jezus in ons leeft en de Vader in Jezus dan leeft de Vader ook in ons. Dus als jij de Vader in je hebt wonen, kun je dus ook bij de deur staan uitkijken, biddend dat de verloren zonen thuis zullen komen. Dan kan je rennen als je de degene kan zien die terugkomt als een verloren zoon. Je kan hem omarmen en kussen, hem het allerbeste geven en het feest vieren. Dan kan jij jezelf geven uit liefde.

Johannes 15:13
Niemand heeft grotere liefde, dan dat hij zijn leven inzet voor zijn vrienden.

Deze relatie die verloren was gegaan in het Hof van Eden, is teruggehaald.

Romeinen 5:17
Want, indien door de overtreding van de ene de dood als koning is gaan heersen door die ene, veel meer zullen zij, die de overvloed van genade en van de gave der gerechtigheid ontvangen, leven en als koningen heersen door de ene, Jezus Christus.

1 Korintiërs 13:1-13
Al ware het, dat ik met de tongen der mensen en der engelen sprak, maar had de liefde niet,
ik ware schallend koper of een rinkelende cimbaal.
Al ware het, dat ik profetische gaven had, en alle geheimenissen en alles, wat te weten is, wist, en al het geloof had, zodat ik bergen verzette, maar ik had de liefde niet, ik ware niets.
Al ware het, dat ik al wat ik heb tot spijs uitdeelde, en al ware het, dat ik mijn lichaam gaf om te worden verbrand, maar had de liefde niet, het baatte mij niets.
De liefde is lankmoedig, de liefde is goedertieren, zij is niet afgunstig, de liefde praalt niet,
zij is niet opgeblazen,
zij kwetst niemands gevoel, zij zoekt zichzelf niet, zij wordt niet verbitterd, zij rekent het kwade niet toe.
Zij is niet blijde over ongerechtigheid, maar zij is blijde met de waarheid.
Alles bedekt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles verdraagt zij.
De liefde vergaat nimmermeer; maar profetieën, zij zullen afgedaan hebben; tongen, zij zullen verstommen; kennis, zij zal afgedaan hebben.
Want onvolkomen is ons kennen en onvolkomen ons profeteren.
Doch, als het volmaakte komt, zal het onvolkomene afgedaan hebben.
Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, voelde ik als een kind, overlegde ik als een kind.
Nu ik een man ben geworden, heb ik afgelegd wat kinderlijk was.
Want nu zien wij nog door een spiegel, in raadselen, doch straks van aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik onvolkomen, maar dan zal ik ten volle kennen, zoals ik zelf gekend ben.
Zo blijven dan: Geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefde.

Het gaat niet om wat we kunnen, het gaat om Wie we kennen.

Johannes 17:3
Dit nu is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt.

Johannes 17:23
Ik in hen en Gij in Mij, dat zij volmaakt zijn tot één, opdat de wereld erkenne, dat Gij Mij gezonden hebt, en dat Gij hen liefgehad hebt, gelijk Gij Mij liefgehad hebt.