zondag 10 juli 2011

Woestijn Mentaliteit - Deel 6

Psalm 37:4-5
Verlustig u in de HERE; dan zal Hij u geven de wensen van uw hart.
Wentel uw weg op de HERE en vertrouw op Hem, en Hij zal het maken.

Als wij niet van God horen welke kant Hij ons op wil hebben, kunnen we in vertrouwen gaan wandelen met de zekerheid dat Hij ons de juiste richting op stuurt. Het is wijsheid om een plan te hebben in je leven, want mensen die geen plan hebben in hun leven bereiken niks.

Spreuken 16:9
Het hart des mensen overdenkt zijn weg, maar de HERE bestiert zijn gang.

Het is belangrijk dat God ons kan kneden en vormen. Verlustigen in het Hebreeuws betekent ‘kneedbaar zijn, makkelijk beweegbaar’. Kneedbaar zijn betekent dat zijn wil belangrijker is dan onze eigen wil ondanks wat het ons gaat kosten. Het betekent dat we ons eigen plan aan de kant leggen voor zijn plan. Als we op een weg zitten en God toont ons een andere weg, zijn we dan gehoorzaam om zijn wil te doen? Soms kan je in je leven ervaren alsof je steeds tegen een stenen muur duwt en is er geen beweging in te krijgen. Neem dan afstand van die muur en ga God zoeken. Soms ervaren we dat we weer bij stap één moeten beginnen. Het kan zijn dat je van Gods weg bent afgeraakt door je eigen ideeën of door wat anderen over jou te zeggen hadden. Jezus is niet gestorven voor een leven waarin je steeds de weg kwijt bent. Als we tijden hebben van strijd die ons elke keer weer de put in duwen dan missen waarvoor Jezus gestorven is. Paulus en Jezus hadden moeilijke tijden maar beleefden dit in de vreugde van God. Koppigheid geeft veel hoofdpijn en rebelsheid zorgt ervoor dat jij je ongelukkig gaat voelen. Zorg ervoor dat je leert van je eigen fouten en andermans fouten, zodat je zelf niet steeds het wiel hoeft uit te vinden.

Psalm 106:7-12
Onze vaderen in Egypte sloegen geen acht op uw wonderen, zij gedachten niet aan uw talrijke gunstbewijzen, doch waren weerspannig bij de zee, bij de Schelfzee.
Maar Hij verloste hen om zijns naams wil, om zijn kracht bekend te maken.
Hij dreigde de Schelfzee, en zij verdroogde, Hij deed hen gaan door de waterdiepten als door een woestijn.
Hij verloste hen uit de macht van de hater, en bevrijdde hen uit de macht van de vijand;
want de wateren bedekten hun tegenstanders, niet één van hen bleef over.
Toen geloofden zij zijn woorden, zij zongen zijn lof.

Het is niet moeilijk om God te geloven en Hem te prijzen nadat Hij de Rode Zee gesloten had en de vijanden vernietigd had. Ze zongen het juiste lied aan de verkeerde kant van de zee. God had hun wel bevrijd, maar was niet blij met dat ze Hem niet eerder geloofden. Hij verloste hen voor zichzelf, zodat Hij kon laten zien dat Hij voor zijn volk zorgt. Ook in ons eigen leven zien we de zegen van God terwijl we rebels, weerspanning, koppig en egoïstisch zijn en deze zegen zal ons door een bepaalde tijd heen slepen, maar uiteindelijk zal God ons weer confronteren met wie we zijn. Vroeger of later zullen we het op Gods manier moeten doen of helemaal niet. Als we het niet serieus nemen zal de zegen ook niet lang duren. Onze lofprijs, aanbidding en vreugde zal niet lang duren als we alleen maar reageren vanuit wat Hij doet in plaats vanuit onze diepgewortelde relatie met Hem.

Psalm 106:13
Doch spoedig vergaten zij zijn daden en wachtten niet op zijn raad.

Als je op een Isaak wacht, maar je baart een Ismaël kan je ontevreden worden, omdat je er voor moet zorgen. Je kan niet in het vlees iets uitvoeren en dan verwachten dat God het gaat zegenen. Als er iets vanuit het vlees ontstaat kan je er in het begin blij mee zijn, maar als er geen zalving op rust zal het ook niet lang mee blijven gaan. Als er een te gek plan is wat nog werkt ook, maar je onderscheidt dat er geen zalving op rust, ren er dan zo ver mogelijk vandaan. Als je bijvoorbeeld vrijgezel bent, trouw dan niet met iemand omdat je wilt trouwen. Ga niet voor het tweede beste, maar wacht op Gods beste. Het kan zijn dat je je alleen voelt, maar je kan beter alleen zijn dan samen zijn met de verkeerde.

Psalm 106:14
Zij werden met lust bevangen in de woestijn en verzochten God in de wildernis.

Lust staat niet alleen voor seksuele lust, het staat voor alles waar je naar kan begeren. Je kan lusten naar een nieuwe auto, een promotie op je werk, een grote bediening, een positie in het aanbiddingsteam, enz. Lust is dat je zo graag iets wil, dat je denkt dat je zonder datgene ongelukkig bent. God probeerde de Israëlieten een bepaalde kant op te laten gaan, maar ze stonden erop een andere weg te gaan. Ze weerstonden God en probeerden het op hun manier te doen.

Psalm 106:15
Hij gaf hun wat zij begeerden, maar henzelf deed Hij wegteren.

Er zijn mensen die wandelen in de toegestane wil van God en niet in de perfecte wil van God. Dat is een plaats waar God het toestaat dat ze zo met Hem omgaan en ze kunnen daar hebben wat ze naar verlangeden, maar het zal ze niet gelukkig maken. Vanbinnen hebben ze een droge woestijn in hun leven terwijl ze in Gods wil kunnen wandelen en in de rivier van zijn vreugde kunnen dansen. Dit geeft een vrede die de wereld niet kent.

Jeremia 2:13
Want mijn volk heeft twee boze daden bedreven: Mij, de bron van levend water, hebben zij verlaten, om zichzelf bakken uit te houwen, gebroken bakken, die geen water houden.

Koppigheid of weerspannigheid staat voor obstinaat zijn, moeilijk in de omgang of samenwerking. Rebelsheid betekent tegen controle of correctie ingaan, niet te sturen, niet toestaan om regels na te leven.
Als we kijken naar het leven van Saul dat zien we dat hij een mogelijkheid had om koning te zijn maar hij maakte dit kapot door weerspannigheid en rebelsheid. Hij leefde niet vanuit waarheid en had altijd een excuus voor zijn keuzes en zijn gedrag. Hoeveel mensen hebben de mogelijkheid om te regeren in hun situatie maar laten dit voorbij gaan door hun eigen gedrag en keuzes? God kan jou op de top zetten en jou zijn gunst geven. God kan jou boven alles uit optillen en hij kan jou macht geven als je in zijn wegen wandelt. Dit is vaak niet makkelijk om te doen en daardoor zijn er maar weinigen die alles doen wat God van ze vraagt. Er zijn weinigen die alles worden waartoe God ze heeft geroepen. Er zijn er weinigen die echt de oversteek maken vanuit de woestijn in hun beloofde land. Het gaat er om altijd eerst het Koninkrijk van God te zoeken en dat al het andere jou zal volgen in plaats van andersom. In de woestijn laat God ons hart zien dat we steeds maar allerlei dingen aan het najagen zijn. Er kunnen van allerlei dingen van de buitenkant zijn die je denkt nodig te hebben voor je geluk terwijl het probleem juist aan de binnenkant zit.

1 Samuël 10:6
Dan zal de Geest des HEREN u aangrijpen; gij zult met hen in geestvervoering geraken en tot een ander mens worden.

Als de zalving van God over ons komt dan worden wij een ander mens, maar als we koppig en weerspanning zijn zullen we opgeven wat God ons geeft en onze eigen weg gaan kiezen. Het is een les in ieders leven die God ons wilt leren en dat is dat je niet op moet geven als het moeilijk wordt. Wordt vastberaden en weet dat er een weg is waarop je blijft vasthouden aan wat God je gegeven heeft, totdat Hij je iets laat zien wat je daarop volgend moet doen. Terwijl je deze weg aan het zoeken bent in Hem is het belangrijk dat je vol van vreugde blijft. Blijf niet argumenten aandragen en stop met vechten met God. Vaak kijken we naar onszelf als God ons roept en zeggen we dat we hetgeen waar Hij ons voor roept niet kunnen doen, maar hij zal je een ander mens maken als zijn zalving over je komt. Je zal niet meer zo zijn zoals je nu bent als de zalving over je komt. Als de zalving over je komt zal de zalving voor alles zorgen. God zoekt mensen die zeggen dat ze het niet kunnen, want dat maakt ze afhankelijk van Hem. Het zorgt dat je je blijft uitstrekken naar Hem en dan kan Hij je gebruiken, omdat je beschikbaar bent en niet bekwaam want daar zorgt de zalving voor. God zoekt geen gaven of talenten, Hij zoekt een nederig hart en een onderworpen leven.

1 Samuël 10:7-8
Wanneer deze tekenen aan u geschieden, doe dan wat uw hand vindt, want God is met u.
Gij zult u voor mij uit naar Gilgal begeven, en zie, ik zal tot u komen om brandoffers te offeren en vredeoffers te slachten. Zeven dagen zult gij wachten, totdat ik bij u kom en u te kennen geef wat gij doen zult.

Als je God gaat volgen en je wilt doen wat Hij zegt begrijp dan dat alles wat Hij zegt belangrijk is. Als God zeven dagen zegt bedoelt Hij niet zes en een halve dag.

1 Samuël 13:8-10a
Hij wachtte zeven dagen, tot de tijd die Samuël had bepaald. Maar toen Samuël niet naar Gilgal kwam, begon het volk van hem weg te lopen;
daarom zeide Saul: Brengt mij het brandoffer en de vredeoffers. En hij offerde het brandoffer.
Nauwelijks was hij gereed met het offeren van het brandoffer, of zie, daar kwam Samuël.

Als je de meeste druk ervaart om God ongehoorzaam te worden zit je waarschijnlijk het dichtst tegen je doorbraak aan. Als je er aan zit te denken om op te geven door de druk en om terug te keren naar Egypte, om uit je bediening te stappen, dan zit je het dichtst bij je doorbraak. Toen Saul klaar was met hetgeen hem verboden was kwam Samuël.

1 Samuël 13:10b-12
Saul ging hem tegemoet om hem te begroeten.
Toen zeide Samuël: Wat hebt gij gedaan? Saul antwoordde: Daar ik zag, dat het volk van mij wegliep en gij niet op de afgesproken tijd kwaamt, terwijl de Filistijnen te Mikmas verzameld waren,
dacht ik: nu zullen de Filistijnen op mij afkomen te Gilgal, en ik heb de gunst des HEREN nog niet gezocht; toen heb ik mij verstout en heb het brandoffer geofferd.

Samuël kwam niet te laat, maar kwam op het einde van de zevende dag. Saul zegt eigenlijk dat hij in zijn hart wist dat hij het niet moest doen, maar hij deed het omdat hij zag dat de mensen afdropen. Als je bezig blijft met wat mensen doen, denken, zeggen, enz. zul je God niet kunnen volgen. Er zullen absoluut tijden komen waarin de mensen in je leven je zullen verlaten. Als jij blijft wachten op God loop je kans dat mensen van je zijde zullen wijken. Het kunnen vrienden zijn, familieleden, kerkleden, maar het eindresultaat is dat je de hoogste vreugde vindt in het gehoorzamen van God.

1 Samuël 13:13-14
Samuël zeide tot Saul: Gij hebt dwaas gehandeld; gij hebt niet in acht genomen het gebod van de HERE, uw God, dat Hij u geboden heeft, anders zou de HERE uw koningschap over Israël voor altijd bevestigd hebben.
Maar nu zal uw koningschap niet bestendig zijn. De HERE heeft Zich een man uitgezocht naar zijn hart en de HERE heeft hem tot een vorst over zijn volk aangesteld, omdat gij niet in acht genomen hebt wat de HERE u geboden had.

Als God ons iets wil geven dan wil Hij dat wij dit voor altijd hebben. Saul zou gehouden hebben wat hij had ontvangen als hij gehoorzaam was geweest. God zocht een man naar zijn hart en vond dit in David. Wat voor hart is dat?

Handelingen 13:21-22
En van toen af vroegen zij om een koning en God gaf hun Saul, de zoon van Kis, een man uit de stam Benjamin, veertig jaren lang;
en nadat Hij deze verworpen had, verwekte Hij hun David als koning, wie Hij ook dit getuigenis gaf: Ik heb David, de zoon van Isaï, gevonden, een man naar mijn hart, die al mijn bevelen zal volbrengen.

Een man die de gehele wil van God uitvoert en die volledig gehoorzaam is aan Gods plan. Het ging God dus niet om de strijder die David was, of de aanbidder, of de herder of wat dan ook, maar iemand die honderd procent doet wat God van hem vraagt. David beging een verschrikkelijke zonde met Batseba en Uria, maar bekeerde zich tot in zijn diepste zonder excuus. Een man naar het hart van God gaat dus niet over het feit dat iemand zonder zonde is, maar dat iemand volledig gehoorzaam is en Hem volledig vertrouwt.

1 Samuël 15:1-9
Op een keer zei Samuel tegen Saul: ‘De HEER heeft mij destijds gezonden om u te zalven tot koning over zijn volk, over Israël. Luister dus nu naar wat de HEER te zeggen heeft.
Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Ik ben niet vergeten wat Amalek Israël heeft aangedaan: het heeft Israël de weg versperd bij zijn uittocht uit Egypte.
Trek daarom op tegen de Amalekieten en versla ze. Wijd al hun bezittingen onvoorwaardelijk aan de HEER. Spaar ze niet, maar dood alles en iedereen: mannen en vrouwen, kinderen en zuigelingen, runderen en schapen, kamelen en ezels.’
Saul liet het leger oproepen en hield wapenschouw in Telaïm. Er waren tweehonderdduizend man voetvolk en nog eens tienduizend man uit Juda.
Toen hij bij de stad van de Amalekieten kwam, legde hij een hinderlaag in de rivierbedding.
Intussen waarschuwde hij de Kenieten: ‘Maak dat u wegkomt! Blijf niet bij de Amalekieten, want dan moet ik u samen met hen uitroeien, terwijl u de Israëlieten tijdens hun uittocht uit Egypte juist goed behandeld hebt.’ De Kenieten gingen dus weg bij de Amalekieten.
Saul sloeg de Amalekieten terug van Chawila tot aan Sur, op de grens met Egypte.
Hun koning Agag nam hij levend gevangen, maar de rest van het volk doodde hij.
Agag werd door Saul en zijn manschappen gespaard, samen met de beste schapen, geiten en runderen en de sterkste jonge stieren en rammen, kortom, alles wat van waarde was. Die wilden ze niet vernietigen, maar alles wat geen of weinig waarde had, maakten ze af.

Saul kwam in moeilijkheden omdat hij ging nadenken over wat God van hem vroeg. ‘Waarom alles vernietigen als er nog waarde in zit, dat is toch zonde? We kunnen de dieren bijvoorbeeld offeren aan God!’ Wij denken vaak dat bepaalde dingen niet van God kunnen zijn omdat wij het niet begrijpen. God vraagt je niet om te begrijpen, maar om te gehoorzamen. Er rust zalving op het gehoorzamen zonder het begrijpen, want daar spreekt vertrouwen uit. Vleselijk denken en emoties kunnen ons lelijk misleiden. Wat voor zin heeft het om God te zoeken voor antwoorden als we ze toch niet uitvoeren. We zetten vaak de voorwaarde bij Gods antwoord dat wij het moeten begrijpen met ons verstand.

1 Samuël 15:10-15
Toen richtte de HEER zich tot Samuel en zei:
‘Ik betreur het dat ik Saul koning heb gemaakt, want hij heeft mij de rug toegekeerd en doet niet wat ik hem heb opgedragen.’ Samuel werd boos en schreeuwde het de hele nacht uit tegen de HEER.
De volgende morgen vroeg wilde hij Saul tegemoet gaan. Men vertelde hem dat Saul in Karmel was geweest en daar voor zichzelf een gedenkteken had opgericht, en toen was doorgereisd naar Gilgal.
Toen Samuel bij Saul aankwam, begroette deze hem met de woorden: ‘Wees gezegend door de HEER. Ik heb gedaan wat de HEER mij heeft opgedragen.’
Maar Samuel vroeg: ‘Hoe komt het dan dat ik schapen hoor blaten en runderen hoor loeien?’
‘Die hebben ze meegenomen van de Amalekieten,’ antwoordde Saul. ‘De soldaten wilden de beste schapen, geiten en runderen sparen om ze te offeren aan de HEER, uw God. De rest hebben we afgemaakt.’

Saul had een probleem met trots, want hij maakt een monument voor zichzelf. Hij begon met niets en God zalfde hem, zodat hij een machtige koning werd en nu hoeft hij ineens niet meer naar God te luisteren? Hij was misleid door zijn eigen gedachten en dacht echt dat hij naar de Heer geluisterd had.
Saul wilde de dieren offeren voor God, maar God wilde geen offers, maar gehoorzaamheid. Maar hij gehoorzaamde niet en wilde het met offers goedmaken. Dat zien we nog steeds terug in religie. Ongehoorzaam zijn aan God maar wel offers brengen om de gunst te winnen. Iets meer geld in de collecte, iets aardiger zijn tegen mensen waar je moeilijkheden mee hebt, iemand wat meer helpen, meer bijbel lezen, iets weggeven, enz. We schuilen in religieuze werken voor de echte wil van God voor ons leven.

1 Samuël 15:16-26
‘Geen woord meer!’ zei Samuel tegen Saul. ‘Laat me u vertellen wat de HEER mij vannacht gezegd heeft.’ ‘Zoals u wilt,’ zei Saul,
en Samuel zei: ‘U mag dan in uw eigen ogen onbelangrijk zijn, toch staat u aan het hoofd van de stammen van Israël, nietwaar? De HEER heeft u gezalfd tot koning van Israël,
en de HEER heeft u eropuit gestuurd met de opdracht om de Amalekieten, die zondaars, te vernietigen en ze te bestrijden tot ze volledig waren uitgeroeid.
Waarom hebt u niet geluisterd naar wat de HEER u heeft gezegd? Waarom hebt u zich op de buit gestort en iets gedaan dat slecht is in de ogen van de HEER?’
‘Maar ik heb toch geluisterd naar wat de HEER gezegd heeft!’ wierp Saul tegen. ‘Ik ben er toch op uit getrokken zoals de HEER me heeft opgedragen! Koning Agag heb ik gevangengenomen en de rest van de Amalekieten heb ik gedood.
En de soldaten hebben de beste van de buitgemaakte schapen, geiten en runderen voor vernietiging gespaard om ze in Gilgal te offeren aan de HEER, uw God.’
Daarop zei Samuel: ‘Schept de HEER meer behagen in offers dan in gehoorzaamheid? Nee! Gehoorzaamheid is beter dan offers, volgzaamheid is beter dan het vet van rammen.
Weerspannigheid is even erg als toverij, en eigenzinnigheid is even slecht als afgodendienst. U hebt de opdracht van de HEER verworpen; daarom verwerpt hij u als koning!’
Toen zei Saul tegen Samuel: ‘Ik heb gezondigd! Ik ben voorbijgegaan aan wat de HEER gezegd heeft, aan wat u gezegd hebt. Ik was bang voor de soldaten en daarom deed ik wat zij wilden.
Alstublieft, vergeef me en laat me niet alleen; ik wil neerknielen voor de HEER.’
‘Nee,’ antwoordde Samuel. ‘U hebt de opdracht van de HEER verworpen, daarom verwerpt de HEER u als koning van Israël.’

Wees heel voorzichtig als God je een promotie geeft op wat voor plek dan ook dat je niet naast je schoenen gaat lopen. Degene die je verhoogd heeft is ook bij machte om je naar beneden te halen. Leef dus niet naar wat Gods werk oplevert, de buit, maar blijf leven vanuit zijn Woord. Saul luisterde niet naar Samuël, omdat hij vol van zichzelf en koppig was. Mensen die koppig en rebels zijn laten zich niet corrigeren en ze geven anderen de schuld. God kan niet samenwerken met iemand die zich niet laat corrigeren.

Matteüs 22:14
Velen zijn geroepen, maar slechts weinigen uitverkoren.

Waarom? Omdat maar een paar geheel gehoorzaam zijn aan de roeping en stem van God. Het kan zijn dat velen ook de roeping gehoord hebben, maar het te veel uitvoeren naar wat hun goed dunkt.

De laatste woestijn mentaliteit is dat je niet tevreden kan zijn, totdat je alles hebt wat alle anderen hebben. Dat gaat over jaloezie, het benijden van anderen en jezelf vergelijken met anderen.

1 Korintiërs 3:3
Want gij zijt nog vleselijk. Want als er onder u nijd en twist is, zijt gij dan niet vleselijk, en leeft gij niet als (onveranderde) mensen?

God heeft een uniek, individueel plan voor ons en het is niet de bedoeling dat je jezelf daarin gaat vergelijken met anderen. Je kan jezelf niet vergelijken met hoe God met anderen omgaat, of wat Hij voor hen doet, waarom Hij hen niet corrigeert zoals Hij dat wel bij jou doet, waarom Hij je zo ferm aanspreekt en dat niet doet bij anderen, waarom Hij jou niet gebruikt zoals Hij dat wel doet bij hen, voorspoed geeft, enz. God weet wat wij in de toekomst gaan doen en daarom traint Hij ons en leert Hij ons dingen die daarmee te maken hebben. God weet dingen die jij niet weet. Vele keren ga je door dingen die je niet begrijpt, maar als je terugkijkt zie je ineens de rode lijn. Vaak als we er middenin zitten begrijpen we het niet en daarom is het beter om er doorheen te gaan dan het te begrijpen. Dat heeft te maken met vertrouwen op God. Vaak worden gaven en talenten ook met anderen vergeleken. Tevredenheid met vreugde betekent leven in het beloofde land. Paulus zegt dat hij geleerd heeft om tevreden te zijn. Het is niet iets waar je voor bidt en je hebt het; nee, dit is wat geleerd wordt in de woestijn van je leven.

Filippenzen 4:11
Niet dat ik dit zeg, als zou ik gebrek lijden; want ik heb geleerd met de omstandigheden, waarin ik verkeer, genoegen te nemen.

Zijn omstandigheden waren niet de factor wat Paulus leidde. Jouw situaties kunnen chaotisch zijn, maar jij kan in controle zijn, omdat jij je niet door de chaos laat leiden. Maar als wij ons laten leiden doordat iemand anders iets wel heeft en jij niet zal je niet gelukkig zijn. Geloof dat God een uniek, individueel plan voor jouw leven heeft, geloof dat je anders bent dan anderen, geloof dat God van je houdt, geloof dat je in zijn handen bent en vergelijk jezelf niet met anderen. Misschien bidt je niet drie uur per dag, misschien ken je een heleboel bijbelteksten niet uit je hoofd, maar dit beïnvloedt ook niet de zalving op je leven. Doe dus ook geen dingen waar je niet voor gezalfd bent, want op deze ‘offers’ zit God niet te wachten.

Er is misschien zelfs een tijd geweest dat God je gebruikte en nu lijkt het alsof er niks gebeurd. Alsof God je even op een boekenplank heeft gezet en het is verwarrend voor je. Soms is het goed om gebruikt te worden door God en als God je dan apart zet dan gaat Hij bezig met dingen in je hart die er niet horen, zodat Hij je weer gaat gebruiken op een nog krachtigere manier. Totdat jij je overgeeft aan het werk van God in je hart als Hij je apart zet zal je geen open deuren van Hem tegenkomen. Je kunt maar tot zover komen met je onzekerheden, je angsten, je vergelijkingen met anderen en dan zet God je stil. Ga dus niet iets doen wat een ander doet, maar onderzoek wat God in je gelegd heeft en ga ermee aan de slag. Zoek uit waar je gezalfd voor bent. Het kan zo zijn dat al je vrienden een bepaald iets doen, maar voel je niet verplicht om ook zoiets te doen, maar vind wat God al in je heeft gelegd en ga trainen. En soms zullen er tijden zijn dat God gehoorzamen niet altijd met vreugde gaat, maar het is beter om Hem gehoorzaam te zijn dan je vreugde ergens anders in te zoeken. Pak die openbaring dat je soms dingen moet doen die niet leuk zijn om te behouden waar God je in stuurt. Wees sterk en overtuigd in de dingen die je doet voor God en laat je niet overhalen of manipuleren door anderen die denken beter te weten wat jouw visie zou moeten zijn. Dat betekent niet dat je niet gevoelig hoeft te zijn of dat je nooit fout zit, maar je hoeft niet alles leuk te vinden wat God jou verteld om te doen. Ga niet in discussie met God en probeer zijn gedachten niet te veranderen, zodat je hoopt dat Hij met iets anders voor je komt. Als je dat toch blijft doen dan zul je nog even in de woestijn blijven wandelen. Leer in balans te komen met wat God van je vraagt en wordt niet iemand anders. Er zullen dan misschien ook momenten komen dat het erg moeilijk is om te weten wie je nu echt bent, omdat God zo aan het werk met je is. Als God je dan apart zet en even stil zet kan het zijn dat je jezelf even niet vindt en dan lijkt het alsof je overnieuw moet beginnen. De broers van Jozef waren jaloers op hem, omdat hij een droom had en door zijn vader werd gezegend met een mooie mantel. Misschien ben jij ook jaloers geweest op mensen om je heen die meer bereikten dan jij, populairder waren dan jij, betere cijfers haalden dan jij, aantrekkelijker waren dan jij, en dit heeft je geblokkeerd om te worden wie jij echt bent. De woestijn die zit in jou, het zijn de dingen van het oude leven die nog in je zitten als je uit Egypte bent bevrijd. Zorg dat je de gedachten van God ontdekt en wat Hij belangrijk vindt, want dit zijn andere gedachten dan wat de wereld belangrijk vindt.

Romeinen 12:4-5
Want, gelijk wij in één lichaam vele leden hebben, en de leden niet alle dezelfde werkzaamheden hebben,
zo zijn wij, hoewel velen, één lichaam in Christus, maar ieder afzonderlijk leden ten opzichte van elkander.

Jouw vingers kunnen ringen dragen, maar jouw ogen kunnen de ringen zien. Jouw vingers kunnen de ringen niet zien en jouw ogen kunnen de ringen niet dragen. Het oog kan jaloers worden en ook een ring willen dragen in plaats van make-up of een leuke bril. Stel dat God jouw oog ook een ring geeft omdat het oog hierom vraagt? Maar nu kan het oog niet meer zien en loopt het hele lichaam gevaar om tegen allerlei dingen aan te lopen en het oog gaat irriteren en tranen. Stel dat jouw handen jaloers worden op je voeten en ze willen ook schoenen dragen? Als God dit ook zou geven omdat de handen er om vragen dan wordt het lichaam van Christus een raar schepsel. Het zou niet functioneren en overal pijntjes hebben. Het is niet verstandig om iets te willen buiten de wil van God, want er zal geen zalving op rusten, zodat jij er mee om kunt gaan. Als er ergens geen zalving op ligt dan zal het een juk worden en het zal je vreugde en je energie roven en je gefrustreerd maken. Vertrouw op God en vraag Hem wat je nodig hebt en als je het niet krijgt weet dan dat Hij weet dat het niet het beste voor jou is. God is niet iemand die dingen achterhoudt voor ons en heeft jou al overvloedig gezegend. Als wij leren hoe we kunnen ontvangen zullen we leren dat Hij overvloedig zegent, want God is limietloos. Als God ons iets niet geeft waar we om vragen dat is het niet zijn wil, niet zijn tijd, niet het beste voor ons, en je zal pas vrede hebben als je accepteert dat God in controle is dus zorg dat je niet Heilige Geest Junior wordt. Soms zijn we zo gefocust op wat wij belangrijk vinden terwijl God op iets anders aast. Als wij zo graag iets willen kan God dit gebruiken om ons te laten zien wat er in ons hart leeft. God vindt het vaak belangrijker wat er uit ons komt dan wat er naar ons toekomt. Er zijn maar twee uitgangen uit de woestijn; Egypte of het beloofde land. Laat God toe jou te laten zien welke waarheid er in jou zit en Hij zal je laten zien hoeveel levens je kan zegenen door gehoorzaam te zijn aan Hem. Als je gehoorzaam bent zal het veel levens raken, maar als je ongehoorzaam bent zal het ook veel levens raken.

Johannes 21:15-18
Toen zij dan de maaltijd gehouden hadden, zeide Jezus tot Simon Petrus: Simon, zoon van Johannes, hebt gij Mij waarlijk lief, meer dan dezen? Hij zeide tot Hem: Ja Here, Gij weet, dat ik U liefheb. Hij zeide tot hem: Weid mijn lammeren.
Hij zeide ten tweeden male weder tot hem: Simon, zoon van Johannes, hebt gij Mij waarlijk lief? En hij zeide tot Hem: Ja Here, Gij weet het, dat ik U liefheb. Hij zeide tot hem: Hoed mijn schapen.
Hij zeide ten derden male tot hem: Simon, zoon van Johannes, hebt gij Mij lief? Petrus werd bedroefd, dat Hij voor de derde maal tot hem zeide: Hebt gij Mij lief? En hij zeide tot Hem: Here, Gij weet alles, Gij weet, dat ik U liefheb. Jezus zeide tot hem: Weid mijn schapen.
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Toen gij jonger waart, omgorddet gij uzelf en gij gingt, waar gij wildet, maar wanneer gij eenmaal oud wordt, zult gij uw handen uitstrekken en een ander zal u omgorden en u brengen, waar gij niet wilt.

Als wij jonge christenen zijn dan laat God veel toe in ons leven, omdat we zoekende zijn wie Hij is, wie wij zijn en wat Hij door ons heen wil doen. Maar als wij op willen groeien naar volwassenheid dan moet er een verandering plaatsvinden. Als we willen veranderen zal God ons naar plaatsen en situaties sturen waar we niet naar toe willen en dingen die we niet willen doen. Hij zal je misschien laten werken voor een baas waar je liever niet voor werkt. Misschien wil hij je in een huwelijk houden waar jij voor wilt wegrennen. Misschien wil hij dat je een vriendschap behoud met iemand die jou mateloos irriteert en God wil dat je hem of haar helpt. Als je verder wilt met God kan het zo zijn dat je niet altijd krijgt wat jij wilt. Blijf Hem niet vragen om dingen die jou gelukkig zouden moeten maken, maar vraag Hem wat Hij uit jou wil zien komen. ‘Heer wat wilt U van mij’ in plaats van ‘Heer dit is wat ik kies, zegen dat’. Maak die keuze om te veranderen naar volwassenheid, want die leidt naar het beloofde land.

Johannes 21:19-21
En dit zeide Hij om te kennen te geven, met welke dood hij God verheerlijken zou. En dit gezegd hebbende, sprak Hij tot hem: Volg Mij.
En Petrus, zich omwendende, zag de discipel volgen, dien Jezus liefhad, die zich bij de maaltijd aan zijn borst geworpen had en gezegd had: Here, wie is het die U verraadt?
Toen hij deze zag, zeide Petrus tot Jezus: Here, maar wat zal met deze gebeuren?

Petrus keek Johannes aan en wist dat Johannes zich aan de boezem van Jezus had neergelegd. Petrus kreeg een zware taak mee van Jezus, maar Petrus begon zich af te vragen wat er dan met Johannes zou gebeuren. Als Petrus een zware taak zou hebben dan ook zeker Johannes! Als God iets van ons vraagt wat moeilijk is kan ons vlees snel opspelen die vindt dat iedereen het dan ook moeilijk moet hebben. We vinden dan dat als God hier A zegt dat Hij daar dan ook B moet zeggen. Als de ene persoon dit krijgt dan moet de ander zeker dat krijgen.

Johannes 21:22
Jezus zeide tot hem: Indien Ik wil, dat hij blijft, totdat Ik kom, wat gaat het u aan? Volg gij Mij.

Maak je niet druk om waar iemand anders door heen moet gaan met God. De enige zorg die jijzelf hebt is Jezus volgen. God zegt eigenlijk: wat ik doe met iemand anders gaat jou niks aan. We zijn veel te veel bezig met wat God doet met iemand anders. Soms zelfs met voorwaarden naar God toe dat als God niet iets doet in die ene persoon dat wij ook niks doen. Zorg dat je bezig bent met God voor de dingen die in je eigen leven spelen. Zorg dat jij je eigen hart gaat leren kennen in de woestijn door de dingen die God je openbaart in allerlei situaties. Zorg dat je gehoorzaam bent naar de stem van God ook al begrijp je Hem vaak niet. Zorg dat je naar volwassenheid groeit door de leiding van de Heilige Geest en overwin je vijanden. Je bent op weg naar het beloofde land!


woensdag 15 juni 2011

Woestijn Mentaliteit - Deel 5

De Israëlieten doolden door de woestijn en hadden zelfmedelijden. Het leven van de woestijn en zelfmedelijden gaan hand in hand. Zelfmedelijden staat gelijk aan afgoderij. Er waren meerdere wonderen van Jezus die voortkwamen uit de compassie die Hij had voor anderen. God heeft deze compassie ook in ons geplaatst, maar als wij deze compassie op onszelf toepassen wordt het afgoderij. Als er één ding is waar we van bevrijd moeten worden dan is het onszelf. Zelfzuchtigheid en zelfgerichtheid. ‘Ja, maar ik dan?’ Als je ongelukkig wil worden, wordt dan vol van jezelf. Als je dat nog erger wil maken heb dan ook nog medelijden met jezelf. Deze gedachten komen vaak voor in het denken. ‘Arme ik, wie denkt er aan mij, niemand geeft om mij, ik ruim altijd de rommel van anderen op, niemand bedankt mij, het is niet eerlijk, enz.’ Als je in deze spiraal gezonken bent vergeet je snel alle zegeningen van God. Maar we vergeten vaak dat anderen misschien ook wel hiermee worstelen. Het vlees is voor niemand makkelijk tevreden te houden. Afgoderij betekent ook het naar jezelf gekeerd zijn, geconcentreerd zijn op jou en jouw gevoelens, verkeerd omgaan met compassie die uit moet gaan naar anderen en niet jezelf. Je kan redenen hebben waarom jij je gedraagt zoals je doet omdat er bepaalde dingen in je leven gebeurd zijn, maar laat dat niet het excuus zijn zodat je zó blijft. Een reden en een excuus zijn twee verschillende dingen. Je kan aantonen waarom je zo bent zoals je bent, maar je kan ook aangeven dat God je verandert. De reden waarom de Israëlieten zo lang erover deden om door de woestijn te trekken is de manier waarop ze het deden. Als ze nu hun geloof in God hadden gesteld, hun houding hadden veranderd, dankbaar waren, gehoorzaam waren, God-prijzers waren geweest? Als je leert om al die ellende die je hebt los te laten en over te geven aan Hem? God krijgt geen medelijden met ons als we gaan pruilen.


Johannes 5:1-7
Daarna was er een feest der Joden en Jezus ging op naar Jeruzalem.
Nu is er te Jeruzalem bij de Schaapspoort een bad, dat in het Hebreeuws de bijnaam Betesda draagt, met vijf zuilengangen.
Daarin lag een menigte zieken, blinden, verlamden en verschrompelden, [die wachtten op de beweging van het water.
Want van tijd tot tijd daalde een engel des Heren neder in het bad; dan bewoog het water; wie er dan het eerst in kwam na de beweging van het water, werd gezond, wat voor ziekte hij ook had.]
En daar was een man, die reeds achtendertig jaar lang ziek geweest was.
Hem zag Jezus liggen en daar Hij wist, dat hij daar reeds lange tijd was, zeide Hij tot hem: Wilt gij gezond worden?
De zieke antwoordde Hem: Here, ik heb geen mens om mij, zodra er beweging komt in het water, in het bad te werpen; en terwijl ik onderweg ben, daalt een ander vóór mij af.

Achtendertig jaar had deze man een serieuze aandoening en Jezus vraagt aan deze man of hij echt genezen wil worden. Jezus vraagt dit niet omdat hij het antwoord niet weet, hij vraagt dit omdat hij de staat van de zieke man wil aangeven. ‘Ik heb niemand die mij wil helpen.’ Waarom heeft deze man na achtendertig jaar ziekte niet een andere manier gevonden om in het water af te dalen? Uiteindelijk zijn er twee soorten mensen in de wereld; de mensen die wachten totdat er iets gebeurd en de mensen die zorgen dat er iets gebeurd. Misschien had deze zieke man niet genoeg geloof dat hij beter zou worden als hij in het water terecht zou komen. Als hij iemand nodig had om in het water te komen dan zou die persoon hem ook uit het water kunnen redden als hij of niet de eerste was of niet genezen zou worden. Het tweede wat de zieke man zegt klinkt ook als zelfmedelijden. ‘Er is altijd iemand sneller dan ik.‘ Veel mensen hebben de gedachte in hun leven dat er altijd iemand is die beter is of het betere krijgt dan henzelf. Er is altijd iemand anders die een profetisch woord of gebed krijgt, iemand anders die promotie of complimenten krijgt, enz.

Johannes 5:8-9
Jezus zeide tot hem: Sta op, neem uw matras op en wandel.
En terstond werd de man gezond en nam zijn matras op en ging zijns weegs.

Als we naar het leven van Elia kijken zien we dat hij een enorme dappere overwinning behaalde tegen de vierhonderd vijftig Baäl priesters. Maar na deze overwinning wordt hij toch bang van één vrouw.

1 Koningen 19:1-10
Toen Achab aan Izebel verhaalde alles wat Elia gedaan had, en hoe hij al de profeten met het zwaard gedood had,
zond Izebel een bode tot Elia om te zeggen: Zo mogen de goden doen, ja nog erger, indien ik morgen om deze tijd uw ziel niet gelijk zal maken aan de ziel van een hunner.
Toen hij dat had vernomen, maakte hij zich gereed en ging weg om zijn leven te redden; en gekomen tot Berseba, dat tot Juda behoort, liet hij zijn knecht daar achter.
Zelf echter trok hij een dagreis ver de woestijn in, ging zitten onder een bremstruik en begeerde te mogen sterven, en zeide: Het is genoeg! Neem nu HERE, mijn leven, want ik ben niet beter dan mijn vaderen.
Daarop legde hij zich neer en sliep in onder een bremstruik. Doch zie, daar raakte een engel hem aan en zeide tot hem: Sta op, eet.
Toen hij rondzag, was daar, aan zijn hoofdeinde, een koek op gloeiende stenen gebakken en een kruik water. Hij at en dronk en legde zich weer neer.
Doch wederom, ten tweeden male, raakte de engel des HEREN hem aan, en zeide: Sta op, eet, want de reis zou voor u te ver zijn.
Toen stond hij op, at en dronk en ging door de kracht van die spijs veertig dagen en veertig nachten tot aan het gebergte Gods, Horeb.
Hij kwam daar bij een spelonk, waar hij overnachtte. En zie, het woord des HEREN kwam tot hem en Hij zeide tot hem: Wat doet gij hier, Elia?
Daarop zeide hij: Ik heb zeer geijverd voor de HERE, de God der heerscharen, want de Israëlieten hebben uw verbond verlaten, uw altaren omvergehaald en uw profeten met het zwaard gedood, zodat ik alleen ben overgebleven, en zij trachten mij het leven te benemen.

‘Laat mij maar sterven, want anderen zijn beter dan ik. Ik ben helemaal alleen in de woestijn en ik ben de enige overgeblevene.’ Zelfmedelijden zoekt een stil plekje op waar het stilletjes gaat huilen. God vraagt aan Elia wat hij aan het doen is net zoals Hij dat deed bij Adam en Eva. Daarna kwam er een sterke wind, een aardbeving, vuur en daarna een zachte koelte. Weer vraagt God aan Elia wat hij hier aan het doen is en Elia komt met hetzelfde antwoord van zelfmedelijden. Maar net zoals bij de zieke man bij het bad zet de Heer Elia tot actie. Zelfmedelijden kijkt altijd terug op de dingen die gebeurd zijn en daardoor maakt zelfmedelijden je krachteloos.

Een andere mentaliteit die in de woestijn aan het licht komt is: Ik verdien Gods zegen niet, want ik ben het niet waard. Kijk je dan naar jezelf of kijk je naar God? Als we blijven kijken naar ons eigen kunnen zullen we geloven dat we niks waard zijn, maar als we Jezus leren kennen zullen we begrijpen waarom we het meer dan waard zijn. Weet je hoeveel mensen er op aarde rondlopen met onzekerheid?

Numeri 13:23-33
Toen zij in het dal Eskol gekomen waren, sneden zij daar een rank met één tros druiven af, die zij met hun tweeën aan een draagstok droegen; ook enige granaatappelen en vijgen.
Die plaats noemde men het dal Eskol wegens de druiventros, die de Israëlieten daar afgesneden hadden.
Na verloop van veertig dagen keerden zij terug van het verspieden van het land;
zij gingen op weg en kwamen tot Mozes en Aäron en de gehele vergadering der Israëlieten in Kades, in de woestijn Paran, en brachten hun en de gehele vergadering bericht en toonden hun de vrucht van het land.
Zij verhaalden hem dan en zeiden: Wij kwamen in het land, waarheen gij ons gezonden hadt, en ja, het vloeit van melk en honig, en dit is zijn vrucht.
Het volk echter, dat in het land woont, is sterk en de steden zijn ommuurd en zeer groot, en ook de kinderen van Enak zagen wij daar;
Amalek woont in het Zuiderland, de Hethieten, Jebusieten en Amorieten wonen in het bergland, de Kanaänieten aan de zee en aan de oever van de Jordaan.
Daarop trachtte Kaleb het volk tot bedaren te brengen tegenover Mozes en zeide: Laat ons gerust optrekken en het in bezit nemen, want wij zullen het zeker kunnen vermeesteren.
Maar de mannen die met hem opgetrokken waren, zeiden: Wij zullen tegen dat volk niet kunnen optrekken, want het is sterker dan wij.
Ook verspreidden zij onder de Israëlieten een kwaad gerucht omtrent het land dat zij verspied hadden, door te zeggen: Het land dat wij zijn doorgetrokken om het te verspieden, is een land dat zijn inwoners verslindt, en alle mensen die wij daar zagen, waren mannen van grote lengte.
Ook zagen wij daar de reuzen, Enakieten, die tot de reuzen behoren, en wij waren als sprinkhanen in onze eigen ogen en ook in hun ogen.

Tien van de twaalf verspieders keken naar de reuzen en niet naar God, maar Kaleb en Jozua keken naar God en geloofden dat God groter dan welke reus dan ook is. Hoe jij jezelf ziet zo zullen anderen jou ook zien. Als jij jezelf ziet als een sprinkhaan zien anderen jou ook als een sprinkhaan. Als jij onzeker bent over jezelf of je vindt jezelf niet veel waard, zullen anderen jou ook zo zien. Als wij geroepen zijn om God te dienen dan is het nodig dat wij emotioneel genezen worden. Hoe zie jij jezelf? Het is waar dat wij in ons vlees niks zijn en niks kunnen, maar wij zijn alles in Christus. We kunnen niks vanuit onszelf doen, maar door Hem is alles mogelijk. Krijg een persoonlijke openbaring over wie je bent in Christus en wie Christus is in jou.

Kolossenzen 1:27 (NBV)
Aan hen heeft God bekend willen maken hoe glorierijk dit mysterie is voor alle volken: Christus is in u, hij is uw hoop op goddelijke luister.

Baseer je identiteit en je waarde niet op wat anderen van je zeggen. Baseer je identiteit en je waarde niet op hoe anderen je hebben behandeld. Baseer je identiteit en je waarde niet op je verleden.

2 Korintiërs 5:17
Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen.


Er zijn veel mensen die wedergeboren zijn en nog vol zitten met zelfafwijzing, zelfhaat, angst over zichzelf en die veel tijd besteden aan de acceptatie van anderen in plaats van het hebben van goede relaties. Het is tijd om van de angst van afwijzing af te komen. De tien verspieders waren bang voor de reuzen vanwege de manier waarop ze zichzelf zagen. Blijf dus niet continu jezelf analyseren. Houdt geen verslag bij van elke fout die je maakt, maar geloof dat je onder het bloed van Jezus leeft, want God houdt ook geen verslag bij van elke fout die je maakt. We moeten onze ogen van onszelf en van de reuzen afhalen en op God gaan richten. Als je voortdurend naar jezelf blijft kijken om erachter te komen waar je in kan verbeteren, maakt dat je zelfgericht. Het is goed als God je overtuigd over iets in je leven en je bekeert je en je werkt eraan, maar dat is iets anders dan dat je jezelf blijft veroordelen over wat niet goed gaat in je leven. Jij bent geen sprinkhaan dus leef niet als een sprinkhaan. Jij kan reuzen verslaan als je de mantel van gerechtigheid draagt. God heeft ons gerechtvaardigd dus trek het pantser van gerechtigheid aan. Als je de waarheid van Jezus Christus over jouw identiteit gaat ontdekken en gaat accepteren dan zul je gezegend zijn en zal je anderen kunnen zegenen. Je hebt niks te geven als je niks hebt ontvangen. Geloof dat God het beste met je voor heeft en je overvloedig gezegend heeft en wandel daarin. Haal je eigen grenzen weg en geloof God voor het grootste en het beste. Kijk niet steeds wat je niet bent, kijk naar wie je bent in Christus.

1 Korintiërs 1:27-28
Integendeel, wat voor de wereld dwaas is, heeft God uitverkoren om de wijzen te beschamen, en wat voor de wereld zwak is, heeft God uitverkoren om wat sterk is te beschamen;
en wat voor de wereld onaanzienlijk en veracht is, heeft God uitverkoren, dat, wat niets is, om aan hetgeen wèl iets is, zijn kracht te ontnemen.

Wij hebben het niet verdiend om gezegend te worden, maar daardoor heeft God ons genade gegeven. Als wij willen ontvangen door het te verdienen dan blokkeren wij de zegeningen van God in ons leven. Als wij de genade van God niet in ons leven hadden zouden we verteerd zijn.

Klaagliederen 3:22-24
Het zijn de gunstbewijzen des HEREN, dat wij niet omgekomen zijn, want zijn barmhartigheden houden niet op,
elke morgen zijn zij nieuw, groot is uw trouw!
Mijn ziel zegt: Mijn deel is de HERE, daarom zal ik op Hem hopen.

Als wij deze genade ontvangen hebben is het aan ons om hierin te bewegen. Wij zijn door de genade erfgenamen van God geworden. God de Vader heeft ons alles gegeven door zijn Zoon Jezus door genade. Wij als mensen hebben niks om te geven aan God, zodat we de hele erfenis kunnen ontvangen. Accepteer het feit dat je niks hebt en niks bent, niks weet en niks doet en alles ontvangt van Hem die ons liefheeft en alles heeft gegeven. Geef jouw niks aan Hem, want als God alles heeft gemaakt uit het niets dan maakt hij van ons ook iets.

Openbaringen 21:5a
En Hij, die op de troon gezeten is, zeide: Zie, Ik maak alle dingen nieuw.

Daarom roemen wij niet in onszelf, maar in Hem. Daarom leven wij niet meer ons eigen leven maar het leven van Jezus. Daarom bidden we niet in ons eigen naam, maar in zijn naam. Dat betekent dat we bidden in wie Hij is en wat Hij heeft.

Johannes 16:24
Tot nog toe hebt gij niet om iets gebeden in mijn naam; bidt en gij zult ontvangen, opdat uw blijdschap vervuld zij.

Als wij bidden tot Vader dan presenteren wij niet onszelf, maar alles wie Jezus is. Wij komen tot Vader met de naam en identiteit van Jezus en dan verkrijgen we alles, omdat Vader alles aan Jezus gegeven heeft. Wijzelf hebben genade en vergeving nodig, want als wij maar één wet hebben overtreden hebben wij ze allemaal overtreden. Jezus wordt verheerlijkt als we tot Vader komen door Jezus te presenteren en laten zien dat wij niks zijn. Er is een heilige dapperheid voor nodig om te weten dat je niks verdient, maar alles hebt ontvangen. Soms ontstaat er het idee dat we het bij God moeten halen door verdienste, terwijl Hij het gegeven heeft uit genade en het enige wat wij moeten doen is het gratis ontvangen. Als we in deze genade gaan leven hoeven wij niet meer van alles na te jagen; het zal ons gaan najagen.

2 Samuël 9:1-8
David zeide: Is er soms nog iemand over van het huis van Saul? Dan zal ik hem trouw bewijzen ter wille van Jonatan.
Nu behoorde tot het huis van Saul een knecht, die Siba heette. Men riep hem bij David en de koning vroeg hem: Zijt gij Siba? Hij antwoordde: Uw dienaar.
Daarop zeide de koning: Is er soms nog iemand over van het huis van Saul? Dan wil ik hem de goedgunstigheid Gods bewijzen. Toen sprak Siba tot de koning: Er is nog een zoon van Jonatan, die verlamd is aan beide voeten.
De koning vroeg: Waar is hij? En Siba antwoordde de koning: Zie, hij is in het huis van Makir, de zoon van Ammiël, te Lo-Debar.
Daarop liet koning David hem halen uit het huis van Makir, de zoon van Ammiël, uit Lo-Debar.
En Mefiboset, de zoon van Jonatan, de zoon van Saul, kwam bij David, wierp zich op zijn aangezicht en boog zich neer. David zeide: Mefiboset! En hij antwoordde: Hier is uw dienaar.
Daarop sprak David tot hem: Vrees niet, want ik zal u voorzeker trouw bewijzen ter wille van uw vader Jonatan; ik zal u alle landerijen van uw vader Saul teruggeven, en gij zult geregeld aan mijn tafel eten.
Toen boog hij zich neer en zeide: Wat is uw knecht, dat gij u bekommert om een dode hond, als ik ben?

David had een bloedverbond met zijn vriend Jonatan gesloten. Dit verbond hield in dat als David of Jonatan weg zou vallen dat de één voor de familie van de ander zou zorgen. Dit verbond gold voor alle familieleden; broers, zussen, kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen, enz. Mensen hadden leugens verteld over David toen Saul en Jonatan in de strijd gedood werden en iemand die voor Mefiboset zou zorgen werd bang, vluchtte en viel met het kind Mefiboset en daardoor was hij kreupel. Mefiboset was dus ook de kleinzoon van Koning Saul, maar Mefiboset zag zichzelf als een dode hond.

God is koning over hemel en aarde en heeft een verbond met ons gesloten door het bloed van Jezus. God is op zoek naar de kinderen van zijn verbond. Hij wil ons teruggeven wat we kwijt zijn en Hij wil dat wij eten aan zijn tafel. Daarom moeten wij onszelf niet blijven zien als waardeloze wezens, maar als de kroon van zijn schepping. Als je een laag zelfbeeld van jezelf hebt zal je niet gezalfd kunnen leven, zal je niet van voorspoed kunnen genieten, niet in de gaven van de Heilige Geest kunnen functioneren, enz.

2 Samuël 9:9-13
Daarna riep de koning Siba, de knecht van Saul, en zeide tot hem: Al wat aan Saul en aan diens gehele huis toebehoorde, geef ik aan de zoon van uw heer.
Gij moet voor hem het land bewerken, gij, uw zonen en uw knechten, en de oogst binnenhalen, opdat de zoon van uw heer te eten hebbe. Mefiboset, de zoon van uw heer, zal geregeld aan mijn tafel eten. Siba nu had vijftien zonen en twintig knechten.
Siba zeide tot de koning: Geheel zoals mijn heer de koning zijn knecht gebiedt, zal uw knecht doen. Dus at Mefiboset aan de tafel van David als een der zonen van de koning.
En Mefiboset had een jonge zoon, die Micha heette. Allen die in het huis van Siba woonden, waren knechten van Mefiboset.
Mefiboset woonde te Jeruzalem, want hij at geregeld aan de tafel des konings. Hij nu was verlamd aan beide voeten.

Neem geen genoegen meer met de kruimels die onder de tafel liggen. Sta op van de vloer en ga zitten aan de tafel van de Koning, want de Koning heeft jou uitgenodigd. Je bent in Christus erfgenaam van het land en je bent een zoon van Vader.


woensdag 18 mei 2011

Woestijn Mentaliteit - Deel 4

Een verkeerde gedachtegang en een verkeerde mentaliteit kan er ervoor zorgen dat je niet verder komt in je leven. Veel mensen lopen met het gedrag rond dat ze niet willen wachten op iets, maar dat ze nu alles willen. Dat heeft te maken met ongeduld en dit heeft weer te maken met trots. ‘We verdienen het beste en we verdienen het nu.’ Ons oude natuur zit vol met trots en dat betekent dat we zelfingenomen en vol van onszelf zijn en dat we denken we het bij het juiste eind hebben. We denken vaak dat we allerlei dingen kunnen doen die we niet zouden moeten doen, terwijl God zegt dat we buiten Hem niets kunnen doen. Ons vlees vindt het heerlijk als we schouderklopjes krijgen, maar God deelt zijn glorie met niemand.


Jesaja 42:8
Ik ben de HERE, dat is mijn naam, en mijn eer zal Ik aan geen ander geven noch mijn lof aan de gesneden beelden.

Het gaat zo vaak om ons. We proberen zo vaak ons eigen plan er door te drukken. We hebben moeite om te wachten op goede dingen en om te blijven vertrouwen op Hem waarvan al het goede komt.

Hebreeën 10:36
Want gij hebt volharding nodig, om, de wil van God doende, te verkrijgen hetgeen beloofd is.

We erven de beloften van God in het beloofde land. We hebben geloof en volharding nodig om standvastig te blijven om te ontvangen wat ons beloofd is. Volharding verkrijgen we door nederigheid. Als we nederig zijn erkennen we dat God het beste met ons voor heeft en altijd voor ons zorgt. Daardoor kunnen we zeggen tegen God dat Hij alles in zijn hand heeft.

Psalm 31:16a
Mijn tijden zijn in uw hand.

Geloof je dat God een plan voor jou heeft? Veel mensen willen eerst dat volledige plan van God voor hun leven kennen voordat ze maar een stap zetten. Maar God vraagt van ons om met geloof een stap te zetten voordat het water scheidt of je draagt. Eén stap van gehoorzaamheid opent de deur naar het volgende wat God wil doen. Ons oude denken dat niet nederig en geduldig naar God is wil eerst alles weten van het plan van God is. Eerst wil je vlees ernaar kijken om daarna te beslissen of die het wel wilt doen of niet. God wil ons stapje voor stapje in zijn wil leiden om ons midden in zijn heerlijkheid te krijgen. Met ons eigen plan zetten we God in een hokje, maar God werkt om dat hokje heen om ons duidelijk te maken dat Hij ons in zijn hand heeft. En als iets lukt hoe wij het gedacht hadden, moeten we dat ook niet in een hokje stoppen, want God verandert voortdurend hoe Hij dingen doet. Je kan bij God van één ding op aan en dat is verandering.

Spreuken 16:1-2
De mens heeft overleggingen des harten, maar het antwoord der tong is van de HERE.
Al iemands wegen zijn rein in zijn ogen, maar de HERE toetst de geesten.

Spreuken 16:9
Het hart des mensen overdenkt zijn weg, maar de HERE bestiert zijn gang.

Spreuken 16:25
Soms schijnt een weg iemand recht, maar het einde daarvan voert naar de dood.

We houden er van om God ons eigen plan te laten zien en er zijn zegen over te vragen, maar dat is niet hoe God het wil. Hij wil ons kneden en vormen naar zijn plan. Hij wil ons leiden en daarvoor is het belangrijk dat we makkelijk een andere kant opgestuurd kunnen worden door Hem. Als we op zijn woord staan kan niemand ons omver duwen.

Volharding betekent: vrolijk, hoopvol uithoudingsvermogen. Dat betekent dat als je door iets moeilijks heen gaat dat je vrolijk en vol van hoop kan zijn. Volharding betekent niet alleen dat je iets doorstaat, volharding gaat over hoe je iets doorstaat. Volharding betekent: continue en voortdurend. Wist je dat je geen overwinning behaald door iets één keer te doen? Je moet er in blijven om het te behalen.

Johannes 8:31-32
Jezus dan zeide tot de Joden, die in Hem geloofden: Als gij in mijn woord blijft, zijt gij waarlijk discipelen van Mij
en gij zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken.

Hoeveel mensen geven op in de tijden waarin God ons test in geduld en doorzettingsvermogen? Hoeveel mensen proberen iets één of twee keer en als het niet lukt keren terug naar Egypte? En als ze genoeg hebben van Egypte zoeken ze God weer op in de woestijn en als ze weer getest worden voor hun beloofde land keren ze weer terug naar Egypte. We gaan soms door moeilijke periodes heen en daar is geduld voor nodig. Dit is moeilijk voor een trots mens, want een trots mens wil alles en graag nu. Een trots mens heeft moeite met andere mensen, omdat ze het niet doen zoals hij wil. Je kan er zelf achter komen hoe hoogmoedig je bent als je in een situatie zit waarin je moet wachten. Het woord volharding betekent dat je onder iets zit te wachten. Dat houdt in dat je nederig bent onder de hand van God en dat je niet wegrent voor moeilijke dingen en dat je weet dat God van je vraagt om ergens doorheen te gaan. De Griekse uitleg van het woord volharding betekent vrucht wat voortgebracht wordt tijdens moeilijkheden.

Jakobus 1:2-4
Houdt het voor enkel vreugde, mijn broeders, wanneer gij in velerlei verzoekingen valt,
want gij weet, dat de beproefdheid van uw geloof volharding uitwerkt.
Maar die volharding moet volkomen doorwerken, zodat gij volkomen en onberispelijk zijt en in niets te kort schiet.

Moeilijke tijden kunnen van alles uit ons voortbrengen, maar als we volharden in geloof zal het vrucht voortbrengen. God wil ons volharding over ons vlees leren in de woestijn, zodat we met geduld in alle situaties kunnen regeren in het beloofde land. Dit alles heeft te maken met de woestijn mentaliteit ‘ik heb geen geduld en geen volharding en ik wil alles nu’.

Een andere woestijn mentaliteit is ‘mijn gedrag is misschien niet juist, maar dat is niet mijn fout’.

Genesis 3:12-13
De mens antwoordde: ‘De vrouw die u hebt gemaakt om mij terzijde te staan, heeft mij vruchten van de boom gegeven en toen heb ik ervan gegeten.’
‘Waarom heb je dat gedaan?’ vroeg God, de HEER, aan de vrouw. En zij antwoordde: ‘De slang heeft me misleid en toen heb ik ervan gegeten.’

De schuld die Adam en Eva ervaren leidt ertoe dat ze zich verschuilen. God vraagt waar ze zijn en of ze van de verboden boom hebben gegeten. God stelt Adam een directe vraag: Heb je soms gegeten van de boom waarvan ik je verboden had te eten? Maar Adam ontwijkt de vraag door niet met ja of nee te antwoorden en geeft Eva de schuld. Dan vraagt God aan Eva wat ze gedaan had en ook zij legt de schuld bij iemand anders; de slang. Ze namen beiden niet de verantwoordelijkheid voor hun eigen keuzes. Als we met excuses zullen blijven aankomen worden we niet vrij. De Israëlieten in de woestijn gaven God en Mozes ook de schuld van alles.

Genesis 16:1-2
Sarai nu, de vrouw van Abram, schonk hem geen kinderen, en zij had een Egyptische slavin, wier naam was Hagar.
En Sarai zeide tot Abram: Zie toch, de HERE heeft mij niet vergund te baren; ga toch tot mijn slavin; misschien zal ik uit haar gebouwd worden. En Abram luisterde naar Sarai.

Adam was het hoofd van zijn gezin en Abram was het hoofd van zijn gezin. God was tot Abram gekomen en had tot Abram gesproken. Voor Sarai duurde het allemaal te lang dat de beloften van God zouden uitkomen en ze werd ongeduldig en maakt haar eigen plan.

Pas enorm op als je op de doorbraak van God in je leven wacht met eigen slimme ideeën. Het enige wat daar uit voortkomt is dat je jezelf moe en gefrustreerd maakt, want als Gods zalving er niet op ligt werkt het niet. Niet alle slimme ideeën zijn van God afkomstig.

Genesis 16:3-4
En Sarai, de vrouw van Abram, nam Hagar, de Egyptische, haar slavin, nadat Abram tien jaar in het land Kanaän gewoond had, en gaf haar aan haar man Abram tot vrouw.
En hij ging tot Hagar en zij werd zwanger; toen zij zag, dat zij zwanger geworden was, was haar meesteres verachtelijk in haar ogen.

Door deze situatie voelde Hagar zich verheven boven Sarai. Ze was een slavin van Sarai, maar Sarai had Hagar een hogere positie gegeven boven die van haarzelf. Sarai dacht dat dit wel een goed idee was, maar dit pakte totaal verkeerd uit.

Genesis 16:5
Toen zeide Sarai tot Abram: De krenking mij aangedaan, komt voor uw rekening; ik heb mijn slavin in uw schoot gegeven, en nu zij ziet, dat zij zwanger geworden is, ben ik verachtelijk in haar ogen; de HERE doe recht tussen mij en u.

Het was het idee van Sarai, maar ze geeft de schuld aan Abram en verwacht daarin Gods gerechtigheid.

Het is vaak de eerste reactie van de mens om iemand anders de schuld te geven van iets wat niet goed uitpakt. Als je autoriteit van God hebt gekregen maar je leeft er niet vanuit zullen de mensen je niet respecteren. Je kinderen zullen je niet respecteren als je niet vanuit je ouderlijke autoriteit leeft. Als je een baas bent in een bedrijf maar je leeft niet vanuit die positie, dan zullen je werknemers je niet respecteren. Maar als je wel leeft vanuit de autoriteit die je gegeven is, zullen ze je respecteren en je daarin waarderen. Ook vrouwen kunnen over hun man lopen als de man niet zijn plek inneemt in het gezin. Dat betekent niet dat de man gemeen moet zijn, maar dat er vriendelijkheid is en een goede behandeling. Neem verantwoordelijkheid en daarin je autoriteit. Autoriteit en verantwoordelijkheid gaan hand in hand.

Genesis 16:6a
En Abram zeide tot Sarai: Zie, uw slavin is in uw macht; doe met haar wat goed is in uw ogen.

Abram reageert ook vanuit de gedachte van schuld en kaatst de bal weer terug naar Sarai.

Soms wacht ons wonder om de hoek, maar reageren we vanuit het vlees en wordt er een Ismaël geboren. En er als een Ismaël bij is gekomen betekent dat je er verantwoordelijk voor bent.

Numeri 21:5a
En het volk sprak tegen God en tegen Mozes: Waarom hebt gij ons uit Egypte gevoerd? om te sterven in de woestijn?

Was het niet hun eigen keuze om uit Egypte te vertrekken? Het zou kunnen dat ze het gedaan hebben, omdat ze het bloed van een lam op de deurpost gesmeerd hadden, zodat de Heer niet de eerstgeborene zou doden. Maar dan nog hadden ze daarna de keuze om niet de woestijn in te trekken. Ze waren geen gevangenen van Mozes of God.

Lucas 14:16-20
Hij zeide tot hem: Iemand richtte een grote maaltijd aan en nodigde velen.
En hij zond zijn slaaf uit tegen het uur van de maaltijd om tot de genodigden te zeggen: Komt, want het is nu gereed.
En zij begonnen zich allen opeens te verontschuldigen. De eerste zeide tot hem: Ik heb een akker gekocht en ik moet die noodzakelijk gaan bezien; ik verzoek u, houd mij voor verontschuldigd.
En een ander zeide: Ik heb vijf span ossen gekocht en ik ga die keuren; ik verzoek u, houd mij voor verontschuldigd.
Weer een ander zeide: Ik heb een vrouw getrouwd en daarom kan ik niet komen.

Ze hadden allemaal een excuus om niet te komen. Ze leggen de verantwoordelijkheid ergens anders neer. Het woord excuus betekent letterlijk ‘afsmeken’. Dat betekent dat we iets kiezen en erbij denken dat dit het beste voor onszelf is, terwijl het in realiteit betekent dat we weglopen voor iets. Het betekent dat we iets zouden moeten ondernemen in hetgeen wat op ons pad komt, maar we doen het tegenovergestelde; we vermijden en ontlopen het met de gedachte dat dit de beste keuze is. Het is het goedpraten van een slechte keuze. Uit het vlees zullen we anderen bekritiseren voor dezelfde dingen die we zelf ook doen en het goedpraten waarom we het doen.

Romeinen 2:1
Daarom zijt gij, o mens, wie gij ook zijt, niet te verontschuldigen, wanneer gij oordeelt. Want waarin gij een ander oordeelt, veroordeelt gij uzelf; want gij, die oordeelt, bedrijft dezelfde dingen.

Lucas 6:41-42
Wat ziet gij de splinter in het oog van uw broeder, maar de balk in uw eigen oog bemerkt gij niet?
Hoe kunt gij tot uw broeder zeggen: Broeder, laat mij de splinter, die in uw oog is, wegdoen, terwijl gij de balk, die in uw eigen oog is, niet ziet? Huichelaar, doe eerst de balk weg uit uw oog en dan zult gij scherp kunnen zien om de splinter in het oog van uw broeder weg te doen.

We kunnen mensen niet bekijken door een vergrootglas terwijl we ons eigen leven bekijken door een roze bril. Als we excuses verzinnen voor de dingen die we doen zijn we niet eerlijk naar onszelf. We verzinnen excuses voor onszelf, maar anderen komen er niet zo genadig vanaf? Anderen worden beoordeeld naar de letter van de wet, maar wijzelf komen vrij door de genade?

Psalm 51:8
Zie, Gij wilt waarheid in het verborgene, in het geheim maakt Gij mij wijsheid bekend.

David schreef deze Psalm toen Natan hem erop gewezen had dat hij gezondigd had met Batseba.

2 Samuël 12:1-7a
En de HERE zond Natan tot David. Deze kwam bij hem en zeide tot hem: Er waren in een stad twee mannen; de een was rijk en de ander arm.
De rijke had zeer veel schapen en runderen;
de arme had niets, behalve één klein ooilam dat hij had gekocht en opgekweekt. Het groeide bij hem op, samen met zijn kinderen; het at van zijn bete, dronk uit zijn beker en sliep in zijn schoot, het was hem als een dochter.
Eens kreeg de rijke man bezoek; en hij kon er niet toe komen, een van zijn schapen of runderen te nemen en te bereiden voor de reiziger die bij hem was gekomen; dus nam hij het ooilam van de arme man en bereidde dat voor de man die bij hem gekomen was.
Toen ontbrandde de toorn van David zeer tegen die man en hij zeide tot Natan: Zo waar de HERE leeft: de man die dit gedaan heeft, is een kind des doods.
En het ooilam moet hij viervoudig vergoeden omdat hij dit gedaan heeft en geen medelijden had.
Daarop sprak Natan tot David: Gij zijt die man!

Batseba beviel van een zoon en daarna kwam Natan bij David dus het was zeker negen maanden later. David leefde al die tijd in misleiding. David had meerdere vrouwen, maar wilde de enige vrouw van Uria. David liet Uria doden en nam Batseba in zijn huis als zijn vrouw. Natan vraagt na zijn gelijkenis aan David wat er met de man uit de gelijkenis moet gebeuren en David antwoordt dat deze man moet boeten.

Psalm 51:3-6
Wees mij genadig, o God, naar uw goedertierenheid, delg mijn overtredingen uit naar uw grote barmhartigheid;
was mij geheel van mijn ongerechtigheid, reinig mij van mijn zonde.
Want ik ken mijn overtredingen, mijn zonde staat bestendig vóór mij.
Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd, en gedaan wat kwaad is in uw ogen, opdat Gij rechtvaardig blijkt in uw uitspraak, zuiver in uw gericht.

David ziet door deze openbaring van God door Natan zijn zonde en excuseert zich niet meer. Hij geeft zich over en bekeert zich van zijn slechte keuze. Veel mensen snappen niet wat er mis is in hun leven, maar ze zijn niet gelukkig. Binnen in hen knarst er iets en ze hebben moeite met vreugde en vrede. God wil dat we de waarheid onder ogen zien en erkennen dat we geen excuses meer moeten verzinnen voor al onze keuzes. We kunnen allerlei manieren bedenken om allerlei dingen in ons leven te vergoelijken, maar uiteindelijk is God degene die ons redt en vrijzet. Als we wachten op God zal hij ons de waarheid laten zien en ons vertellen hoe we vrij kunnen zijn. God komt met zijn overtuiging en Hij vergeeft als wij ons bekeren, maar bekering is niet dat we excuses verzinnen. Als we zondigen betekent dat niet dat we weer zondaars zijn, want Jezus heeft ons een nieuwe identiteit gegeven in Hem. Dat betekent dat we kinderen van de Vader zijn geworden en als wij zondigen, vergeeft Hij ons als wij ons bekeren. Omdat Hij ons heeft gerechtvaardigd worden we iedere dag beter in ons doen door wie we zijn.

2 Korintiërs 5:21
Hem, die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid Gods in Hem.

Als God ons door zijn Geest overtuigd van zonde kunnen we maar één ding zeggen: Heer U hebt gelijk. Er is geen excuus als God ons verteld dat er iets in ons hart leeft wat er niet hoort. Voor ons vlees is het niet makkelijk om zonder excuus toe te geven dat we ergens in gezondigd hebben. Soms als we ons slecht gedragen hebben en we voelen dat we dit goed moeten maken, zitten we vaak allerlei excuses te bedenken om uit te leggen waarom we ons zo gedroegen. Dit wil het vlees om begrip te krijgen, maar de Geest wil dat we ons vernederen. Als we met een excuus vergeving vragen dan verstoppen we ons in het excuus en dit zorgt ervoor dat we er niet vrij van komen. We zeggen dan dat we iets verkeerds gedaan hebben en we proberen dit dan goed te praten door uit te leggen waarom we dit deden.

Psalm 51:12-15
Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in mijn binnenste een vaste geest;
verwerp mij niet van uw aangezicht, en neem uw heilige Geest niet van mij;
hergeef mij de blijdschap over uw heil, en laat een gewillige geest mij schragen.
Dan zal ik overtreders uw wegen leren, opdat zondaars zich tot U bekeren.

David maakt hier duidelijk dat als hij hierin zijn levenslessen niet leert dat hij anderen ook niks kan leren.


woensdag 6 april 2011

Woestijn Mentaliteit - Deel 3

Je vlees heeft niet de capaciteit om je gelukkig te houden. Er zijn momenten van opwinding, maar lang duurt het nooit. Ons vlees vindt het ook niks om in de woestijn te zitten en wil zo snel mogelijk van zijn tegenstanders verlost worden. God wil ons in de woestijn principes leren om onze vijanden te overwinnen, maar vaak willen wij eerst verlost worden en dan de geleerde principes toepassen. God wil dat we Hem leren aanbidden in de woestijn. Als je in de moeilijkste situatie zit waar je ooit in gezeten hebt, dan is het moment aangebroken om je neer te leggen voor God om Hem te laten zien dat je van Hem houdt, dat je Hem aanbidt, dat Hij waardig is, dat er niemand is zoals Hij en dat je op Hem vertrouwt. Dit allemaal midden in de storm. Sommige mensen hebben nooit geleerd God te aanbidden in de woestijn en komen er daarom nooit uit. Het volk Israël had in de woestijn geen hoop voor de toekomst en als jij ook denkt dat je in de toekomst niet iets beters zult hebben dan wat je nu hebt, dan heb je geen hoop. Zonder hoop kan je geen geloof hebben en zonder geloof kan je niet van God ontvangen. De duivel wil onze hoop stelen zonder we hopeloze mensen worden.


Romeinen 4:18
En hij heeft tegen hoop op hoop geloofd, dat hij een vader van vele volken zou worden, volgens hetgeen gezegd was: Zo zal uw nageslacht zijn.

Dit stukje gaat over Abraham. Abraham had geen reden tot hoop, maar hij geloofde en dus had hij hoop. Abraham wist dat dit een goddelijk principe was en dat het hem in overwinning zou leiden. Onze motivatie om te hopen moet niet gefundeerd zijn omdat er een reden is om te hopen, maar omdat Gods woord dit zegt. Als je hoopt als alles je tegenzit en allerlei dingen tegen je zijn dan doe je dat uit geloof.

Romeinen 5:5
En de hoop maakt niet beschaamd, omdat de liefde Gods in onze harten uitgestort is door de heilige Geest, die ons gegeven is.

Deze hoop op God zal uitkomst en overwinning geven. Hierdoor zal je veranderen en dichter bij het beloofde land komen. Veel christenen komen uit Egypte, maar er zijn er weinig die Gods stem verstaan en het beloofde land innemen.

Matteüs 22:14
Want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren.

Veel mensen zijn geroepen, maar niet iedereen neemt verantwoordelijkheid voor die roeping. Je kan opzien naar sommige bedieningen en graag willen dat God ook door jou zo zou werken, maar er zit wel een verantwoordelijkheid en rekenschap aan vast.

Matteüs 20:20-22
Toen kwam de moeder der zonen van Zebedeüs tot Hem, met haar zonen, en zij boog zich voor Hem neder, om iets van Hem te vragen.
Hij zeide tot haar: Wat wilt gij? Zij zeide tot Hem: Zeg, dat deze mijn twee zonen mogen zitten, één aan uw rechterzijde en één aan uw linkerzijde in uw Koninkrijk.
En Jezus antwoordde en zeide: Gij weet niet wat gij vraagt. Kunt gij de beker drinken, die Ik zal drinken?

Vaak willen we de glorie, maar weten we niet wat dat kost. Als God ons zou geven waar we om zouden vragen zouden we het misschien maar één dag kunnen dragen. God wil ons geven wat we vragen, maar Hij wil ons eerst sterk maken zodat we het kunnen dragen en Hij maakt ons sterk in de woestijn. Velen denken dat het beloofde land zonder tegenstand of vijanden is. Kijk maar in de bijbel welke vijanden Israël tegenkwam in het beloofde land. Voor ze door de Jordaan gingen, hadden ze geleerd om naar God te luisteren en zo veroverden ze Jericho.

Numeri 21:5
En het volk sprak tegen God en tegen Mozes: Waarom hebt gij ons uit Egypte gevoerd? om te sterven in de woestijn? Want er is geen brood en geen water en van deze flauwe spijs walgen wij.

God geeft ze te eten op een wonderbaarlijke manier. Hij geeft ze water uit een rots en manna uit de hemel. Ze mochten maar voor één dag manna verzamelen, anders zou het gaan rotten. Hij leerde ze dat ze op Hem kunnen vertrouwen, want Hij is degene die redt op zijn tijd. Hij leert ons allemaal dat we Hem kunnen vertrouwen. Veertig jaar lang sleten hun schoenen niet en hun kleren scheurden niet, maar in plaats van dankbaar te zijn werden ze ondankbaar en ontevreden. Als we leren wat de gevaren zijn van klagen en morren en onze mentaliteit God leert te aanbidden midden in alle ellende, dan pas worden we bevrijd.

1 Petrus 2:19
Want dit is genade, indien iemand, omdat hij met God rekening houdt, leed verdraagt, dat hij ten onrechte lijdt.

Er is een goddeloos lijden waar we niet doorheen moeten en er is een goddelijk lijden die ons brengt in het wandelen in de Geest. Dat betekent het lijden van het vlees wanneer je hetgeen doet waarvan je weet dat dit het juiste is om te doen ook al heb je er geen zin in. Er zijn tijden dat jouw vlees nee zegt, maar jij ja zegt tegen God. Dan leef je niet uit gevoelens of verstand, maar uit geloof en het Woord van God. Als je dit toepast in de leven dat zal je snelle voortgang hebben in de woestijn. De reden waarom wij mensen er langer over doen dan elf dagen is het leven vanuit het vlees. We zijn niet dom en meestal weten we echt wel wat we zouden moeten doen. We weten wanneer we rebels zijn, we weten wanneer een slechte houding hebben. God zal uit zijn liefde laten zien wie we zijn en wat voor gevolgen dat heeft. Ons gebed is vaak dat wij willen dat Hij de situatie verandert, terwijl Hij ons wil duidelijk maken dat Hij wil dat jij verandert. Je hebt niet de positie om anderen te veroordelen over wat fout is in hun leven. Jij draagt je eigen verantwoordelijkheid om te luisteren naar wat God tegen je zegt. De waarheid zal je vrij maken, maar dat is wel de waarheid die over jou gaat.

1 Petrus 2:20-21
Want mag dát roem heten, als gij slagen moet verduren, omdat gij kwaad doet? Maar als gij goed doet en dan lijden moet verduren, dát is genade bij God.
Want hiertoe zijt gij geroepen, daar ook Christus voor u geleden heeft en u een voorbeeld heeft nagelaten, opdat gij in zijn voetstappen zoudt treden.

Maar God is toch een God van gerechtigheid? Ja, maar soms is het wachten op Gods gerechtigheid en is het de bedoeling dat je lijdt in stilte. Het kan zijn dat Iemand jou kwaad doet, maar het gaat erom dat jij vanuit God hierop juist reageert, zodat je de gerechtigheid van God zal zien. God beloofd ons zijn gerechtigheid, maar deze blijft uit als wij uit ons vlees reageren. In de woestijn leert Hij ons te wachten op zijn gerechtigheid. Dan gaat het niet meer om kennis, maar om een levensstijl. Het is geen wonder als je op zondag naar de kerk gaat, maar de rest van de week mort en klaagt net zoals iedereen op werk, luistert naar schuine moppen, troep kijkt op de tv, wandelt in het vlees en je dan afvraagt waarom je niet gezegend wordt. Hij is aan jou of je wilt luisteren naar Gods stem om anders te zijn. Het is niet zo dat ons lijden God verheerlijkt, maar het gaat om een goddelijke mentaliteit in het lijden. Het is niet het probleem dat God verheerlijkt, maar het wachten op Gods gerechtigheid. De Israëlieten hadden het hier heel moeilijk mee, want als ze het moeilijk hadden beschuldigden ze God en Mozes. Het probleem lag nooit aan hen.
Jezus leed glorieus. Jezus leed zonder morren en klagen, want Hij wist dat Hij in Gods handen was. Jezus vertrouwde God in wat er dan maar ook aan de hand was. Vertrouwen betekent dat je onbeantwoorde vragen hebt. Het betekent dat er dingen aan de hand zijn die we niet begrijpen. Er kunnen dingen zijn die niet kloppen en niet eerlijk zijn, maar dan is het de kunst om dieper dan dat te gaan en God te vertrouwen. Jezus kende dit en leed in stilte.

Jesaja 53:7
Hij werd mishandeld, maar hij liet zich verdrukken en deed zijn mond niet open; als een lam dat ter slachting geleid wordt, en als een schaap dat stom is voor zijn scheerders, zo deed hij zijn mond niet open.

Het is moeilijk om dit te bevatten voor ons leven; het lijden in stilte. Vaak is het zo hoe langer we over onze problemen praten des te langer het duurt dat ze voorbij zijn. Vaak als we pijn hebben willen we graag dat anderen ervan weten. Natuurlijk mag je iemand vertellen dat het niet goed met je gaat, maar stop met klagen en geef een offer van aanbidding. We weten allemaal dat er altijd wel iets is waar we over kunnen klagen. Hoe kunnen wij de vijanden aan in het beloofde land als wij niet eens geleerd hebben om stil te zijn als God het van ons vraagt? Is er een drang om het laatste woord te hebben? Is er een drang om jouw mening te ventileren? Het vlees wil gehoord worden. Soms kunnen we best voor onszelf opkomen, maar God kan van ons vragen om stil te zijn, zodat we op Hem zullen wachten. We hebben vaak ons mondje klaar als ons iets tegenstaat. Je kan ergens een geweldige avond hebben, maar op het parkeerterrein klagen over hoe lang iedereen er over doet om weg te rijden. We worden snel getest voor dit soort onderwerpen. Er zijn altijd twee kanten aan een verhaal, maar het is aan ons welke blik we kiezen.

Johannes 14:30
Niet veel zal Ik meer met u spreken, want de overste der wereld komt en heeft aan Mij niets.

Hier zegt Jezus tegen zijn discipelen dat Hij niet veel meer zal spreken, zodat de vijand geen aanleiding of gelegenheid zal hebben om Hem ergens op te pakken. Spreek als je moet spreken, maar heb ook de wijsheid om stil te zijn. Als je maar doorgaat over jouw lijden of jouw pijn dan blijft het maar bloeden. Het is goed om iemand voor je te laten bidden, maar verdrink ze niet in je sores.

Filippenzen 2:14-15
Doet alles zonder morren of bedenkingen,
opdat gij onberispelijk en onbesmet moogt zijn, onbesproken kinderen Gods te midden van een ontaard en verkeerd geslacht, waaronder gij schijnt als lichtende sterren in de wereld.

Doe ALLES zonder morren of klagen. Je huis schoonmaken, boodschappen doen, in de file staan, andermans rommel opruimen? Het is niet de bedoeling dat je dit leert tijdens één of andere grote bediening, maar precies waar je nu bent. Niet in het beloofde land, in de woestijn. Het is dus niet alleen in de grote, voor iedereen zichtbare dingen, maar ook in de kleine dingen. De dingetjes die alleen jij weet en verder niemand anders. Deze kleintjes kunnen een blokkade in je leven zijn en het goede bederven.

Hooglied 2:15
Vangt ons de vossen, de kleine vossen, die de wijngaarden verderven, nu onze wijngaarden in bloei staan.

Als we niet betrouwbaar zijn in de kleine dingen, kunnen we niet over grote dingen gesteld worden. Het gaat erom dat je leert om stil te zijn als God het van je vraagt. Dat je je winkelwagentje netjes terugzet ook al doet niemand anders het. Dat je andermans rommel opruimt ook al doen ze het niet voor jou. En dat je deze dingen niet alleen doet zonder te klagen, met een juiste mentaliteit. Soms kunnen we God gehoorzamen onder beklag, maar als we met de juiste mentaliteit God gehoorzamen dan hebben we pas echt gewonnen. Het evangelie hierin is zo simpel dat je hier niet intelligent voor hoeft te zijn.

Waarom vraagt God van ons om niet te klagen? Zodat je kan laten zien dat je zonder schuld en onbesmet bent. Zodat je een ongerept kind van God bent te midden van mensen die geestelijk verdorven zijn. Zodat je een helder sterrenlicht bent die duidelijk schijnt in een donkere wereld. Wees dus niet zoals de mensen in de wereld die Hem niet kennen.

1 Korintiërs 10:9-11
En laten wij de Here niet verzoeken, zoals sommigen van hen deden, en zij kwamen om door de slangen.
En mort niet, zoals sommigen van hen deden, en zij kwamen om door de verderfengel.
Dit is hun overkomen tot een voorbeeld (voor ons) en het is opgetekend ter waarschuwing voor ons, over wie het einde der eeuwen gekomen is.

God verzoeken betekent ondankbaar zijn terwijl Hij geeft. Als God goed voor ons is het niet verstandig dat we gaan klagen. Praten over zure dingen, terwijl God zijn zoetheid laat proeven. Er is bijvoorbeeld altijd wel iets negatiefs wat je over iemand anders kan zeggen. Dat we voor eeuwig gered en gezegend zijn moet al genoeg zijn om ons hele leven ons te verheugen. God zegende het volk Israël, maar toch kwamen er mensen om door giftige slangen. Klagen opent de deur voor de vijand. Hierin kunnen leren God te vrezen met een heilige vrees. We hoeven niet bang voor Hem te zijn, maar als Hij zegt: ‘Doe niet!’ dan meent Hij het. Hij zegt deze dingen in ons voordeel, omdat Hij van ons houdt. Klagen is heel natuurlijk voor ons oude ik en daarom is dit één van de grootste redenen waarom het volk Israël niet uit de woestijn kwam; ze stopten niet met klagen. Zelfs wonderen zullen je niet weerhouden om te gaan klagen, want het volk klaagde over het wonderbaarlijke manna wat ook wel het brood van de engelen genoemd wordt.

Psalm 78:23-25
Toen gebood Hij de wolken daarboven en opende de deuren des hemels;
Hij deed manna tot spijze op hen regenen, en schonk hun hemelkoren;
brood der engelen at ieder, Hij zond hun teerkost tot verzadiging.

Wat jou zal weerhouden van klagen is het opgroeien naar volwassenheid. Wat het volk meemaakte is tot lering voor ons. We kunnen leren van de fouten die zij maakten doordat God ons leert vanuit zijn Woord.