woensdag 18 mei 2011

Woestijn Mentaliteit - Deel 4

Een verkeerde gedachtegang en een verkeerde mentaliteit kan er ervoor zorgen dat je niet verder komt in je leven. Veel mensen lopen met het gedrag rond dat ze niet willen wachten op iets, maar dat ze nu alles willen. Dat heeft te maken met ongeduld en dit heeft weer te maken met trots. ‘We verdienen het beste en we verdienen het nu.’ Ons oude natuur zit vol met trots en dat betekent dat we zelfingenomen en vol van onszelf zijn en dat we denken we het bij het juiste eind hebben. We denken vaak dat we allerlei dingen kunnen doen die we niet zouden moeten doen, terwijl God zegt dat we buiten Hem niets kunnen doen. Ons vlees vindt het heerlijk als we schouderklopjes krijgen, maar God deelt zijn glorie met niemand.


Jesaja 42:8
Ik ben de HERE, dat is mijn naam, en mijn eer zal Ik aan geen ander geven noch mijn lof aan de gesneden beelden.

Het gaat zo vaak om ons. We proberen zo vaak ons eigen plan er door te drukken. We hebben moeite om te wachten op goede dingen en om te blijven vertrouwen op Hem waarvan al het goede komt.

Hebreeën 10:36
Want gij hebt volharding nodig, om, de wil van God doende, te verkrijgen hetgeen beloofd is.

We erven de beloften van God in het beloofde land. We hebben geloof en volharding nodig om standvastig te blijven om te ontvangen wat ons beloofd is. Volharding verkrijgen we door nederigheid. Als we nederig zijn erkennen we dat God het beste met ons voor heeft en altijd voor ons zorgt. Daardoor kunnen we zeggen tegen God dat Hij alles in zijn hand heeft.

Psalm 31:16a
Mijn tijden zijn in uw hand.

Geloof je dat God een plan voor jou heeft? Veel mensen willen eerst dat volledige plan van God voor hun leven kennen voordat ze maar een stap zetten. Maar God vraagt van ons om met geloof een stap te zetten voordat het water scheidt of je draagt. Eén stap van gehoorzaamheid opent de deur naar het volgende wat God wil doen. Ons oude denken dat niet nederig en geduldig naar God is wil eerst alles weten van het plan van God is. Eerst wil je vlees ernaar kijken om daarna te beslissen of die het wel wilt doen of niet. God wil ons stapje voor stapje in zijn wil leiden om ons midden in zijn heerlijkheid te krijgen. Met ons eigen plan zetten we God in een hokje, maar God werkt om dat hokje heen om ons duidelijk te maken dat Hij ons in zijn hand heeft. En als iets lukt hoe wij het gedacht hadden, moeten we dat ook niet in een hokje stoppen, want God verandert voortdurend hoe Hij dingen doet. Je kan bij God van één ding op aan en dat is verandering.

Spreuken 16:1-2
De mens heeft overleggingen des harten, maar het antwoord der tong is van de HERE.
Al iemands wegen zijn rein in zijn ogen, maar de HERE toetst de geesten.

Spreuken 16:9
Het hart des mensen overdenkt zijn weg, maar de HERE bestiert zijn gang.

Spreuken 16:25
Soms schijnt een weg iemand recht, maar het einde daarvan voert naar de dood.

We houden er van om God ons eigen plan te laten zien en er zijn zegen over te vragen, maar dat is niet hoe God het wil. Hij wil ons kneden en vormen naar zijn plan. Hij wil ons leiden en daarvoor is het belangrijk dat we makkelijk een andere kant opgestuurd kunnen worden door Hem. Als we op zijn woord staan kan niemand ons omver duwen.

Volharding betekent: vrolijk, hoopvol uithoudingsvermogen. Dat betekent dat als je door iets moeilijks heen gaat dat je vrolijk en vol van hoop kan zijn. Volharding betekent niet alleen dat je iets doorstaat, volharding gaat over hoe je iets doorstaat. Volharding betekent: continue en voortdurend. Wist je dat je geen overwinning behaald door iets één keer te doen? Je moet er in blijven om het te behalen.

Johannes 8:31-32
Jezus dan zeide tot de Joden, die in Hem geloofden: Als gij in mijn woord blijft, zijt gij waarlijk discipelen van Mij
en gij zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken.

Hoeveel mensen geven op in de tijden waarin God ons test in geduld en doorzettingsvermogen? Hoeveel mensen proberen iets één of twee keer en als het niet lukt keren terug naar Egypte? En als ze genoeg hebben van Egypte zoeken ze God weer op in de woestijn en als ze weer getest worden voor hun beloofde land keren ze weer terug naar Egypte. We gaan soms door moeilijke periodes heen en daar is geduld voor nodig. Dit is moeilijk voor een trots mens, want een trots mens wil alles en graag nu. Een trots mens heeft moeite met andere mensen, omdat ze het niet doen zoals hij wil. Je kan er zelf achter komen hoe hoogmoedig je bent als je in een situatie zit waarin je moet wachten. Het woord volharding betekent dat je onder iets zit te wachten. Dat houdt in dat je nederig bent onder de hand van God en dat je niet wegrent voor moeilijke dingen en dat je weet dat God van je vraagt om ergens doorheen te gaan. De Griekse uitleg van het woord volharding betekent vrucht wat voortgebracht wordt tijdens moeilijkheden.

Jakobus 1:2-4
Houdt het voor enkel vreugde, mijn broeders, wanneer gij in velerlei verzoekingen valt,
want gij weet, dat de beproefdheid van uw geloof volharding uitwerkt.
Maar die volharding moet volkomen doorwerken, zodat gij volkomen en onberispelijk zijt en in niets te kort schiet.

Moeilijke tijden kunnen van alles uit ons voortbrengen, maar als we volharden in geloof zal het vrucht voortbrengen. God wil ons volharding over ons vlees leren in de woestijn, zodat we met geduld in alle situaties kunnen regeren in het beloofde land. Dit alles heeft te maken met de woestijn mentaliteit ‘ik heb geen geduld en geen volharding en ik wil alles nu’.

Een andere woestijn mentaliteit is ‘mijn gedrag is misschien niet juist, maar dat is niet mijn fout’.

Genesis 3:12-13
De mens antwoordde: ‘De vrouw die u hebt gemaakt om mij terzijde te staan, heeft mij vruchten van de boom gegeven en toen heb ik ervan gegeten.’
‘Waarom heb je dat gedaan?’ vroeg God, de HEER, aan de vrouw. En zij antwoordde: ‘De slang heeft me misleid en toen heb ik ervan gegeten.’

De schuld die Adam en Eva ervaren leidt ertoe dat ze zich verschuilen. God vraagt waar ze zijn en of ze van de verboden boom hebben gegeten. God stelt Adam een directe vraag: Heb je soms gegeten van de boom waarvan ik je verboden had te eten? Maar Adam ontwijkt de vraag door niet met ja of nee te antwoorden en geeft Eva de schuld. Dan vraagt God aan Eva wat ze gedaan had en ook zij legt de schuld bij iemand anders; de slang. Ze namen beiden niet de verantwoordelijkheid voor hun eigen keuzes. Als we met excuses zullen blijven aankomen worden we niet vrij. De Israëlieten in de woestijn gaven God en Mozes ook de schuld van alles.

Genesis 16:1-2
Sarai nu, de vrouw van Abram, schonk hem geen kinderen, en zij had een Egyptische slavin, wier naam was Hagar.
En Sarai zeide tot Abram: Zie toch, de HERE heeft mij niet vergund te baren; ga toch tot mijn slavin; misschien zal ik uit haar gebouwd worden. En Abram luisterde naar Sarai.

Adam was het hoofd van zijn gezin en Abram was het hoofd van zijn gezin. God was tot Abram gekomen en had tot Abram gesproken. Voor Sarai duurde het allemaal te lang dat de beloften van God zouden uitkomen en ze werd ongeduldig en maakt haar eigen plan.

Pas enorm op als je op de doorbraak van God in je leven wacht met eigen slimme ideeën. Het enige wat daar uit voortkomt is dat je jezelf moe en gefrustreerd maakt, want als Gods zalving er niet op ligt werkt het niet. Niet alle slimme ideeën zijn van God afkomstig.

Genesis 16:3-4
En Sarai, de vrouw van Abram, nam Hagar, de Egyptische, haar slavin, nadat Abram tien jaar in het land Kanaän gewoond had, en gaf haar aan haar man Abram tot vrouw.
En hij ging tot Hagar en zij werd zwanger; toen zij zag, dat zij zwanger geworden was, was haar meesteres verachtelijk in haar ogen.

Door deze situatie voelde Hagar zich verheven boven Sarai. Ze was een slavin van Sarai, maar Sarai had Hagar een hogere positie gegeven boven die van haarzelf. Sarai dacht dat dit wel een goed idee was, maar dit pakte totaal verkeerd uit.

Genesis 16:5
Toen zeide Sarai tot Abram: De krenking mij aangedaan, komt voor uw rekening; ik heb mijn slavin in uw schoot gegeven, en nu zij ziet, dat zij zwanger geworden is, ben ik verachtelijk in haar ogen; de HERE doe recht tussen mij en u.

Het was het idee van Sarai, maar ze geeft de schuld aan Abram en verwacht daarin Gods gerechtigheid.

Het is vaak de eerste reactie van de mens om iemand anders de schuld te geven van iets wat niet goed uitpakt. Als je autoriteit van God hebt gekregen maar je leeft er niet vanuit zullen de mensen je niet respecteren. Je kinderen zullen je niet respecteren als je niet vanuit je ouderlijke autoriteit leeft. Als je een baas bent in een bedrijf maar je leeft niet vanuit die positie, dan zullen je werknemers je niet respecteren. Maar als je wel leeft vanuit de autoriteit die je gegeven is, zullen ze je respecteren en je daarin waarderen. Ook vrouwen kunnen over hun man lopen als de man niet zijn plek inneemt in het gezin. Dat betekent niet dat de man gemeen moet zijn, maar dat er vriendelijkheid is en een goede behandeling. Neem verantwoordelijkheid en daarin je autoriteit. Autoriteit en verantwoordelijkheid gaan hand in hand.

Genesis 16:6a
En Abram zeide tot Sarai: Zie, uw slavin is in uw macht; doe met haar wat goed is in uw ogen.

Abram reageert ook vanuit de gedachte van schuld en kaatst de bal weer terug naar Sarai.

Soms wacht ons wonder om de hoek, maar reageren we vanuit het vlees en wordt er een Ismaël geboren. En er als een Ismaël bij is gekomen betekent dat je er verantwoordelijk voor bent.

Numeri 21:5a
En het volk sprak tegen God en tegen Mozes: Waarom hebt gij ons uit Egypte gevoerd? om te sterven in de woestijn?

Was het niet hun eigen keuze om uit Egypte te vertrekken? Het zou kunnen dat ze het gedaan hebben, omdat ze het bloed van een lam op de deurpost gesmeerd hadden, zodat de Heer niet de eerstgeborene zou doden. Maar dan nog hadden ze daarna de keuze om niet de woestijn in te trekken. Ze waren geen gevangenen van Mozes of God.

Lucas 14:16-20
Hij zeide tot hem: Iemand richtte een grote maaltijd aan en nodigde velen.
En hij zond zijn slaaf uit tegen het uur van de maaltijd om tot de genodigden te zeggen: Komt, want het is nu gereed.
En zij begonnen zich allen opeens te verontschuldigen. De eerste zeide tot hem: Ik heb een akker gekocht en ik moet die noodzakelijk gaan bezien; ik verzoek u, houd mij voor verontschuldigd.
En een ander zeide: Ik heb vijf span ossen gekocht en ik ga die keuren; ik verzoek u, houd mij voor verontschuldigd.
Weer een ander zeide: Ik heb een vrouw getrouwd en daarom kan ik niet komen.

Ze hadden allemaal een excuus om niet te komen. Ze leggen de verantwoordelijkheid ergens anders neer. Het woord excuus betekent letterlijk ‘afsmeken’. Dat betekent dat we iets kiezen en erbij denken dat dit het beste voor onszelf is, terwijl het in realiteit betekent dat we weglopen voor iets. Het betekent dat we iets zouden moeten ondernemen in hetgeen wat op ons pad komt, maar we doen het tegenovergestelde; we vermijden en ontlopen het met de gedachte dat dit de beste keuze is. Het is het goedpraten van een slechte keuze. Uit het vlees zullen we anderen bekritiseren voor dezelfde dingen die we zelf ook doen en het goedpraten waarom we het doen.

Romeinen 2:1
Daarom zijt gij, o mens, wie gij ook zijt, niet te verontschuldigen, wanneer gij oordeelt. Want waarin gij een ander oordeelt, veroordeelt gij uzelf; want gij, die oordeelt, bedrijft dezelfde dingen.

Lucas 6:41-42
Wat ziet gij de splinter in het oog van uw broeder, maar de balk in uw eigen oog bemerkt gij niet?
Hoe kunt gij tot uw broeder zeggen: Broeder, laat mij de splinter, die in uw oog is, wegdoen, terwijl gij de balk, die in uw eigen oog is, niet ziet? Huichelaar, doe eerst de balk weg uit uw oog en dan zult gij scherp kunnen zien om de splinter in het oog van uw broeder weg te doen.

We kunnen mensen niet bekijken door een vergrootglas terwijl we ons eigen leven bekijken door een roze bril. Als we excuses verzinnen voor de dingen die we doen zijn we niet eerlijk naar onszelf. We verzinnen excuses voor onszelf, maar anderen komen er niet zo genadig vanaf? Anderen worden beoordeeld naar de letter van de wet, maar wijzelf komen vrij door de genade?

Psalm 51:8
Zie, Gij wilt waarheid in het verborgene, in het geheim maakt Gij mij wijsheid bekend.

David schreef deze Psalm toen Natan hem erop gewezen had dat hij gezondigd had met Batseba.

2 Samuël 12:1-7a
En de HERE zond Natan tot David. Deze kwam bij hem en zeide tot hem: Er waren in een stad twee mannen; de een was rijk en de ander arm.
De rijke had zeer veel schapen en runderen;
de arme had niets, behalve één klein ooilam dat hij had gekocht en opgekweekt. Het groeide bij hem op, samen met zijn kinderen; het at van zijn bete, dronk uit zijn beker en sliep in zijn schoot, het was hem als een dochter.
Eens kreeg de rijke man bezoek; en hij kon er niet toe komen, een van zijn schapen of runderen te nemen en te bereiden voor de reiziger die bij hem was gekomen; dus nam hij het ooilam van de arme man en bereidde dat voor de man die bij hem gekomen was.
Toen ontbrandde de toorn van David zeer tegen die man en hij zeide tot Natan: Zo waar de HERE leeft: de man die dit gedaan heeft, is een kind des doods.
En het ooilam moet hij viervoudig vergoeden omdat hij dit gedaan heeft en geen medelijden had.
Daarop sprak Natan tot David: Gij zijt die man!

Batseba beviel van een zoon en daarna kwam Natan bij David dus het was zeker negen maanden later. David leefde al die tijd in misleiding. David had meerdere vrouwen, maar wilde de enige vrouw van Uria. David liet Uria doden en nam Batseba in zijn huis als zijn vrouw. Natan vraagt na zijn gelijkenis aan David wat er met de man uit de gelijkenis moet gebeuren en David antwoordt dat deze man moet boeten.

Psalm 51:3-6
Wees mij genadig, o God, naar uw goedertierenheid, delg mijn overtredingen uit naar uw grote barmhartigheid;
was mij geheel van mijn ongerechtigheid, reinig mij van mijn zonde.
Want ik ken mijn overtredingen, mijn zonde staat bestendig vóór mij.
Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd, en gedaan wat kwaad is in uw ogen, opdat Gij rechtvaardig blijkt in uw uitspraak, zuiver in uw gericht.

David ziet door deze openbaring van God door Natan zijn zonde en excuseert zich niet meer. Hij geeft zich over en bekeert zich van zijn slechte keuze. Veel mensen snappen niet wat er mis is in hun leven, maar ze zijn niet gelukkig. Binnen in hen knarst er iets en ze hebben moeite met vreugde en vrede. God wil dat we de waarheid onder ogen zien en erkennen dat we geen excuses meer moeten verzinnen voor al onze keuzes. We kunnen allerlei manieren bedenken om allerlei dingen in ons leven te vergoelijken, maar uiteindelijk is God degene die ons redt en vrijzet. Als we wachten op God zal hij ons de waarheid laten zien en ons vertellen hoe we vrij kunnen zijn. God komt met zijn overtuiging en Hij vergeeft als wij ons bekeren, maar bekering is niet dat we excuses verzinnen. Als we zondigen betekent dat niet dat we weer zondaars zijn, want Jezus heeft ons een nieuwe identiteit gegeven in Hem. Dat betekent dat we kinderen van de Vader zijn geworden en als wij zondigen, vergeeft Hij ons als wij ons bekeren. Omdat Hij ons heeft gerechtvaardigd worden we iedere dag beter in ons doen door wie we zijn.

2 Korintiërs 5:21
Hem, die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid Gods in Hem.

Als God ons door zijn Geest overtuigd van zonde kunnen we maar één ding zeggen: Heer U hebt gelijk. Er is geen excuus als God ons verteld dat er iets in ons hart leeft wat er niet hoort. Voor ons vlees is het niet makkelijk om zonder excuus toe te geven dat we ergens in gezondigd hebben. Soms als we ons slecht gedragen hebben en we voelen dat we dit goed moeten maken, zitten we vaak allerlei excuses te bedenken om uit te leggen waarom we ons zo gedroegen. Dit wil het vlees om begrip te krijgen, maar de Geest wil dat we ons vernederen. Als we met een excuus vergeving vragen dan verstoppen we ons in het excuus en dit zorgt ervoor dat we er niet vrij van komen. We zeggen dan dat we iets verkeerds gedaan hebben en we proberen dit dan goed te praten door uit te leggen waarom we dit deden.

Psalm 51:12-15
Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in mijn binnenste een vaste geest;
verwerp mij niet van uw aangezicht, en neem uw heilige Geest niet van mij;
hergeef mij de blijdschap over uw heil, en laat een gewillige geest mij schragen.
Dan zal ik overtreders uw wegen leren, opdat zondaars zich tot U bekeren.

David maakt hier duidelijk dat als hij hierin zijn levenslessen niet leert dat hij anderen ook niks kan leren.