vrijdag 18 februari 2011

De Woestijn


De Heer wil dat wij op Hem leren vertrouwen. God wilde dit leren aan zijn volk wat in Egypte onderdrukte werd. Egypte staat voor het leven in de duisternis. De Israëlieten zaten onder de macht van de Farao. Mozes kwam met verlossing en de Israëlieten smeerden het bloed van een lam op de deurposten van hun huizen. De Heer beloofde hen naar een mooi en uitgestrekt land van melk en honing te brengen. Maar eerst moesten ze door de woestijn heen om God te aanbidden; eigenlijk om intiem te worden met hun Maker. Het is niet mogelijk om vrucht te dragen in het beloofde land zonder eerst intiem te zijn met de bron van alle leven. Zoals Jezus drie dagen in het graf lag moesten de Israëlieten drie dagreizen de woestijn in om te sterven aan henzelf en God te leren kennen. Voor veel Israëlieten was dit zo moeilijk dat het niet 3 of 11 dagen werd, maar 40 jaar in de woestijn. Helaas is dat met vele christenen ook zo. Vanaf het moment dat ze gered zijn door Jezus Christus uit de duisternis verwachten ze dat er verder geen strijd meer is. Geen tegenstand, vechten, karaktertraining, persoonlijk herstel, zonden belijden, bevrijding, enz. Velen begrijpen Gods plan niet en vertrouwen Hem niet genoeg dat de woestijn in een christelijk leven essentieel is. God neemt ons mee en we gaan door een transitie en dat is niet makkelijk. Als we dit niet begrijpen kunnen we terug gaan verlangen naar het makkelijke leven wat we eerst hadden. De angst om te sterven wordt groot in de woestijn, omdat er geen provisie is dan God alleen.

Vanaf het moment dat Mozes te tonele verschijnt zie je de angst om te sterven naar boven komen. God wilde dat deze angst zichtbaar werd en dat ze er mee af zouden rekenen.

Exodus 2:14 (doden Egyptenaar, ruzie Hebreeërs)
Exodus 5:21 (taken verzwaard, zwaard om te doden)
Exodus 14:11-12
Exodus 16:3
Numeri 14:2
Numeri 16:3
Numeri 20:4
Numeri 21:5

Ze hadden jaren lang geklaagd over sterven in de woestijn en uiteindelijk sterven ze ook in de woestijn door hun geklaag. Ze waren profeten van hun eigen bestemming.
De woestijn is de plek waar de oude mens sterft en de nieuwe mens bekrachtigd wordt. In de woestijn wordt de mens afgesneden van alles waar hij op vertrouwde en is het de bedoeling dat hij zich naar God uitstrekt. Dat is het doel van God. Om Hem te aanbidden in de woestijn, zodat Hij met zijn aanwezigheid kan laten zien wie Hij is en om onze eigen motieven aan ons te tonen. Dan wil Hij ons laten afrekenen met ons vlees, zodat we begrijpen dat we alleen Hem nodig hebben. Hij wil dat wij leren Hem alleen te vertrouwen, zodat we ons land kunnen innemen; onze bestemming. Hij wil ons laten zien dat Hij voorziet, ook al lijkt er geen voorziening en dit heeft met vertrouwen en geloof te maken. Hij wil laten zien dat Hij trouw is aan degenen die Hem vertrouwen. Hij wil ons laten zien dat we Hem kunnen vertrouwen en Hij wil laten zien dat Hij God is. Hij wil zijn macht en autoriteit laten zien en toevertrouwen aan zijn volk. Wij moeten minder worden en Hij moet meer worden. De oude mens zal klagen en zal ervaren dat het zal moeten sterven.

Deuteronomium 1:26-33
Maar gij wildet niet optrekken en waart weerspannig tegen het bevel van de HERE, uw God; gij mordet in uw tenten en zeidet: omdat de HERE ons haat, heeft Hij ons uit het land Egypte geleid om ons te brengen in de macht van de Amorieten en ons te verdelgen.
Waarheen trekken wij op? Onze broeders hebben ons het hart doen smelten met de tijding: de mensen zijn groter en langer dan wij, de steden zijn groot en hemelhoog versterkt, en ook hebben wij daar Enakieten gezien.
Ik zeide wel tot u: Beeft niet, vreest niet voor hen.
De HERE, uw God, die voor u uit gaat, Hij zal voor u strijden in overeenstemming met alles wat Hij voor uw ogen met u gedaan heeft in Egypte
en in de woestijn, waar gij hebt gezien, hoe de HERE, uw God, u droeg, zoals een man zijn kind draagt, op heel de weg die gij gegaan zijt, totdat gij op deze plaats gekomen zijt.
Doch ondanks dit woord geloofdet gij niet in de HERE, uw God,
die voor u uit ging op de weg om voor u een plaats te zoeken, waar gij u kondt legeren: des nachts in een vuur om u te doen zien op de weg waarlangs gij moest gaan, en des daags in een wolk.

Ze wisten voordat ze de woestijn in gingen niet dat ze naar het beloofde land zouden gaan. Dat werd ze pas duidelijk in de woestijn. Ze dachten eerst dat ze 3 dagreizen de woestijn in zouden gaan om God te aanbidden, maar toen de Heer de Rietzee achter hen sloot en daarbij hun vijanden, de Egyptenaren doodde, wisten ze dat er geen weg terug was. Dan wordt het tijd om vooruit te gaan kijken, maar helaas konden ze niet verder dan de woestijn kijken. Ze voelden zich beroofd van hun achterdeur, Egypte, en nu zaten ze vast in de woestijn. In de woestijn wil God ons leren om ons leven vanuit het natuurlijke, om te zetten in het leven vanuit het geestelijke. Dus vanuit wat we zien en weten, over te gaan naar wat we nog niet zien en niet weten. Te vertrouwen op God vanuit puur geloof. De woestijn is DE plek waar je niks meer hebt. Je kan alleen op Hem terugvallen of klagen en je doel niet bereiken. In de woestijn wordt je karakter gevormd, want het beloofde land kan alleen ingenomen worden door geloof en karakter. Karakter zorgt ervoor dat je in de stilte en in de storm blijft staan in de belofte van God aan jou persoonlijk. Karakter betekent dat je gevormd en geschaafd bent in de school van de Heilige Geest, zodat je de basislessen niet meer in het beloofde land hoeft te leren. Als er niks gebeurt zou je kunnen gaan denken dat je Gods stem niet goed hebt verstaan, maar karakter blijft geloven en vertrouwen: ik weet wie Hij is wat Hij mij gezegd heeft. Als het stormt zou je ook kunnen denken waarom al die tegenstand en druk jouw kant opkomt, maar karakter zegt: ik zal stand houden in zijn kracht wat ze ook zeggen of doen. De woestijn is DE leerschool voor ons mensen. Iedereen zal persoonlijk door een woestijn heen moeten om het oude af te leggen en leren om niks te hebben wat je afleidt, om op Hem alleen te vertrouwen in voorziening en om je visie te ontvangen en bekrachtigd te worden voor jouw beloofde land.

De vijanden in Egypte waren mensen, de vijanden in het beloofde land zijn reuzen. Dit heeft alles te maken met een andere manier van leven. De manier van overleven in Egypte houdt geen stand in de woestijn en al zeker niet in het beloofde land.

In Egypte is iedereen slachtoffer. Egypte is leven in een gevangenis zonder muren. Onderdrukt, maar geen plan of visie om daar onder uit te geraken. Dit was hun aangenomen identiteit. Je leeft wel, maar je zit vast. Je hebt werk, eten en een dak boven je hoofd, maar iemand anders bepaalt je vrijheid. De woestijn was door God bedoeld om Egypte uit de mens te halen en de vrijheid en verlossing van God te ontdekken. Bekering betekent een nieuwe manier van denken. Niet symptoom bestrijding, maar met wortel en al. In de woestijn was het de bedoeling om te leren uit je slachtofferrol te komen en overwinnaar te worden. Om niet meer afhankelijk te zijn van anderen, maar zelf je toekomst te ontdekken in God. Een enorme shift in het zijn van deze mensen. Mozes ging hen voor en liet ze zien hoe ze intiem met God konden zijn, maar ze pikten het niet op. De afstand tussen Egypte en het beloofde land bedroeg elf dagen reizen. Uiteindelijk deden ze er 40 jaar over en zelfs na veertig jaar behaalden velen niet hun doel. Victim of Victor? Weeskind of Zoon? Slaaf of vriend? Slachtoffer of overwinnaar?

De woestijn is geen prettig gebied. Het is er droog. Het is er heet. Het is er eenzaam. Het is er saai. Er is weinig tot geen eten. Weinig tot geen drinken. Er is geen comfort. Het ziet er onaantrekkelijk uit. En toch stuurt God mensen de woestijn in, want dit is de plek om te leren afhankelijk te worden van Hem. Hij is jouw bescherming. Hij is jouw beste vriend. Hij is jouw vervulling. Hij is jouw levend brood en levend water. Hij is jouw glorie en majesteit. Om geheiligd te worden door Hem betekent apart gezet worden, zonder afleiding.

Deuteronomium 2:7
Want de HERE, uw God, heeft u gezegend in al het werk uwer handen; Hij heeft uw tocht door deze grote woestijn gekend; deze veertig jaar was de HERE, uw God, met u, gij hebt aan niets gebrek gehad.

Deuteronomium 8:2-18
Gedenk dan heel de weg, waarop de HERE, uw God, u deze veertig jaar in de woestijn heeft geleid, om u te verootmoedigen en u op de proef te stellen ten einde te weten, wat er in uw hart was: of gij al dan niet zijn geboden zoudt onderhouden.
Ja, Hij verootmoedigde u, deed u honger lijden en gaf u het manna te eten, dat gij niet kendet en dat ook uw vaderen niet gekend hadden, om u te doen weten, dat de mens niet alleen van brood leeft, maar dat de mens leeft van alles wat uit de mond des HEREN uitgaat.
Het kleed dat gij draagt, is niet versleten en uw voet is niet gezwollen in deze veertig jaar. Erken dan van harte, dat de HERE, uw God, u vermaant, zoals een man zijn zoon vermaant, en onderhoud de geboden van de HERE, uw God, door in zijn wegen te wandelen en Hem te vrezen.
Want de HERE, uw God, brengt u in een goed land, een land van beken, bronnen en wateren, die in de dalen en op de bergen ontspringen;
een land van tarwe en gerst, van wijnstokken, vijgebomen en granaatappelen; een land van olierijke olijfbomen en honig;
een land, waarin gij niet in armoede uw brood zult eten, waarin gij aan niets gebrek zult hebben; een land, waarvan de stenen ijzer zijn en uit welks bergen gij koper zult houwen.
Gij zult eten en verzadigd worden en de HERE, uw God, prijzen om het goede land dat Hij u gaf.
Neem u ervoor in acht, dat gij de HERE, uw God, niet vergeet door zijn geboden, zijn verordeningen en zijn inzettingen, die ik u heden opleg, te verwaarlozen,
opdat, wanneer gij eet en verzadigd wordt, goede huizen bouwt en die bewoont,
uw runderen en kleinvee zich vermenigvuldigen en uw zilver en goud zich vermeerderen, ja, al wat gij hebt, zich vermeerdert,
uw hart zich niet verheffe, en gij de HERE, uw God, vergeet, die u uit het land Egypte, uit het diensthuis, geleid heeft,
die u deed gaan door de grote en vreselijke woestijn, met vurige slangen en schorpioenen en dorstig land zonder water; die uit de harde rots voor u water te voorschijn deed komen,
die u in de woestijn met het manna voedde, dat uw vaderen niet gekend hebben, om u te verootmoedigen, u op de proef te stellen en u ten laatste wèl te doen.
Zeg dan niet bij uzelf: mijn kracht en de sterkte mijner hand heeft mij dit vermogen verworven.
Maar gij zult aan de HERE, uw God, denken, want Hij is het, die u kracht geeft om vermogen te verwerven, ten einde het verbond gestand te doen, dat Hij uw vaderen gezworen heeft – zoals dit heden het geval is.

De nieuwe mens (Kaleb en Jozua) ziet dat Hij was, is en komen zal. Hij is de grote Ik Ben. Zijn woord is waar. Hij wil dat we eerst Hem ontmoeten in zijn aanwezigheid zoals Mozes en Jozua deden. Mozes was de leidsman in de woestijn, zodat het volk zou leren om op God te vertrouwen en in zijn aanwezigheid te komen (Berg Horeb) en Jozua was de man die vanuit de aanwezigheid van God het land zou innemen. God zal bovennatuurlijk voorzien als er geen natuurlijke weg is.

Nehemia 9:17-19
Zij weigerden te horen en gedachten de wonderen niet die Gij onder hen gedaan hadt, en verhardden hun nek en stelden in hun wederspannigheid een hoofd aan, om terug te keren tot hun slavernij. Maar Gij zijt een God van vergeving, genadig en barmhartig, lankmoedig en groot van goedertierenheid, en hebt hen niet verlaten.
Zelfs toen zij zich een gegoten kalf gemaakt hadden en zeiden: dit is uw god, die u uit Egypte heeft gevoerd, en, toen zij grote wandaden bedreven,
hebt Gij toch in uw grote barmhartigheid hen niet in de woestijn verlaten. De wolkkolom week niet van boven hen des daags, om hen op de weg te leiden, noch de vuurkolom des nachts, om hun op de weg die zij gingen, licht te geven.

Psalm 63:2
O God, Gij zijt mijn God, U zoek ik, mijn ziel dorst naar U, mijn vlees smacht naar U, in een dor en dorstig land, zonder water.

Psalm 78:15-16
Hij kliefde rotsen in de woestijn, en drenkte hen rijkelijk met watervloeden;
Hij deed beken vloeien uit de rots en water neerstromen als rivieren.

Psalm 107:4-9
Er waren er, die dwaalden in de woestijn, op een eenzame weg, een stad ter woning vonden zij niet;
hongerig waren zij, ja dorstig, hun ziel versmachtte in hen.
Toen riepen zij tot de HERE in hun benauwdheid, en Hij redde hen uit hun angsten;
Hij deed hen treden op een effen weg om te gaan naar een stad ter woning.
Dat zij de HERE loven om zijn goedertierenheid en om zijn wonderen aan de mensenkinderen,
omdat Hij de dorstende ziel heeft gelaafd en de hongerende ziel met het goede vervuld.

God heeft nooit bedoeld dat we zouden wonen in de woestijn. Daarom waren zij altijd in tenten en bouwden geen huizen in de woestijn. God haalde je weg uit verdrukking, verslaving, overheersing, enz. en zette je vrij. Vanuit je eigen vind je geen weg, geen stad en geen woonplaats. God moet je zelf vinden, want Hij is je weg, stad en woonplaats. Hij maakt een weg die voor ons onmogelijk is, een hemelse weg. Hij opent deuren die gesloten waren en sluit deuren die geopend waren. Dan als je niets meer hebt om op terug te vallen, als je honger en dorst hebt; schreeuw het uit naar de bron van alle leven.

Psalm 107:35-37
Hij maakt de woestijn tot een waterpoel en dorstige grond tot waterbronnen.
Hongerigen doet Hij daar wonen, zij stichten er een stad ter woning,
zij bezaaien akkers en planten wijngaarden, die vrucht als opbrengst opleveren.

Jesaja 35:1-8
De woestijn en het dorre land zullen zich verblijden, de steppe zal juichen en bloeien als een narcis;
zij zal welig bloeien en juichen, ja, juichen en jubelen. De heerlijkheid van de Libanon is haar gegeven, de luister van de Karmel en van Saron; zij zullen aanschouwen de heerlijkheid des HEREN, de luister van onze God.
Sterkt de slappe handen en verstevigt de knikkende knieën.
Zegt tot de versaagden van hart: Weest sterk, vreest niet; zie, uw God zal komen met wraak, met de vergelding Gods; Hij zal komen en Hij zal u verlossen.
Dan zullen de ogen der blinden geopend en de oren der doven ontsloten worden;
dan zal de lamme springen als een hert en de tong van de stomme zal jubelen; want in de woestijn zullen wateren ontspringen en beken in de steppe,
en het gloeiende zand zal tot een plas worden en het dorstige land tot waterbronnen; waar de jakhalzen verblijven en legeren, zal gras met riet en biezen zijn.
Daar zal een gebaande weg zijn, die de heilige weg genaamd wordt; geen onreine zal die betreden; maar hij zal alleen voor hen zijn; reizigers noch dwazen zullen erop dolen.

Jesaja 41:18-20
Ik zal op kale heuvels rivieren doen ontspringen en bronnen te midden der valleien; Ik zal de woestijn tot een waterplas maken en het dorre land tot waterbronnen.
Ik zal in de woestijn ceder, acacia, mirt en olijfwilg zetten; Ik zal in de wildernis cypres naast plataan en denneboom planten,
opdat men zie en tevens erkenne, bedenke en tevens begrijpe, dat de hand des HEREN dit gedaan en de Heilige Israëls het geschapen heeft.

Jesaja 43:19-21
Zie, Ik maak iets nieuws, nu zal het uitspruiten; zult gij er geen acht op slaan? Ja, Ik zal een weg in de woestijn maken, rivieren in de wildernis.
Het gedierte des velds zal Mij eren, jakhalzen en struisen, want Ik geef water in de woestijn, rivieren in de wildernis om mijn uitverkoren volk te drenken.
Het volk dat Ik Mij geformeerd heb, zal mijn lof verkondigen.

Jesaja 51:3
Want de HERE troost Sion, Hij troost al haar puinhopen; Hij maakt haar woestijn als Eden en haar wildernis als de hof des HEREN; blijdschap en vreugde zullen er gevonden worden, loflied en geklank van gezang.

Jesaja 58:11-12
En de HERE zal u voortdurend leiden, u in dorre streken verzadigen en uw gebeente krachtig maken; dan zult gij zijn als een besproeide hof en als een bron, waarvan het water niet teleurstelt.
En de uwen zullen de overoude puinhopen herbouwen, de grondvesten van vorige geslachten zult gij herstellen, en men zal u noemen: Hersteller van bressen, Herbouwer van straten.

Jezus werd in de woestijn geleid door de Heilige Geest. Zo worden wij ook, nadat wij verlost zijn uit het rijk van de duisternis (Egypte) om ons oude leven achter ons te laten, allemaal de woestijn ingeleid om te weten wat er in ons hart leeft. Daar zitten wij in de school van de Heilige Geest om vernieuwd te worden in ons denken en om ons beloofde land in te nemen. Ik denk dat veel mensen niet weten wat hun beloofde land is, omdat ze niet geleerd hebben om zelf intiem te zijn met Vader. Daarom verstaan ze zijn stem niet en snappen ze niet waarom hen allerlei dingen overkomen. Daardoor bekeren ze zich niet van hun Egypte-denken (hun angst en ongeloof) en kennen ze het pad naar hun beloofde land niet, zijn ze niet bekrachtigd en blijven ze slachtoffers van hun situaties.

Maar dan dit. Als wij intiem zijn met God in de woestijn , hoe kan het zo zijn dat we water zien stromen in de woestijn? Waarom zien we niet water stromen in het beloofde land?
Als we niet meer afhankelijk zijn van ons natuurlijke denken, maar van ons geestelijke denken in Christus dan voorziet God op een bovennatuurlijke manier.
Als we wachten op een nieuwe weg in een doodlopende straat in plaats van teruglopen en een andere straat proberen, dan vinden we de weg naar het beloofde land.
Hoe komt het dat er water gaat stromen in de woestijn?
Als wij intimiteit gaan leren in de woestijn, in de moeilijke situaties, met de moeilijke mensen, dan zullen stromen van levend water uit ons binnenste vloeien!

Johannes 7:38
Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien.