Het originele doel van de mens
Als we het einde van alle dingen willen ontdekken dan moeten we kijken naar het begin van alle dingen. Daarom moeten we kijken naar Gods originele plan voor zijn schepping. Als we de schepping willen begrijpen, moeten we de Schepper begrijpen, omdat het originele doel van elk product alleen in de gedachten van de creator van dat product zit. Om de reden en het doel te ontdekken van de schepping van de mensheid en zijn bestaan, moeten we in de gedachten van de Creator kijken.
Voordat alles bestond, was God. Het woord ‘God’ betekent ‘zelfbestaand’ of ‘zelfverzorgend’. Het betekent dat Hij niks of niemand nodig heeft om te bestaan. Het woord ‘God’ is dus geen naam maar meer een beschrijving van een karakter.
God schiep een onzichtbare wereld die wij kennen als de bovennatuurlijke wereld. God werd de heerser (koning) van deze wereld en Hij noemde deze wereld ‘Hemel’ en zo werd Hij de Koning van de Hemel. Dit was het begin van de schepping.
1 Johannes 4:8
Wie niet liefheeft kent God niet, want God is liefde.
1 Johannes 4:16
Wij hebben Gods liefde, die in ons is, leren kennen en vertrouwen daarop. God is liefde. Wie in de liefde blijft, blijft in God, en God blijft in hem.
God heeft niet alleen liefde, God ís liefde. Als God dus iets doet zal dat uit zijn natuur en wezen van liefde zijn. Liefde deelt en geeft zichzelf. God wil dus ook zijn koningschap delen vanuit liefde en liefde is vervuld als dit gebeurt. Voordat de aarde gemaakt werd, was het dus de bedoeling van God dat de mens zou heersen en regeren met God.
Matteüs 25:34
Dan zal de koning tegen de groep rechts van zich zeggen: “Jullie zijn door mijn Vader gezegend, kom en neem deel aan het koninkrijk dat al sinds de grondvesting van de wereld voor jullie bestemd is.
Het was Gods idee om zijn onzichtbare Koninkrijk te delen met zijn nakomelingen, de mensheid, en Hij gaf een hen zijn wezen en karakter.
Een andere manier om Gods originele plan beter te begrijpen komt van het begrip ‘kolonisatie’. Kolonisatie is het proces waarbij een regering of heerser zijn koninkrijk, heerschappij, invloed of terrein wil vergroten, zodat een gebied zijn wil en verlangens uitvoert. Het principe hierin is dat dit gebied getransformeerd wordt, zodat het een uitbreiding wordt net zoals het centrum van de heerschappij van waaruit het kwam. Dat betekent dat dit gebied de natuur en de wil van de heerser overneemt in levensstijl, daden, activiteiten en cultuur.
Het was Gods bedoeling om zijn heersende autoriteit te delen met de mensheid door zijn onzichtbare hemelse Koninkrijk uit te breiden en op aarde te laten vestigen door dit gebied te koloniseren, zodat het zoals de Hemel zou zijn.
Genesis 1:1
In het begin schiep God de hemel en de aarde.
Het was Gods intentie om zijn Koninkrijk te laten vestigen in de zichtbare wereld, zonder zelf zichtbaar te worden. Hij zou gekend worden door de zichtbare schepping. Hij wilde degenen die zoals Hem zouden zijn deze wereld geven uit liefde. Als zijn vertegenwoordigers zouden zij dan zijn onzichtbare Koninkrijk vrijzetten, vestigen en uitvoeren in de zichtbare wereld. Dit is het doel van het creëren van de mens. De mens wat de kern van Gods creatieve plan en God wilde dit vanuit een persoonlijke relatie.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat de mens altijd een honger heeft gehad naar macht. Het was Gods bedoeling dat de mens zou omgaan met macht. De mens werd geschapen om heerschappij te hebben over de hele aarde.
Genesis 1:26-27
God zei: ‘Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken; zij moeten heerschappij voeren over de vissen van de zee en de vogels van de hemel, over het vee, over de hele aarde en over alles wat daarop rondkruipt.’
God schiep de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep hij hem, mannelijk en vrouwelijk schiep hij de mensen.
De mens werd geschapen en gemaakt. ‘Mensen scheppen’ en ‘mensen maken’ zijn twee verschillende dingen. ‘Scheppen’ komt van het Hebreeuwse woord bara en betekent ‘creëren vanuit niets’. ‘Maken’ komt van het Hebreeuwse woord asa en betekent ‘creëren vanuit iets wat al gecreëerd is’. De mens werd gemaakt vanuit het stof van de aarde, maar werd ook geschapen vanuit de geest van God. Daarom noemt God zich Vader over ons, omdat we zijn geest hebben.
Genesis 2:7
Toen maakte God, de HEER, de mens. Hij vormde hem uit stof, uit aarde, en blies hem levensadem in de neus. Zo werd de mens een levend wezen.
Wij zijn Gods evenbeeld. Dat betekent niet dat we op Hem lijken, maar zoals Hem zijn. De Hebreeuwse woorden hiervoor zijn tselem en demut en betekenen ‘natuur, kopie, karakteristieken, essentie’. De mens is dus een expressie van Gods geestelijke natuur en dat maakt hem als God en plaatst hem boven elke schepping. De mens is dus gecreëerd met een goddelijke status en het kreeg de verantwoordelijkheid deze kwaliteit op aarde te brengen.
Zij, de mensen, moeten heerschappij voeren. God zegt niet ‘Wij moeten heerschappij voeren’. Niet gedeeltelijke verantwoordelijkheid, maar gehele verantwoordelijkheid voor de mens als enige, legale autoriteit op aarde om als advocaat van God recht te spreken. Daarom wil God zich alleen laten zien door de mens heen en daarom werd Jezus mens.
God zegt ook niet dat we moeten heersen over elkaar, maar over alles wat op de aarde is.
Heerschappij voeren of heersen heeft meerdere betekenissen in het Hebreeuws en Grieks. De Hebreeuwse woorden zijn mashal, mamlakah en malkut. Het Griekse woord is basileia. Ze betekenen ‘heersen, soevereiniteit, regeren, koninkrijk, beheersen, koning zijn, koninklijk heersen en koninklijk’.
Dit is het allereerste doel wat God aan de mens geeft om te zijn en te doen. Het doel dat de mens een koninkrijk van koningen is. Daarom is Jezus de Koning der koningen.
Exodus 19:5-6
”Als je mijn woorden ter harte neemt en je aan het verbond met mij houdt, zul je een kostbaar bezit voor mij zijn, kostbaarder dan alle andere volken – want de hele aarde behoort mij toe.
Een koninkrijk van priesters zul je zijn, een heilig volk.” Breng deze woorden aan de Israëlieten over.
God gaf de mens heerschappij over de aarde en de schepping op de aarde, maar niet over andere mensen. God gaf de mens niet heerschappij over de Hemel. God gaf geen religie, maar een relatie en God beloofde de mens nooit de Hemel, maar de aarde.
Adam was de eerste koninklijke afgevaardigde van het hemelse Koninkrijk op aarde. Een afgevaardigde kan alleen legaal opereren vanuit de band met zijn regering. Deze band had Adam met de Hemel door de Heilige Geest. Zonder de Heilige Geest kan de mens dus nooit de soevereine wil, gedachten, intenties en doelen van God uitvoeren om te regeren.
Door de eeuwen heen zien we dat verraad de hoogste misdaad is in een koninkrijk. Daarom staat hier ook vaak de doodstraf op. Toen Adam en Eva besloten in te gaan tegen de relatie die ze met God hadden, kwamen ze in onafhankelijkheid, ze verloren hun contact met de Koning van de Hemel, verloren ze hun positie als ambassadeurs en verloren ze de heerschappij over de aarde. Adam en Eva verloren niet alleen hun relatie met God de Vader, maar ook het gehele Koninkrijk. Deze hemelse kolonie op aarde verloor zijn contact met de thuisbasis. De aarde werd een gebied onder een illegale regering. Het was een regelrechte coup die plaatsvond en Adam en Eva liepen over naar de andere kant. De mens verloor niet de Hemel, want de Hemel was nooit aan hun gegeven. Daarom is het doel van het verlossende werk van Jezus niet gericht geweest op de teruggave van de Hemel of een religie, maar juist het Koninkrijk van de Hemel op de aarde.
Religie is een slechte poging om dit terug te winnen of te compenseren. Religie is een zelfgerichte activiteit van de mens in zijn zoektocht naar God en zijn Koninkrijk. God heeft dit probleem voor ons opgelost, omdat wij dit niet konden. Voor God kwam de zondeval niet als verassing, want God is alwetend. God lanceerde een reddingsactie om ons te vinden. Wij worden gezocht en God jaagt ons na. Hij wilde niet dat wij maar bleven proberen weer bij Hem terug te komen vanuit deze gebroken staat en daarom kwam Hij naar beneden om weer in relatie te zijn met ons. Zo herstelde Jezus de relatie tussen God en de mens en bracht het Koninkrijk terug bij de mens.
Als de mens in zijn religie probeert dit te bewerkstelligen, hoe toegewijd, overgegeven, loyaal, trouw, ijverig, actief of hoe complex hij ook is, hij zal nooit de relatie en het Koninkrijk winnen. Religie legt beslag op je, zodat het je afleidt van je honger en dorst naar relatie en Koninkrijk. Daarom heeft religie altijd zoveel activiteiten. Religie is hard werken en het werk zelf is de beloning.
Matteüs 5:3-6
Gelukkig wie nederig van hart zijn, want voor hen is het koninkrijk van de hemel.
Gelukkig de treurenden, want zij zullen getroost worden.
Gelukkig de zachtmoedigen, want zij zullen het land bezitten.
Gelukkig wie hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden.
Iedereen is geestelijk arm en als we dat beseffen en nederig zijn betekent dit dat we beseffen dat we een leegte in ons hebben die alleen door Gods Koninkrijk gevuld kan worden en niet door religie.
Iedereen is treurende, omdat de mens de relatie en het Koninkrijk verloren hebben en dat onze geest dood is geworden.
Als we zachtmoedig worden zullen we weer kunnen heersen over de aarde.
Als we weer hongeren en dorsten naar wat God wil in plaats van wat wij denken nodig te hebben, dan zullen we door Hem gevuld worden met Hem en zijn Koninkrijk.
Het zwoegen en het harde werken van de mens zie je terug in religie om de relatie en het Koninkrijk te verdienen. Maar God heeft allang een ander plan.
Matteüs 11:28-30
Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie rust geven.
Neem mijn juk op je en leer van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden,
want mijn juk is zacht en mijn last is licht.
Gods originele plan was om een Koninkrijk te vestigen, geen religie.
Om een gemeenschap van burgers te creëren, geen religieuze leden.
Om een relatie met de mens te creëren, geen religie.
Om een hemelse heerschappij uit te breiden op aarde en om de aarde te beïnvloeden vanuit de Hemel door de mens.
Om een familie te creëren van geestelijke zonen, geen slaven.
Romeinen 8:14 (NBG)
Want allen, die door de Geest Gods geleid worden, zijn zonen Gods.
Dit geldt voor mannen en vrouwen, net zoals mannen ook deel zijn van de Bruid van Christus. God wilde zijn Koninkrijk op aarde vestigen door een familie van zonen, niet een huishouden van slaven.
Johannes 8:31-36
En tegen de Joden die in hem geloofden zei Jezus: ‘Wanneer u bij mijn woord blijft, bent u werkelijk mijn leerlingen.
U zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u bevrijden.’
Ze zeiden: ‘Wij zijn nakomelingen van Abraham en we zijn nooit iemands slaaf geweest – hoe kunt u dan zeggen dat wij bevrijd zullen worden?’
Jezus antwoordde: ‘Waarachtig, ik verzeker u: iedereen die zondigt is een slaaf van de zonde.
Nu blijft een slaaf niet voor eeuwig in huis, maar de Zoon blijft wel voor eeuwig.
Dus wanneer de Zoon u vrij zal maken, zult u werkelijk vrij zijn.’
In de Engelse vertaling staat er ‘Een slaaf heeft geen permanente plek in de familie, maar een zoon behoort er voor altijd’. Zonen zijn deel van de familie en slaven niet. God wil nakomelingen die een band met Hem hebben vanuit liefde, geen slaven die Hem gehoorzamen vanuit verplichting.
Een koninkrijk heeft geen leden zoals een religieuze organisatie; het heeft burgers. Het was Jezus’ zijn bedoeling niet om de mensen die in Hem zouden geloven de naam christenen te geven. Dit woord heeft zoveel religieuze bagage, dat zoveel mensen zich als een christen lid achten van de ‘groep’. Een koninkrijk werkt via legaliteiten die zich van de Koning af uitstrekken naar de burgers. Burgerschap kan alleen legaal zijn doordat mensen zich volledig toewijden en overgeven aan de koning. Dit burgerschap hebben zij ontvangen doordat ieder individu persoonlijk door geestelijke geboorte heengaat. Veel christenen zijn gewoon religieuze mensen die deze geestelijke ervaring niet kennen, maar de religieuze activiteiten meedoen, net als de anderen. Religieuze mensen hebben geen rechten of zegeningen zoals de burgers dat hebben. God wil zonen die burgers zijn van zijn Koninkrijk die het legale recht hebben deel te zijn van de familie. Door geboorterecht kunnen we hier deel van zijn.
Johannes 1:12-12
Wie hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden.
Zij zijn niet op natuurlijke wijze geboren, niet uit lichamelijk verlangen of uit de wil van een man, maar uit God.
Johannes 3:3-12
Jezus zei: ‘Waarachtig, ik verzeker u: alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien.’
‘Hoe kan iemand geboren worden als hij al oud is?’ vroeg Nikodemus. ‘Hij kan toch niet voor de tweede keer de moederschoot ingaan en weer geboren worden?’
Jezus antwoordde: ‘Waarachtig, ik verzeker u: niemand kan het koninkrijk van God binnengaan, tenzij hij geboren wordt uit water en geest.
Wat geboren is uit een mens is menselijk, en wat geboren is uit de Geest is geestelijk.
Wees niet verbaasd dat ik zei dat jullie allemaal opnieuw geboren moeten worden.
De wind waait waarheen hij wil; je hoort zijn geluid, maar je weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat. Zo is het ook met iedereen die uit de Geest geboren is.’
‘Maar hoe kan dat?’ vroeg Nikodemus.
‘Begrijpt u dit niet,’ zei Jezus, ‘terwijl u een leraar van Israël bent?
Waarachtig, ik verzeker u: wij spreken over wat we weten en we getuigen van wat we gezien hebben, maar jullie accepteren ons getuigenis niet.
Wanneer jullie me niet geloven als ik over aardse dingen spreek, hoe zouden jullie me dan geloven als ik over hemelse dingen spreek?
Filippenzen 3:20-21
Maar wij hebben ons burgerrecht in de hemel, en van daar verwachten wij onze redder, de Heer Jezus Christus.
Met de kracht waarmee hij in staat is alles aan zich te onderwerpen, zal hij ons armzalig lichaam gelijkmaken aan zijn verheerlijkt lichaam.
God noemt de mensen die in Hem geloven en Hem volgen ‘dienaren’ wat ‘afgevaardigde bedienaar, heilige, ambassadeur, zonen van God, burgers van de Hemel, koningen, Gods vakmanschap, kinderen van God’ betekent. Mensen werden vroeger christenen genoemd, omdat ze leefden zoals Jezus dat deed. Wij moeten dus ook niet ons best doen om als christenen te leven om zo te voldoen aan de lading van deze term, maar wij moeten leven als zonen van God, broers en zussen van Christus en burgers van het hemelse Koninkrijk.
Lucas 15:20-24
Hij vertrok meteen en ging op weg naar zijn vader.
Zijn vader zag hem in de verte al aankomen. Hij kreeg medelijden en rende op zijn zoon af, viel hem om de hals en kuste hem.
“Vader,” zei zijn zoon tegen hem, “ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden.”
Maar de vader zei tegen zijn knechten: “Haal vlug het mooiste gewaad en trek het hem aan, doe hem een ring aan zijn vinger en geef hem sandalen.
Breng het gemeste kalf en slacht het. Laten we eten en feestvieren,
want deze zoon van mij was dood en is weer tot leven gekomen, hij was verloren en is teruggevonden.” En ze begonnen feest te vieren.
God wil zonen, geen slaven of onderdanen; God wil burgers, geen christenen; God wil relaties, geen religie. Het is Gods plan dat zijn Koninkrijk gevestigd en uitgebreid wordt op deze aarde door de mens. Het is Gods plan dat Hij regeert in de zichtbare wereld (aarde) door de onzichtbare wereld (Hemel). Dit doet Hij door het onzichtbare (de Heilige Geest in de mens) die leeft in het onzichtbare (de geest van de mens) en levend in het zichtbare (het fysieke lichaam) in het zichtbare (de aarde).
Romeinen 1:20
Zijn onzichtbare eigenschappen zijn vanaf de schepping van de wereld zichtbaar in zijn werken, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid zijn voor het verstand waarneembaar. Er is niets waardoor zij te verontschuldigen zijn.
Kolossenzen 1:12-16
Breng dus met vreugde dank aan de Vader. Hij stelt u in staat om te delen in de erfenis die alle heiligen wacht in het licht.
Hij heeft ons gered uit de macht van de duisternis en ons overgebracht naar het rijk van zijn geliefde Zoon,
die ons de verlossing heeft gebracht, de vergeving van onze zonden.
Beeld van God, de onzichtbare, is hij, eerstgeborene van heel de schepping:
in hem is alles geschapen, alles in de hemel en alles op aarde, het zichtbare en het onzichtbare, vorsten en heersers, machten en krachten, alles is door hem en voor hem geschapen.
Hebreeën 11:3
Door geloof komen we tot het inzicht dat de wereld door het woord van God geordend is, dat dus het zichtbare is ontstaan uit het niet-zichtbare.
God communiceert dus vanuit de onzichtbare wereld door de onzichtbare geest van de mens naar de zichtbare wereld, zodat de zichtbare wereld van de mensheid de wil van God kan kennen. Dit alles heeft God geschapen en gemaakt en Hij is Koning over dit alles.
Openbaringen 4:11
‘U komt alle lof, eer en macht toe, Heer, onze God, want u hebt alles geschapen: uw wil is de oorsprong van alles wat er is.’
Het woord ‘koninkrijk’ komt van de woorden ‘koning’ en ‘rijk’. Je kan een koning zijn, maar als je geen rijk hebt wie ben je dan? Alles wat God gemaakt en geschapen heeft is van Hem en blijft van Hem.
Johannes 1:1-3
In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God.
Het was in het begin bij God.
Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat.
God schiep Hemel en aarde en regeert hierover. God schiep de mens, zodat de mens kon heersen over de aarde namens Hem.
Psalm 115:15-16
Moge de HEER u zegenen, hij die hemel en aarde gemaakt heeft.
De hemel is de hemel van de HEER, de aarde heeft hij aan de mensen gegeven.
Gods bedoelingen veranderen nooit. Hij heeft de mens bedoeld om te heersen over de aarde en dat zal gebeuren ook. In ieder van ons leeft een schreeuw en een mandaat om te heersen. Door deze drang om te heersen zullen wij van nature altijd rebelleren tegen alles wat ons probeert te overheersen. Wij zijn niet geroepen om overheerst te worden, maar om te heersen.
Aan de andere kant laten we onszelf juist overheersen. Wij zouden moeten heersen over de planten, maar de mens is verslaafd aan cokebladeren, tabaksplanten, druiven en graan om alcohol te maken, koffiebonen, enz. Wij zouden moeten heersen over onze passies en verlangens zoals sex, hebzucht, macht, geld, bezittingen, enz, maar helaas overheersen deze dingen vaak in ons leven.
Handelingen 4:32-35
De groep mensen die het geloof had aanvaard, leefde eendrachtig samen. Geen van hen beschouwde zijn bezittingen als zijn persoonlijk eigendom, want ze hadden alles gemeenschappelijk.
De apostelen bleven met grote kracht getuigen van de opstanding van de Heer Jezus, en God begunstigde allen rijkelijk.
Niemand onder hen leed enig gebrek: wie een stuk grond of een huis bezat, verkocht het, bracht de opbrengst naar de apostelen
en legde die aan hun voeten neer, waarna het geld naar behoefte onder de gelovigen werd verdeeld.
Deze mensen bogen niet meer voor de Mammon, maar lieten de Mammon buigen voor het Koninkrijk van God. Deze gelovigen verkochten, deelden en gaven weg wat hun overheersten en zo heersten zij over alles in Christus en hadden ze geen gebrek.
1 Korintiërs 6:12
U zegt: ‘Alles is mij toegestaan.’ Maar niet alles is goed voor u. Zeker, alles is mij toegestaan, maar ik mag me door niets laten beheersen.
God wil dat wij heersen over de aarde, maar dat betekent niet dat we eigenaar zijn van de aarde. De aarde blijft van God, maar Hij heeft het aan ons gegeven om over te heersen.
Psalm 24:1
Van David, een psalm. Van de HEER is de aarde en alles wat daar leeft, de wereld en wie haar bewonen.
Hij heeft aan de mens de aarde gegeven om er verantwoordelijk mee om te gaan. Zoals het in Psalm 115:16 staat is het nooit de bedoeling geweest dat de mens naar de Hemel ging, maar omdat de dood intrad op aarde, is de mens tijdelijk in de Hemel na zijn dood. Het was en is Gods bedoeling dat de mens de aarde overheerst en daar zal het op uitdraaien, want wat God heeft gezegd zal zo zijn.
Jesaja 55:10-11
Zoals regen of sneeuw neerdaalt uit de hemel en daarheen niet terugkeert zonder eerst de aarde te doordrenken, haar te bevruchten en te laten gedijen, zodat er zaad is om te zaaien en brood om te eten –
zo geldt dit ook voor het woord dat voortkomt uit mijn mond: het keert niet vruchteloos naar mij terug, niet zonder eerst te doen wat ik wil en te volbrengen wat ik gebied.
Als God spreekt, wordt het wet en daarom is en zal de aarde van ons blijven. We hebben een te grote focus op de Hemel en een veel te kleine voor de aarde. God breekt zijn beloftes, geboden en wetten niet en houdt zich eraan dat wij de aarde zullen overheersen. Toen God zei: ’Zij moeten heerschappij voeren’ doelde Hij op de mens en liet Zichzelf buitenwegen, zodat alleen de geest in de mens dit kan doen. Dit is Gods eigen besluit en Hij komt hier niet op terug; zo zal het zijn. In Daniël 6 en Matteüs 14 (Marcus 6) zien we dat besluiten die door koningen gemaakt worden niet ongedaan gemaakt kunnen worden.
Daarom is het niet zwakte van God dat Hij de mens niet tegenhield bij de zondeval, maar getrouwheid aan zijn eigen Woord. Door Jezus kon Hij zijn trouw laten zien, doordat Jezus mens op aarde werd en de beloftes van God de Vader waarmaakte. Door Jezus kon het werk van God doorgaan en nu kunnen de mensen in Christus de Geest van God laten inwonen. Hij gaf ons sleutels om dit werk te laten doorgaan.
Matteüs 18:18-20
Ik verzeker jullie: al wat jullie op aarde bindend verklaren zal ook in de hemel bindend zijn, en al wat jullie op aarde ontbinden zal ook in de hemel ontbonden zijn.
Ik verzeker het jullie nogmaals: als twee van jullie hier op aarde eensgezind om iets vragen, wat het ook is, dan zal mijn Vader in de hemel het voor hen laten gebeuren.
Want waar twee of drie mensen in mijn naam samen zijn, ben ik in hun midden.’
De Hemel reageert dus op wat we hier op aarde doen. Als wij bidden kan God bewegen. Ja, God kan alles, maar wil alleen via ons mensen bewegen op aarde. Zonder God kunnen we niks doen, zonder ons wil God niks doen. Als wij willen dat God blijft bewegen op aarde dan zullen we moeten blijven bidden.
De slang misleidde Eva en maakte haar wijs dat als zij het fruit zou eten van de boom van de kennis van goed en kwaad dat haar ogen geopend zouden worden en dat ze als God zou zijn. Maar Eva was al als God, want ze was geschapen naar het evenbeeld van God. Door deze leugen ging Eva twijfelen aan haarzelf en God en kreeg ze een verkeerd zelfbeeld en een verkeerd beeld van eigenwaarde. Door deze mentaliteit willen we vaak als dienaren behandeld worden in plaats van zoons. Als je gelooft dat je een volger bent, dan handel en leef je ook zo. Als je gelooft dat je een leider bent, dan handel en leef je ook zo. Het heeft niks met arrogantie te maken, maar met een overtuiging van wie je bent. We moeten ons niet schamen voor wie we zijn en onszelf te kort doen, maar we moeten onze identiteit omarmen als wezens die geschapen zijn naar het beeld van God. Wij zijn zoals onze Vader en wij zijn burgers van een Hemels Koninkrijk.
Lucas 12:32 (NBG)
Wees niet bevreesd, gij klein kuddeke! Want het heeft uw Vader behaagd u het Koninkrijk te geven.
Wij zijn geen bastaarden, dienaren, slaven of ingehuurden, maar wij zijn kinderen; zonen van de Vader. Vaak nemen wij een ondergeschikte houding aan als we terugkomen bij de Vader en willen we voor Hem werken in plaats een relatie met Hem te hebben. Velen zijn werkers in het veld en weinigen zijn zonen in het Huis.
Lucas 15:20b-21
Zijn vader zag hem in de verte al aankomen. Hij kreeg medelijden en rende op zijn zoon af, viel hem om de hals en kuste hem.
“Vader,” zei zijn zoon tegen hem, “ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden.”
Johannes 15:15
Ik noem jullie geen slaven meer, want een slaaf weet niet wat zijn meester doet; vrienden noem ik jullie, omdat ik alles wat ik van de Vader heb gehoord, aan jullie bekendgemaakt heb.
Jezus is onze Redder door de omstandigheden en een Broer door natuurlijke, geestelijke genealogie.
Hebreeën 2:11
Hij die heiligt en zij die geheiligd worden hebben een en dezelfde oorsprong, en daarom schaamt hij zich er niet voor hen zijn broeders en zusters te noemen.
Vaak kennen we Jezus als onze Redder, maar kennen we Hem ook als onze grote Broer? Verdwaalde kinderen zijn nog steeds kinderen en geen wezen terwijl zo velen als wezen leven. De goede boodschap van het evangelie is een boodschap van onze Vader dat wij allemaal zonen kunnen worden en dat we kunnen terugkeren naar Hem als zijn kinderen en naar het Koninkrijk als burgers in ons volle recht door onze grote Broer Jezus Christus. Voor velen van ons is dit moeilijk te accepteren, omdat we ons oude leven moeilijk kwijt raken en vergeten.
Romeinen 12:1-2 (NBG)
Ik vermaan u dan, broeders, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer: dit is uw redelijke eredienst.
En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene.
Vele gelovigen zijn gered, maar dat is niet hetzelfde als bekeerd. Velen zitten nog steeds in het gedachtegoed van hun oude leven, zoals de verloren zoon, en denken als slaven. Redding vindt meteen plaats, maar bekering is een proces en duurt ons hele leven. Het gaat over de manier hoe we denken, leven, handelen, en spreken als kinderen van God. Het volk Israël werd uit Egypte gehaald, maar het duurde jaren voordat Egypte uit het volk Israël werd gehaald. Daarom moeten we onze lichamen niet meer gebruiken voor dingen die ons beschadigen zoals verslavingen, stelen, seksuele onreinheid, ongezonde relaties, enz. Ons lichaam moeten we goed verzorgen, zodat God effectief kunnen dienen. Zo is ons lichaam een levend offer en geen ziek of dood offer. We hebben bij onze redding de Heilige Geest ontvangen, maar we moeten leren te leven vanuit onze geest en onze geest moet leren te leven vanuit de leiding van de Heilige Geest. We moeten weer gaan denken zoals Adam en Eva deden voor de zonde dus we hebben nog een weg te gaan om van ons oude denken af te komen.
