maandag 2 maart 2009

Religie of Leven

LEVEN OF RELIGIE


Het is nodig een duidelijk onderscheid te maken tussen de ware kerk (ecclesia) en de institutionele kerk; religie. De eenvoudigste manier om dit te doen, is om duidelijk te maken wat religie niet kan doen. Religie kan geen Leven geven.

1 Johannes 5:11-12
Dit getuigenis luidt: God heeft ons eeuwig leven geschonken en dat leven is in zijn Zoon.
Wie de Zoon heeft, heeft het leven. Wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet.

In tegenstelling tot wat algemeen aanvaard wordt, leeft de Heer Jezus Christus niet in religie. De ecclesia, net als onze Heer, is geheel anders. Kun je lid worden van een kerk? Ja, als je voldoet aan hun lidmaatschapseisen. Kun je lid worden van de ecclesia? Nee, want je moet er in geboren worden. Of beter gezegd, je moet opnieuw geboren worden om het te hebben. Het is niet een kwestie van wel of niet lid worden, maar een kwestie van Leven hebben of het Leven niet hebben.

Sommige mensen geloven helaas dat Jezus een beweging of een nieuwe religie begonnen is. De wereld had al allerlei bewegingen en religies en er zouden er nog veel meer bij komen. Hij had niet de intentie een nieuwe religie of beweging te brengen. Wat heeft Hij ons wel gebracht? Wat heeft Hij aan de wereld gegeven? Hij heeft Zichzelf aan ons gegeven om ons Leven te zijn.

Mohammed, Buddha, Confucius, en Socrates kunnen wel een goede leer brengen, morele voortreffelijkheid en religieuze filosofie. Maar Jezus Christus is anders: Hij brengt ons Zichzelf als ons Leven. Hij levert niet alleen leerstellingen om de mensheid te helpen hoe te leven op aarde voordat ze naar een betere plaats vertrekken. Hij is veel meer dan een goed voorbeeld voor ons om te volgen. Hij is meer dan de standaard waarbij onze moraal gemeten wordt, terwijl wij braaf ‘wat zou Jezus doen’ fluisteren. Hij kwam om ons Leven te zijn. Hij is Verlosser en Verlossing, Hij is Redder en Redding. Hij is Genezer en Genezing. Hij is de Levensgever en Hij is het Leven.

Matteüs 20:28 (Marcus 10:45)
Zoals de Mensenzoon niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen.

In Hem is Leven, omdat Hij Leven is. Iedereen die in Hem is, hebben Leven en Het Leven bezit hen. Het Leven is in de Zoon. De Zoon is in mij en ik ben in Hem. Wij maken deel uit van een gemeenschappelijk Leven.

1 Korintiërs 6:17
Maar wie zich met de Heer verenigt wordt met hem één geest.

Iedereen die samen dit Leven bezit, wordt de ecclesia genoemd, de kerk, het lichaam van Christus. De individuele leden van de ecclesia worden christenen genoemd. Zij zijn door het in-Christus-zijn één. Zij wonen in Hem, en Hij woont in hen.

Nu vraag je misschien: Een christen is toch iemand die dit of dat gelooft? Of zich zus of zo gedraagt? Het antwoord is dat zij best dit of dat geloven of zich zus of zo gedragen kunnen. Dit kan ons helpen hen te identificeren, maar het is niet wat hen een christen maakt. Dat doet alleen het Leven. Christenen hebben geloofsovertuigingen en gewoonten, maar het kenmerk van een christen is Leven. Het is zelfs niet ‘de Heer van mijn Leven’, want dat zou betekenen dat er buiten Hem ook iets of iemand leven zou kunnen zijn. Het is een kwestie van ‘de Heer IS mijn Leven’.

Religie brengt ons een intellectueel christendom. Het kan geen Leven geven. Wat bedoel ik precies met een intellectueel christendom? Het is het ABC evangelie. Misschien ken je het wel. Verlossing in drie eenvoudige stappen:
A - aanvaard dat je zondaar bent,
B - belijd dat alleen Jezus jou redden kan
C - Christus aannemen als jouw persoonlijke verlosser
Wat klopt hier niet? Er zit geen Leven in. ABC kan ons niet redden. Met ABC is er geen ontmoeting en relatie met Jezus, de enige die Leven is. Het is alleen een verstandelijke aanvaarding en bevestiging van wat er wordt gebracht als drie gemakkelijke stappen. Ik geloof dit, ik belijd dat en nu ben ik een christen. Nee, nu ben je religieus. Heel veel mensen ontvangen religie, maar zij ontvangen Jezus niet. Religie heeft veroorzaakt dat christen zijn vervormd is tot kerkelijkheid, een evangelie dat eenvoudig te geloven en steeds moeilijker te leven is.

Religie kan doctrine, leer en geloofssystemen geven. Zo zullen sommige onderdelen ervan uitstekend zijn. Soms klinkt het zelfs bijbels, zoals drie gemakkelijke stappen. Maar toch kan religie geen Leven brengen, omdat er geen Leven in zit om weg te kunnen geven. Jezus Christus is het Leven. En Jezus leeft niet binnen religie. Hij geeft Zichzelf.

Wat iemand wel kan doen, is Jezus aanwijzen als de enige Bron van het Leven. Mensen kunnen door christenen heen in aanraking komen met het Leven, maar wij kunnen het Leven niet aan hen geven vanuit onszelf. Iemand (Jezus) die je moet ontmoeten kan je niet overdragen in een leer. Je kan alleen mensen helpen dat die ontmoeting en het begin van de relatie tot stand komt.

Johannes 5:39-40
U bestudeert de Schriften en u denkt daardoor eeuwig leven te hebben. Welnu, de Schriften getuigen over mij,
maar bij mij wilt u niet komen om leven te ontvangen.

Tegen de mensen die vastzitten in religie zegt Jezus: ‘Kom tot Mij’. Hij zegt niet ‘Leer drie stappen en ga op zondag naar de kerk van uw eigen keuze.’ Hij zegt ‘Kom tot Mij, want Ik ben Leven!’

De kerk of de ecclesia van de Heer Jezus is de samenstelling van alle individuele mensen, die de openbaring van Jezus ontvangen hebben. Ontvangen als hun Leven. Hier begint de verwarring. Wij gebruiken het woord kerk om allerlei dingen te beschrijven die niet de ecclesia van de Heer Jezus zijn. Een gebouw waar samenkomsten plaatsvinden, noemen wij een kerk. Het bijwonen van een bijeenkomst noemen wij naar de kerk gaan. Als wij een goede preek hebben gehoord en de muziek was fijn, zeggen wij dat de kerk vandaag goed was. Als je lid wordt van een organisatie die het gebouw voor de samenkomsten bestuurt, wordt er gezegd dat je lid van de kerk bent geworden. De voorganger wordt de herder van de kerk genoemd. En uitbreiding van het gebouw of het ledenbestand word kerkgroei genoemd.

Waarom zijn wij zo vlot met dit woord? Waarom kiezen wij ervoor dit woord te gebruiken? Is het gemakzucht of luiheid? Er is een duidelijk verschil tussen de menselijke kerk en de kerk van God. Wij hopen een scheidingslijn te leggen tussen wat mensen kerk noemen en wat volgens de Heer Jezus als Zijn kerk wordt beschouwd. Zoals net genoemd is, is veel van wat wij kerk noemen alleen religie. Het is niet de ecclesia van de Heer Jezus.

Wij zien de dingen zoals ze ons geleerd zijn te zien; niet zoals God ze ziet. Wat religie betreft, is het heel eenvoudig dingen te beschrijven en op te sommen, omdat zij aards, werelds en natuurlijk zijn. Stel iemand op straat de volgende vragen.
Wat is een kerk?
‘Het is een gebouw met een kerktoren.’
Wat is een dominee, oudste of voorganger?
‘Het is degene die preekt in de kerk.’
Wat is een christen?
‘Het is iemand die veel bijbel leest, bidt en naar de kerk gaat.’

Het is allemaal tastbaar en zichtbaar. Wij kunnen het pakken. Maar in werkelijkheid is ecclesia geestelijk en niet zichtbaar voor het blote oog. Het kan niet financieel of statistisch gemeten worden. Vraag nu dezelfde vragen aan iemand die het wel weet.
Wat is kerk?
‘De kerk, de ecclesia, is de samenstelling van alle individuele mensen, die de openbaring van de Heer Jezus Christus ontvangen hebben, die Hem ontmoet hebben als het Leven en een relatie met Hem hebben.’
Vertel mij eens, waar vind ik dat? Waar moet ik op letten?
'Dat kun je niet. Net zoals je de wind niet aan een specifiek adres kunt vinden, kan kerk niet geografisch worden bepaald. Het is overal en nergens.'
Wat is dan een dominee of voorganger?
‘Iemand die geroepen is om de schapen van de Heer de weiden, een herder onder de Opperherder.’
Wat zeg je me nou? Je bedoelt toch zeker een prediker?
‘Nee.’
Bedoel je dan een doctorandus theoloog?
‘Nee, ook niet.’
Wat is dan een christen?
‘Iemand die in Christus is.‘
Hoe bedoel je in Christus. Zeker iemand die in Jezus Christus gelooft?
‘Nee, in Christus zijn betekent in volle eenheid met Hem.'
Hoe ziet dat er uit? Hoeveel tijd per dag lezen zij de Bijbel? Hoe lang bidden zij? Hoe vaak gaan zij naar de kerk?
‘De waarheid heeft allereerst niets met uiterlijkheden te maken, maar met een persoon en wat er binnenin de mens zit. Net als de wind; je kunt het effect ervan zien, maar je kunt niet zeggen waar het vandaan komt of waar het naar toe gaat; zo zijn zij die vanuit de Geest geboren zijn. Dit onzichtbare Leven is het kenmerk van de ecclesia. Wanneer je de wind in een zak kunt opvangen, dan kan je ook christenen samenbrengen in een gebouw en het kerk noemen.’

Lucas 17:20-21
Toen de farizeeën Jezus vroegen wanneer het koninkrijk van God zou komen, antwoordde hij hun: ‘De komst van het koninkrijk van God laat zich niet aanwijzen,
en men kan niet zeggen: “Kijk, hier is het!” of: “Daar is het!” Maar weet wel: het koninkrijk van God ligt binnen uw bereik.’

Vanuit ons gezichtspunt hier op aarde is het mogelijk religie te zien, te voelen, aan te raken, te ondervinden, te meten, te benoemen, te kenmerken, in vakjes te delen, te analyseren en uit te leggen. Wij kunnen de voortgang ervan in kaart brengen en de data ervan aan de muur hangen. We kunnen het aanwijzen en zeggen: ‘Er zijn zoveel miljoen bekeerlingen hier en zoveel bekeerlingen daarginds. De kerkgroei is stijgend. Wij hebben zoveel financiën opgehaald afgelopen jaar en vergeleken met andere wereldreligies staan wij op de zoveelste plaats. Wij hebben zo veel kerken in dit of dat deel van de wereld en wij hebben zo veel mensen in de bediening. Er lopen zoveel christenprojecten en wij hebben de bijbel al in zo veel talen vertaald.’

Ondertussen is de drijfveer van de ware kerk, de ecclesia, onzichtbaar, geestelijk, in de wereld, maar niet van de wereld, onmogelijk om in grijpbare termen te omschrijven. We hebben geen data, statistieken of informatie om aan de muur te hangen.

Verbeeld je eens dat de Heer ‘s nachts aan je verschijnt en zegt:
‘Kom hier bij Mij, dan ik zal je laten zien waar de kerk is.’
Misschien verwacht je dat Hij je een Family Worship Center laat zien, waar een grote opwekking gaande is, maar in plaats daarvan ga je hoog de lucht in. Je laat de aarde achter je en in een oogwenk reis je voorbij de tijdelijke grenzen van het universum tot binnenin het geestelijke. Je bent met Christus in de hemel, bij de troon van God. Samen met de Heer kijk je terug op de wereld en vanuit dit perspectief verdwijnen alle kathedralen, kerkgebouwen, aanbiddingcentra, de heilige gebouwen, denominatie kantoren, seminaries, de tienden en offeranden, de ledenbestanden, de bewegingen, de goede werken, alles verdwijnt. Hij ziet geen gereformeerde of rooms katholieken, geen baptisten of anglicanen, geen pinkster- of evangelische kerk. Hij ziet geen christenpartijen of religieuze rechten, geen school met de bijbel of andere verzuiling. Een kerkgebouw is niet heiliger of geestelijker dan de kapper of de supermarkt. Hij ziet herders, maar niet iedereen die een gebouw of denominatie bestuurt is een herder. En dat niet alleen; alles lijkt wel de omgekeerde wereld. Apostelen zijn niet te vinden waar je zou verwachten ze te vinden, en ze doen ook niet wat je van hun zou verwachten; de profeten, evangelisten of leraren ook niet. Ze zijn er wel en ze doen precies wat Hij wil dat ze doen. Gek genoeg is Hij niet begaan met een toename of daling in de kerkbijwoning, want Hij ziet de kerk niet als iets dat je kunt bijwonen.

Terwijl we naast Hem staan, zien wij zoals Hij ziet. We beseffen dat wanneer we naar het christendom kijken, God alleen Zijn kerk, de ecclesia ziet. Hij ziet degenen die in Hem zijn en de Zoon hebben, als degenen die het Leven hebben. De kerk van Jezus Christus wordt nooit minder. Het groeit, omdat Zijn Leven niet kan worden opgesloten of beperkt. Zijn ecclesia is buiten de religie. Zijn kerk is geestelijk en daarom eeuwig en stijgt boven tijd en ruimte uit. Net zoals Hij.

Je kijkt naar Zijn gezicht en ziet dat Hij lacht. Je volgt Zijn blik en daar zijn ze; de levende stenen en kostbare edelstenen. Degenen die Zijn kerk zijn. Je kon ze niet eerder waarnemen omdat je er middenin stond toen je nog op aarde was. Maar nu, ver weg van alles en vanuit het perspectief van de Heer Jezus gezien, zie je dat al deze levende stenen worden opgebouwd tot een schitterend, glanzend bouwwerk dat de hele aarde bedekt. Een engel staat er naast en roept luid:
‘100% zuiver en nog nooit door mensenhanden aangeraakt!’
Je komt dichterbij en ontdekt dat de stenen geen echte stenen en juwelen zijn, maar mensen. Wonderbaarlijke, prachtige, vreugdevolle mensen, samengevoegd tot een prachtig mozaïek van levende kleuren, een weefsel van ineengevlochten pracht, een harmonie van mensenlevens, die allemaal Zijn Hartslag, Zijn Leven en Zijn essentie hebben. Je kunt je tranen niet meer bedwingen bij het zien van de zuiverheid en eenheid van dit alles. Er is geen vlek, geen rimpel, geen vuiltje te bespeuren. Alleen God is in staat zo iets moois te maken. Alleen God. Alleen God. En midden in deze geweldige plaats ontdek je wat het allemaal zo mooi maakt. Daar is Hij, lopende in het midden van Zijn tempel. Hij legt de ene levende steen op de andere, het ene kostbare juweel op de andere en wat hoor je? Zingen? Ja, de levende stenen roepen de lofprijs uit. En Hij lacht terwijl Hij werkt. Jezus bouwt Zijn kerk.

Lucas 11:28
Maar hij zei: ‘Gelukkiger zijn zij die naar het woord van God luisteren en ernaar leven.’

Je doet je ogen open en je bent weer terug op de aarde, terug in de driedimensionale wereld. Het is een zonnige dag, de vogels zingen, de kerkklokken luiden en je ziet hoe mannen, vrouwen en kinderen op straat lopen met de bijbel onder de arm. Je rent naar buiten en grijpt iemand bij de arm.
Waar ga je naar toe? Wat is er aan de hand? Waarom ben je zo aangekleed?
‘Laat me los , het is zondagochtend. Ik ga naar de kerk.’
Heb je de kerk gezien?
‘Natuurlijk heb ik de kerk gezien. Mijn overgrootvader heeft hem nog helpen bouwen.’
Nee, ik bedoel heb je DE KERK GEZIEN, de kerk die Jezus bouwt?
‘Waar heb je het over, laat me los, ik kom te laat.’
Je laat hem los en voor je het weet wordt je meegevoerd door de menigte en zit je plotseling op een stoel tussen vier muren van het gebouw van de kerk van religie. De dienst is net begonnen. De voorganger staat op en zegt:
‘Laten wij met een lied beginnen’.
Je weet niet goed wat je moet doen, dus zing je maar mee:
Want wij zijn Hem een heilige tempel,
De tempel van de Heilige Geest!

Aan het eind van het lied zegt de voorganger heel gewoon:
'Is het niet fijn dat wij hier in het huis van God bijeen zijn?'
Het is meer een stelling dan een vraag.
En alle mensen zeggen:
'Amen!'
Het huis van God! Deze voorganger heeft ook gezien wat Jezus mij heeft laten zien.
Je roept uit: Dus jullie hebben ook gezien dat wij de kerk zijn?
De voorganger gaat verder:
‘Ja, het is goed om vandaag in de kerk te zijn.’
‘Amen!’ zeggen de mensen.
Nee, ik bedoel hebt u DE KERK GEZIEN? De Kerk die Jezus bouwt?
Alle ogen zijn nu op jou gericht. Ook van degene die je op straat aangesproken hebt. Een diaken fluistert:
'Dat is die gek die ik tegenkwam op weg hier naar toe.'
De voorganger wordt ongeduldig.
‘Dit is de kerk, broeder. Halleluja!’
Maar wij zijn Zijn heilige tempel.
Er volgt een onaangename stilte.
U bent de tempel. Wij zijn de tempel. Jezus bouwt Zijn kerk. Het is een heerlijk huis van levende stenen, vol van Zijn Leven. Wij zijn de kerk die Hij aan het bouwen is. Wij zijn de levende stenen, de kostbare juwelen. Ik heb Jezus gezien en Hij lachte terwijl Hij de stenen samenvoegde, en…
Een paar tieners achterin krijgen de slappe lach.
Ik heb het gezien! Echt waar! De stenen… de edelstenen… het is prachtig!
Alle mensen kijken nu de voorganger aan om te zien hoe hij reageert. Dan kom je langzaam tot het besef dat je een vreemdeling bent voor hen. Iemand van een andere planeet die iets tracht te communiceren dat heel echt is voor jou, maar onbegrijpelijk voor deze mensen. Onthutst grijp je degene die naast je staat bij de schouders en je tracht het hem bij te brengen.
Snap je het dan niet? Het is waar! Je staat erover te zingen, maar je gelooft het niet! JIJ BENT DIE TEMPEL! Jezus bouwt Zijn kerk!
De diakens komen op je toelopen.
Trillend kijk je rond, je ogen gesperd. Dit klopt gewoon niet.
Alles is anders! Dit is niet de kerk. Jullie noemen het zo, maar het lijkt helemaal niet op wat de Heer Jezus heeft laten zien! Nee, de kerk is één kudde met één Herder, niet allemaal verdeeld in verschillende denominaties en groepjes. Het is een prachtig, levend, veelkleurig kleed! Een mensenmozaïek! Het is een harmonieus lied!
Je begint te huilen.
Luister nou toch! WIJ ZIJN ZIJN EEN HEILIGE TEMPEL!
De mensen voelen zich ongemakkelijk en onrustig. De oude diaken is wit van woede en staart naar de voorganger die dit moet beëindigen.
‘Jongeman, waarom ga je niet met de diaken mee. Ik denk dat wij beter in de gebedsruimte, waar het rustig is, voor je kunnen bidden. Laten wij allen onze ogen sluiten, onze hoofden buigen en een gebed uitspreken.’
Terwijl alle hoofden gebogen, de ogen gesloten zijn, behalve die van de voorganger, wordt je naar buiten geleid.
De voorganger glimlacht, 'en iedereen zegt... Amen. U kunt gaan zitten. Vandaag wil het ik het hebben over wat christen zijn betekent. U mag uw bijbel openslaan bij…’

Als God je zou toestaan een keer aan Zijn zijde te staan en een blik te werpen op Zijn kerk, zou je onmiddellijk begrijpen wat een jammerlijke vervanging religie is. Er is geen dwaasheid zo groot als die van religieuzen, niets dat ellendiger en zo haaks op het hart en uiteindelijke doel van God staat.
En wij die in Christus zijn, zijn nu al met Hem gezeten in hemelse plaatsen.

Efeziërs 2:6
Hij heeft ons samen met hem uit de dood opgewekt en ons een plaats gegeven in de hemelsferen, in Christus Jezus.

Als het God pleziert jou inzicht te geven in wat Zijn kerk is, ondervindt je dit zowel als een zegen. Maar het confronteert je enorm. Het is een zegen, omdat de dingen zien zoals Hij ze ziet, ware wijsheid en eenheid met Hem is. Het is een confrontatie, omdat dingen zien zoals Hij ze ziet, je hele ik aantast, want je zult nooit meer tevreden zijn met het surrogaat, met vervalsing, met nep, met namaak. Zijn kerk, Zijn schat, wat is het onuitsprekelijk heilig, zuiver en wonderbaarlijk. Vroeger noemde je net als ieder ander, dit of dat kerk. Dat zou volkomen aanvaardbaar zijn voor gelovigen en niet-gelovigen. Maar nu zal je huid jeuken en je buik kriebelen als je hoort hoe een of ander gebouw het huis van God genoemd wordt. Je weet nu dat Zijn huis niet in het minste lijkt op dit dode ding, gemaakt door mensenhanden.

Het zal zelfs niet genoeg zijn om te zeggen: ‘Heer, de kerk is van U, niet van ons. Van niemand anders dan van U! Nu zie ik mijn waanzin in, ik neem mijn handen ervan af, want het is niet aan mij om het te beheren of te manipuleren. Ik beleid dat ik heb getracht te bouwen wat U afbreekt en afbreek dat wat U wenst op te bouwen. Wat ben ik Heer, slechts een klein steentje, een klein schaapje, een klein onderdeeltje van het geweldige Lichaam van U? U bouwt Uw kerk en ik laat U Uw gang gaan. Ik zie het nu in. Help mij mijn plek te vinden waar ik U en Uw mensen mag dienen, want ik heb niets meer nodig dan U alleen.’

Als je dit eenmaal gezien hebt en als dit deel van je wordt, als jij je handen van de Bruid aftrekt, als jij ophoudt je broers en zussen in de naam van de Heer af te maken, dan wordt je jaloers over Zijn kerk met Zijn jaloezie. Je wordt dan sensitief en bewust van alle valse herders, valse leraren, en valse evangelisten, valse profeten en valse apostelen. Iedereen die Zijn kudde verwarren en misbruiken en bestelen. Het is een kwestie van zien met de ogen van je hart! En je zult het zien! Je zult zien zoals Hij ziet, horen zoals Hij hoort, voelen zoals Hij voelt. Zonder veel moeite zul je door al het valse, het zogenaamde, de pseudo-geestelijkheid, de witgepleisterde graven vol dode beenderen heen prikken. Als je eenmaal het echte Leven geproefd hebt, ruik je de dood van verre en je geest komt er tegen in opstand. Je emoties schreeuwen het uit in protest en je wordt misselijk van verdriet, woede en bewogenheid, alles door elkaar. Nee, dit is niet de ecclesia! Dit is niet de kerk van de levende God! Dit is een klucht. Dit is een spel, een, show, een vertoning! Dit is alleen maar religie!

Als Gods genade over ons komt en ons zo een geweldige openbaring van Zichzelf en Zijn kerk geeft dat wij de kerkelijkheid kunnen loslaten en het Leven mogen vinden.
Wij suggereren niet dat je deze zondag een nietsvermoedende voorganger publiekelijk confronteert. Alle argumenten en redeneringen van de wereld zullen niemand overtuigen, en wij mogen ze hen niet opdringen. Help hen om te mogen zien. Kijk in de ogen van Hem die de dingen ziet zoals ze zijn, opdat anderen de weerkaatsing van Hem zien, zoals Hij in jou is. Een minuut van echt zien betekent meer dan een leven van argumenten. God zal ons een onderscheidend hart en ogen geven, als wij er om vragen en als wij bereid zijn zowel de vreugde als de last van deze openbaring te dragen.

Matteüs 7:14
Ga door de nauwe poort naar binnen. Want de brede weg, die velen volgen, en de ruime poort, waar velen door naar binnen gaan, leiden naar de ondergang.
Nauw is de poort naar het leven, en smal de weg ernaartoe, en slechts weinigen weten die te vinden.

Johannes 1:4-5
In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen.
Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.

Johannes 5:26
Zoals de Vader leven heeft in zichzelf, zo heeft ook de Zoon leven in zichzelf; dat heeft de Vader hem gegeven.

Johannes 6:27
U moet geen moeite doen voor voedsel dat vergaat, maar voor voedsel dat niet vergaat en eeuwig leven geeft; de Mensenzoon zal het u geven, want de Vader, God zelf, heeft hem die volmacht gegeven.’

Johannes 6:33-35a
‘Het brood van God is het brood dat neerdaalt uit de hemel en dat leven geeft aan de wereld.’
‘Geef ons altijd dat brood, Heer!’ zeiden ze toen.
‘Ik ben het brood dat leven geeft,’ zei Jezus.

Johannes 6:48-58
‘Ik ben het brood dat leven geeft.
Uw voorouders hebben in de woestijn manna gegeten en toch zijn zij gestorven.
Maar dit is het brood dat uit de hemel is neergedaald; wie dit eet sterft niet.
Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald; wanneer iemand dit brood eet zal hij eeuwig leven. En het brood dat ik zal geven voor het leven van de wereld, is mijn lichaam.’
Nu begonnen de Joden heftig met elkaar te discussiëren: ‘Hoe kan die man ons zijn lichaam te eten geven!’
Daarop zei Jezus: ‘Waarachtig, ik verzeker u: als u het lichaam van de Mensenzoon niet eet en zijn bloed niet drinkt, hebt u geen leven in u.
Wie mijn lichaam eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en hem zal ik op de laatste dag uit de dood opwekken.
Mijn lichaam is het ware voedsel en mijn bloed is de ware drank.
Wie mijn lichaam eet en mijn bloed drinkt, blijft in mij en ik blijf in hem.
De levende Vader heeft mij gezonden, en ik leef door de Vader; zo zal wie mij eet, leven door mij.
Dit is het brood dat uit de hemel is neergedaald. Het is niet het brood dat uw voorouders aten; zij zijn gestorven, maar wie dit brood eet zal eeuwig leven.’

Johannes 8:12
Jezus nam opnieuw het woord. Hij zei: ‘Ik ben het licht voor de wereld. Wie mij volgt loopt nooit meer in de duisternis, maar heeft licht dat leven geeft.’

Johannes 10:15
Zoals de Vader mij kent en ik de Vader ken. Ik geef mijn leven voor de schapen.

Johannes 11:25
Maar Jezus zei: ‘Ik ben de opstanding en het leven. Wie in mij gelooft zal leven, ook wanneer hij sterft.

Johannes 14:6
Jezus zei: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door mij.

Romeinen 8:2
De wet van de Geest die in Christus Jezus leven brengt, heeft u bevrijd van de wet van de zonde en de dood.

2 Korintiërs 4:10-11
We dragen in ons bestaan altijd het sterven van Jezus met ons mee, opdat ook het leven van Jezus in ons bestaan zichtbaar wordt.
Wij levenden worden altijd omwille van Jezus aan de dood prijsgegeven, opdat in ons sterfelijke bestaan ook het leven van Jezus zichtbaar wordt.

Galaten 2:19-20
Want ik ben gestorven door de wet en leef niet langer voor de wet, maar voor God. Met Christus ben ik gekruisigd:
ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij. Mijn leven hier op aarde leef ik in het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en zich voor mij heeft prijsgegeven.

Filippenzen 1:21
Want voor mij is leven Christus en sterven winst.

Kolossenzen 3:1-4
Als u nu met Christus uit de dood bent opgewekt, streef dan naar wat boven is, waar Christus zit aan de rechterhand van God.
Richt u op wat boven is, niet op wat op aarde is.
U bent immers gestorven, en uw leven ligt met Christus verborgen in God.
En wanneer Christus, uw leven, verschijnt, zult ook u, samen met hem, in luister verschijnen.

1 Johannes 5:11-20
Dit getuigenis luidt: God heeft ons eeuwig leven geschonken en dat leven is in zijn Zoon.
Wie de Zoon heeft, heeft het leven. Wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet.
Dit alles schrijf ik u omdat u moet weten dat u eeuwig leven hebt, u die gelooft in de naam van de Zoon van God.
Wij kunnen ons vol vertrouwen tot God wenden, in de zekerheid dat hij naar ons luistert als we hem iets vragen dat in overeenstemming is met zijn wil.
En omdat we weten dat hij naar ons luistert, wat we hem ook vragen, weten we ook dat we alles al hebben gekregen wat we hem gevraagd hebben.
Als iemand zijn broeder of zuster een zonde ziet begaan die niet tot de dood leidt, moet hij voor hem of voor haar bidden en zo de zondaar het leven geven. Dit geldt wanneer er sprake is van een zonde die niet tot de dood leidt. Er bestaat ook zonde die wel tot de dood leidt. In dat geval geldt mijn aansporing om te bidden niet.
Alle kwaad is zonde, maar niet elke zonde leidt tot de dood.
We weten dat iemand die uit God geboren is niet zondigt. De Zoon, die uit God geboren werd, beschermt hem, zodat het kwaad geen vat op hem heeft.
We weten dat wij uit God voortkomen, terwijl de hele wereld in de macht is van hem die het kwaad zelf is.
We weten ook dat de Zoon van God gekomen is en ons inzicht heeft gegeven om de Waarachtige te kennen. En wij zijn in de Waarachtige, omdat we in zijn Zoon Jezus Christus zijn. Hij is de ware God, hij is het eeuwige leven.

Er zijn mensen die in Hem geloven, maar Hem niet liefhebben
Er zijn mensen die over Hem spreken, maar Hem niet kennen
Er zijn mensen die zeggen alles te willen geven, maar zijn aangezicht niet zoeken
Er zijn mensen die Hem proberen te dienen, maar Hem niet hebben ontmoet
Er zijn mensen die de bijbel lezen, maar de ervaring van zijn aanwezigheid niet kennen
Er zijn mensen die liederen over Hem zingen, maar nooit veranderd zijn
Er zijn mensen die veel bidden, maar geen relatie hebben met Hem
Er zijn mensen die veel kennis hebben, maar niet op Jezus willen lijken
Er zijn mensen die veel weten over God, maar het hart van de Vader niet kennen
Er zijn mensen die anderen willen leiden, maar de stem van de Heilige Geest niet verstaan
Er zijn mensen die de waarheid snappen, maar de liefde niet kennen
Er zijn mensen die denken dat ze het Leven hebben, maar ze hebben Hem niet

Geen opmerkingen:

Een reactie posten